Eerste kerstdiner op school: ‘Een halfuur later belde zijn juf’
Het is spannend, zo’n eerste kerstdiner op school. En dan kan je kleine in al z’n enthousiasme de festiviteiten íets te ver door trekken.
Zelf is Lizzy niet zo’n streber, maar als het om haar zoons prestaties gaat staat ze niet voor zichzelf in. Vooral nu Mason (10) een voetbaltalentje blijkt, geeft ze ruiterlijk toe dat ze een ordinaire lijnschreeuwer is geworden.
De avond voor de bekendmaking van de voetbalselectie kan ik niet slapen. Na verschillende proeftrainingen bij prestigieuze voetbalverenigingen in de stad, horen we de volgende dag of Mason wordt aangenomen in het team van zijn keuze. Terwijl mijn kind en vriend heerlijk slapen, lig ik te malen. Ik bid dat hij erbij zit. Niet omdat zijn toekomst ervan afhangt. We hebben het weliswaar over een serieus goed spelende amateurclub, maar niet over Ajax of PSV, noch om een duur betaald contract. Verre van. Het kind moet nog elf worden, voorlopig moet er alleen geld bíj.
Nee, de reden waarom ik zo zenuwachtig ben, is omdat ik het weet dat het de allergrootste droom is van Mason om profvoetballer te worden. En oké, óók omdat ik het zelf zo leuk vind dat mijn zoon op hoog niveau schittert. Ik geniet enorm van de sfeer rond wedstrijden, het juichen met de andere ouders, de spannende duels en de strijd tijdens kampioenschappen. En mijn eigen zoon dan het winnende doelpunt zien scoren is helemaal geweldig. Beter dan het allerbeste orgasme.
Mason speelt al sinds zijn zevende in steeds één jaar hogere selectieteams, omdat zijn coaches dat goed voor zijn ontwikkeling achten. Trainers roemen zijn tweebenigheid en zijn snelheid en hij is in elk team nog topscorer geweest.
“Ik heb mezelf zien veranderen van stille toeschouwer in een waanzinnige fanatiekeling”
In die jaren heb ik mezelf zien veranderen van stille toeschouwer in een waanzinnige fanatiekeling. Ik heb als materiaalvrouw, assistentcoach, limonadehaler en begeleider gefungeerd, maar ben vooral verwoed supporter van mijn zoon. En dat is best opmerkelijk. Ik ben namelijk nooit erg competitief ingesteld geweest. Komt ook omdat ik zelf nooit een sportwonder was en in mijn leven vaker de poedel- dan de hoofdprijs won. Kon ik alleen maar om lachen.
Ik kan ook keer op keer verliezen bij spelletjes, zonder dat ik er chagrijnig van word. Bij Mason en mijn vriend Mark vliegt het bord juist regelmatig door de kamer of loopt er iemand gefrustreerd weg van de tafel. Mark laat Mason ook absoluut niet winnen. Zelfs niet toen hij drie was en we simpel Nijntje-Memory speelden. Zou hij hard van worden, beweerde Mark.
Stiekem verdacht ik hem ervan dat hij gewoon niet verslagen wilden worden. Zelfs niet van een peuter. Verliezen wordt door de heren in huis gezien als een nederlaag, hoe vaak ik ook hen ook probeer te sussen met relativerende dooddoeners als ‘het is maar een spelletje’. Dat voortdurend maar willen winnen van mijn mannen deed ik voorheen af als kinderachtig en onzin. Totdat mijn kind leuk ging voetballen en niet alleen Mason niet te genieten was als ze hadden verloren, maar zijn moeder ook.
Bij Mason zit streberigheid domweg in zijn DNA. Bij hem is álles een wedstrijd. Als we naar de voetbaltraining fietsen, zet hij een sprintje aan voor het laatste stuk. “Ik was er echt veel eerder, mama.” Hij kleedt zich graag binnen dertig seconden aan. Maar vaak gaat hij de strijd aan met Mark: “Ik heb zes pannenkoeken op en papa maar vijf”, of: “Ik kan veel verder plassen”.
“Als het om voetbal gaat blijk ik ineens niet meer neutraal”
Meestal schipper ik daartussen als een soort Zwitserland: “Joh jullie hebben allebei een hele sterke plasstraal.” Maar als het om zijn voetbal gaat blijk ik dus duidelijk ineens niet meer neutraal. Ben ik na afloop van een toernooi helemaal in zak in as omdat ze tweede werden. Of omdat het team van Mason in de laatste minuut een tegengoal kreeg of compleet overlopen werd door acht andere jongens en meisjes.
Mark lacht me finaal uit. Hij komt af en toe kijken naar een wedstrijd, maar vindt dat niet per se leuk. Mark is uiteraard trots op onze zoon en vindt het knap als Mason scoort, maar mist het supportersgen.
Lees ook – Messi in de dop: als je kind Ajax-materiaal is >
Waar die prestatiedwang bij mij dan ineens vandaan komt? Geen idee. Toen Mason op kleuterjudo zat, kon ik ook vrij ontspannen zijn partijen bijwonen. Ik verbaasde me juist over de ouders die langs de mat gilden dat hun zoon die van mij ‘moest afmaken’ en ‘neerhalen’. Meestal stond ik daar met een mix van ontzetting en verbazing naar te kijken. Dit ging om een vaantje, niet om een gouden plak. Laat die drommels nou! Als ze maar lol hadden, toch? Maar nu Mason dus ineens in de crème de la crème van het amateurvoetbal meedraait, is alles veranderd.
“Verdwenen is de Olympische ‘deelnemen is het belangrijkste’-gedachte. ‘Als we meedoen, dan ook graag winnen’ is nu mijn credo”
Verdwenen is de Olympische ‘deelnemen is het belangrijkste’-gedachte. ‘Als we meedoen, dan ook graag winnen’ is nu mijn credo. Ik sta springend, joelend en juichend langs de kant. Ik probeer alleen positief aan te moedigen, want dat zijn KNVB-voorschriften en die zijn terecht heel streng, maar soms lukt dat slechts met moeite. Dan brul ik naar de keeper dat hij de bal moet klemmen en niet zomaar wegschieten – of, in de korte versie: “Max! Handen!”
Als de scheidsrechter in mijn ogen veel te partijdig is, bijt ik mijn wang stuk, maar houd braaf mijn lippen op elkaar. Maar als mijn medestanders langs de kant losgaan op de scheids, praat ik wel met hen mee: “Wat een vieze overtreding”, of: “Hij is een thuisfluiter! Dit was een volkomen legale tackle op de bal!”
Eigenlijk om je dood te generen dat ik zo’n ordinaire lijnschreeuwer ben geworden. Gek genoeg ben ik absoluut niet fanatiek qua eigen verrichtingen, maar als het om mijn kind gaat verander ik in een leeuwin. Ik zie hem gewoon niet graag falen. Ook zijn jaarlijkse Citoadviezen maken iets dierlijks in me los.
“Ook zijn jaarlijkse Citoadviezen maken iets dierlijks in me los”
Ik ben nog steeds van mening dat Mason vooral het niveau moet volgen dat past bij zijn kunnen. Zelf ben ik ook van mavo naar havo naar mbo en hbo geklommen en onze maatschappij heeft meer behoefte aan praktisch geschoolden dan aan bollebozen.
Toch reageerde ik lichtelijk gepikeerd toen mijn zevenjarige zoon qua spelling slechts net iets boven het landelijk gemiddelde haalde. Hoe is dat mogelijk? Mason sprak met twee jaar al volzinnen en is dol op lezen. Hij is een echte taalnazi geworden die iedereen verbetert die ‘me moeder’ zegt of ‘als’ en ‘dan’ door elkaar haalt. Ik zwelg van trots als familieleden zeggen dat ze hem bizar goed vinden in grammatica en dat ze wel kunnen zien dat hij de zoon is van een journalist.
Helaas jubelt zijn rapport niet mee. Ik weet hoe bloedirritant het is als ouders naar juffen en meester stappen om te klagen en ik vertrouw ook echt op hun oordeel. Maar ik moet wel even slikken.
Vriendin Julia (38) herkent dat. Haar dochter Fleur (10) is behept met een combinatie van dyscalculie en faalangst en begint al te bibberen zodra haar juf aankondigt dat een toetsweek aankomt. Op haar eerste rekentoets scoorde ze een 2. Ook de rest van dat trimester bleven haar cijfers laag en ze stevende af op doubleren. Voor Julia een no-go, officieel vanwege Fleurs lengte. Ze is nu al de langste van de klas, blijven zitten zou betekenen dat ze helemaal een reus zou zijn.
Stiekem speelde er nog iets mee: ze wilde in haar omgeving niet hoeven toegeven dat haar dochter niet kon meekomen op school. Julia was vroeger zelf namelijk iemand die fluitend door haar opleidingen ging. Daarom huurde ze een werkstudent in die à raison de 35 euro per uur wekelijks een paar middagen sommen maakte met Fleur. Met een positief effect. Julia liep financieel gezien leeg op de student, maar Fleur haalde haar cijfers op en ging met vijven en zesjes over naar groep 7.
Lees ook – Juf Merle: ‘De ouders van Kes willen maar één ding: dat hij presteert op school’ >
Als ik andere vriendinnen pols over hun competitie- en prestatiedrang, krijg ik gelukkig snel bijval. Ik ben niet de enige die zijn bloedje graag ziet slagen.
Vriendin Jasmijn biecht op dat ze alles heeft gedaan om haar dochter Roos (11) bij een populaire hockeyclub te krijgen. Ze bood zich aan als teambegeleider en het bedrijf van haar man sponsorde een aardig deel van de verbouwing van het clubhuis. Niet omdat haar dochter de nieuwe Naomi van As zou worden, maar omdat dit een zeer gewenste en hoofdklasse spelende vereniging was. Roos hockeyde eerst bij een lokale club, maar daar ging het meer om het patatje na afloop dan om het spel. De meiden verloren elke week en hockeyden in de laagste klasse. Niet iets om over op te scheppen.
“De meiden verloren elke week en hockeyden in de laagste klasse. Niet iets om over op te scheppen”
Bij collega Marieke was haar prestatiegerichtheid evenredig aan het gedrag van de ouders van de tegenstander van haar voetballende zoon Lars (7). Als zij niet chill deden, dan liet zij zich ook gaan en moedigde goed hoorbaar Lars’ team aan. En die keer dat haar zoons team met 8-0 de tegenstander afdroogde, was ze extreem blij, vooral vanwege de arrogantie van het andere team. Die kwamen opdagen met drie begeleiders, een coach en een assistent-trainer voor een team van zes jongetjes. Bovendien brachten ze nog een tactiekbord mee, inclusief magneten en pijlen. Marieke kon het niet nalaten na afloop subtiel op te merken dat het allemaal vrij weinig had geholpen.
Hoewel Marieke genoot van haar rol als ‘soccer mom’, heeft ze Lars voor dit seizoen toch uitgeschreven bij de voetbalvereniging. De mentale gesteldheid van haar zevenjarige zoon ging gebukt onder de prestatiegerichtheid van de trainer. Ze had voortdurend een huilend kind thuis na een wedstrijd en trok de grens toen ze de man een keer hoorde bulderen op de training en de kinderen uitschold voor losers. Dat ging veel te ver.
“De trainer schold de kinderen uit voor losers, dat ging te ver”
Dat ben ik helemaal met haar eens. Voor Mason is voetbal nog zijn grootste passie, zeker nu hij – tot grote vreugde van moeder en zoon – is uitgekozen in het team dat divisie gaat spelen. Maar als voor Mason de druk te hoog wordt of hij morgen besluit op tennis te willen of kickboksen of desnoods ballet, zal ik hem daar net zo in supporten. Al vrees ik dat ik wat het aanmoedigen betreft voorgoed verpest ben en dan net zo fanatiek zal zijn.
In de glossy Kek Mama lees je de mooiste verhalen, meest herkenbare columns en de leukste fashion en lifestyle tips. Abonneer je nu voor slechts €29,95 per jaar en ontvang de glossy als eerste op je deurmat.