Eerste kerstdiner op school: ‘Een halfuur later belde zijn juf’
Het is spannend, zo’n eerste kerstdiner op school. En dan kan je kleine in al z’n enthousiasme de festiviteiten íets te ver door trekken.
Op 19 december 2020 overleed Donna-Maria, de drie maanden oude baby van 3Js-zanger Jan Dulles (46) en zijn vriendin Caroline Mol (31). Ze hebben al zoon James (3). Caroline is nu zwanger en eind november uitgerekend van hun derde kind.
“De ‘alles goed’-vraag vind ik een hele ongemakkelijke. Al snap ik wel waar die vandaan komt. Je ziet me immers lopen met mijn dikke buik en een klein schattig mannetje aan de hand. De zwangerschap gaat voorspoedig en James is een heerlijk kind. Maar alles goed? Nee, sinds het overlijden van mijn dochter Donna is nooit meer álles goed. Ik mis haar nog steeds, elk moment van de dag.
Acht jaar zijn Jan en ik samen. Als vijftienjarige had ik ooit al eens een crush op hem. Jan speelde in een Volendamse versie van Jesus Christ Superstar. Het hele dorp heeft die musical toen gezien en Jan was de grote ster. Heel gek, maar ik wist toen al: ooit ga ik met jou. Terwijl hij vijftien jaar ouder was en bezet. Zes jaar later kwam ik hem tegen op de Volendammer kermis en hebben we gezellig staan kletsen. We zaten allebei in een relatie, ik had zelfs net een huis gekocht met een jongen. Een tijd later zochten we elkaar weer op. Toen ging het ineens snel en trok ik bij Jan in.
Toen mijn vriendinnen kinderen kregen, begon het bij mij ook te kriebelen. Jan was meer van ‘als het komt, moet het zo zijn’, maar hij had geen enorm duidelijke kinderwens. De zwangerschap van James was daardoor een behoorlijke verrassing voor hem. Hij had nooit verwacht dat het zo vlug zou gebeuren. Onze zoon James werd geboren op een zondag, op 11 november 2018. James was met recht een zondagskind. Heel makkelijk, sliep hele nachten door en lustte alles. We namen hem in januari drie weken mee naar Thailand. Ging prima. Tijdens die vakantie kwamen we erachter dat ik weer zwanger was. We waren allebei dolblij.
Vanwege de restricties in coronatijd waardoor er geen pretecho’s werden gemaakt, en eigenlijk ook omdat mijn schoonmoeder dat leuk vond, bleef het geslacht van onze tweede een verrassing. Maar door mijn geheel andere zwangerschap, de dracht rondom, mijn uitstraling en hormonale buien, voelde ik aan alles dat we een meid kregen. Mijn grootste wens. Niet alleen voor mij, om lekker mee te tutten en shoppen later, ik hoopte het ook vurig voor Jan. Ik heb een goede band met mijn vader, datzelfde gunde ik Jan. Donna was nog halverwege het geboortekanaal of ik riep al ongeduldig: wat is het? Wat is het? In de dagen na haar komst liepen we op wolken. Dolblij met ons koningskoppel.
“Ik voelde aan alles dat we een meid kregen. Mijn grootste wens.”
Een zoon en dochter, het ultieme geluk. Onze kinderwens was vervuld. Donna was iets lastiger in slaap te krijgen dan James en een pittig dametje. Ze wist goed wat ze wilde: gezellig erbij blijven. Ze was een vrolijke, blije, goedlachse baby en had prachtig zwart haar, met een matje in haar nek. Ze leek sprekend op mij als baby. Jan was helemaal smoorverliefd en trots op zijn meisje. Hij heeft weleens gezegd: ‘Als ze naar me lachte, werd ik helemaal verlegen.’ Het was coronatijd, dus hij was meer dan normaal thuis en kon optimaal van haar en ons gezin genieten.
Twee kindjes onder de twee en allebei in de luiers, het is druk, maar ik vond het prima te doen. Ik voelde me de gelukkigste vrouw ter wereld. Tot die fatale zaterdag 19 december 2020. Op vrijdag was er nog niks aan de hand met Donna. We roemden juist haar energieke karakter. Mijn schoonmoeder was op visite en toen Donna bij haar op schoot zat, probeerde ze zelfs al een beetje te gaan staan. ’s Avonds was Donna wel hangerig, maar ik dacht dat het kwam omdat ze al even niet had gepoept.
Ik vond haar wel slapjes en wat benauwd klinken en maakte ’s avonds laat nog een selfie met haar die ik Jan stuurde: ‘Je meisje is een beetje ziek.’ De volgende ochtend kocht ik pruimensap, om dat te mengen met wat borstvoeding. Ik hoopte dat het zou helpen, maar helaas, ze gaf de melk terug en knapte niet op. Met James ging ik naar de kapper, een paar huizen verderop. Jan bleef bij Donna.
“In no time landde er een helikopter bij ons om de hoek en stond ons huis vol ambulancemedewerkers, artsen en politie.”
Ik zat koud een kwartier in de kappersstoel toen Jan paniekerig op de deur klopte: ik moest snel komen, het ging niet goed met Donna! Even ervoor had hij de huisarts gebeld omdat hij vond dat Donna ineens zo slap en zwak was geworden. Toen hij haar oppakte, zag hij haar wegzakken. Alsof ze haar laatste adem uitblies. Stomtoevallig was onze huisarts in de buurt. Bij hem gingen alle alarmbellen af toen hij haar zo zag en net op het moment dat ik binnenstapte, gaf hij Donna een hartmassage. In no time landde er een helikopter bij ons om de hoek en stond ons huis vol ambulancemedewerkers, artsen en politie. Heel onwerkelijk, alsof je naar een hele nare, slechte film kijkt.
Ik nam James mee naar zijn kamer – hier moest hij niet bij zijn – en belde mijn ouders om op te komen passen. Op dat moment besefte ik wel dat het ernstig was met Donna, maar ik had vooral veel vertrouwen in de goede afloop. Er stonden 25 gestudeerde mensen om ons meisje heen, ze was in kundige handen. De hele rit naar het AMC ziekenhuis beleefde ik in een roes. Donna werd met gillende sirenes vervoerd, Jan en ik reden in de politiewagen achter de ambulance aan. Ik hield nog steeds hoop. Jan niet, die had gezien hoe levenloos ze in zijn armen had gelegen. Dat ze op dat moment eigenlijk al gestorven was. Maar hij durfde mij dat niet te vertellen.
In het AMC werd mijn kleine poppetje gereanimeerd op een hele grote tafel. Omwille van de verwerking moesten we er verplicht bij zijn, maar het was pure horror. Ik was volledig in shock. Ondertussen bleven artsen roepen: hartslag dit, temperatuur dat. Pas toen ik hoorde ‘temperatuur 31,4’ wist ik dat het voorbij was. Ik rende gillend de gang op: mijn kind was dood! Ik voelde een intens verdriet en het gevoel dat ik als moeder gefaald had. Wat had ik verkeerd gedaan? Was mijn borstvoeding niet goed geweest? Het pruimensap?
Donna ging vervolgens gelijk onder een scan en toen ontdekten ze een scheurtje in haar middenrif. Een aangeboren afwijking die jaarlijks 1 op de 5000 baby’s treft. Haar longen, darmen en maag waren verschoven en op de plek waar ze hadden gereanimeerd, zat haar hartje allang niet meer. Ze had geen schijn van kans gehad dit te overleven.
Lees ook
Dit mooie initiatief geeft ouders van overleden kinderen een blijvende herinnering >
Het hartverscheurende beeld van mijn kleine meisje in het grote ziekenhuisbed is nu nog steeds ondraaglijk. Ik volg speciale EMDR-traumatherapie om dat van mijn netvlies af te krijgen. Jan en ik hebben elke vier weken psychische hulp. Een kind verliezen is niet normaal, daar móét je hulp bij zoeken. Jan is geen prater, maar in therapie praat hij gelukkig wel. Het is bijzonder dat we dit samen doen. We beleven het allebei anders, hebben allebei ons eigen proces, maar vinden elkaar in onze liefde. Hoe heftig en pijnlijk het allemaal ook is, ik wil het nu allemaal helemaal doormaken. Anders stort ik over pakweg tien jaar in, omdat ik nooit goed genoeg heb gerouwd.
“Ik wilde dat mensen zagen hoe mooi Donna was.”
Sowieso pak ik elke steun aan die we krijgen. Dat heb ik vanaf de eerste seconde gedaan. Omdat ik Donna bij me wilde houden tot aan de uitvaart, hebben we haar op advies van de uitvaartverzorger professioneel laten balsemen. Daardoor hoefde ze niet op een koelplaat en bleef ze mooi van kleur. Ze is niet meer uit mijn armen geweest. ’s Nachts lag ze in de co-sleeper naast ons bed, overdag zat ik met haar op de bank. Iedereen die langskwam om te condoleren en dat wilde, kon haar nog vasthouden en bekijken. Dat voelde fijn. Ik wilde dat mensen zagen hoe mooi ze was. Maar na vijf dagen was het klaar. Ik was op. Het lukte me toen ook niet meer om haar in haar kistje leggen.
Die eerste rouwweek ben ik overeind gebleven op rustgevende medicatie. Ik wilde alle ‘pammen’ in de zwaarste dosis. Op de begrafenis was ik volledig stoned. De mis in de kerk op 24 december was prachtig, maar het is tegelijkertijd niet te bevatten dat je daar je kind wegbrengt. Die avond was het kerstavond. We aten een visschotel met de hele familie, traditie in Volendam, maar Jan en ik zaten daar als zombies. De volgende dag heb ik meteen de box en babyspulletjes van Donna naar de zolder gebracht. Het opruimen was afschuwelijk, maar elke dag geconfronteerd worden met een lege box is nog pijnlijker. Zelfs foto’s kijken van haar mooie koppie kon ik niet aan.
Jan en ik vluchtten het huis uit. We werden overal uitgenodigd om te komen eten en te praten. Of mensen brachten een pan met eten aan de deur. Ik pakte het graag aan, er kwam niks uit mijn handen. Niets maakte me meer uit, maar ik moest wel door. Voor James. Hij was mijn reddingsboei. Ik heb wel honderd keer gezegd: ‘Je zal je eerste kind verliezen, dan heb je echt geen reden meer om je bed uit te komen.’ Voor James moest ik opstaan om hem te verzorgen, aan te kleden, met hem te spelen. En mijn tranen inslikken. Hij snapte er anders niets van. Gezellig dat er bezoek kwam, maar waarom was iedereen toch aan het huilen?
“Ik heb wel honderd keer gezegd: ‘Je zal je eerste kind verliezen, dan heb je echt geen reden meer om je bed uit te komen.'”
Je functioneert, maar in de overleef-modus. In één klap ben je je toekomst kwijt. Al je dromen en idealen, wég. Nu zijn we bijna een jaar verder, maar dat onwezenlijke gevoel is er nog steeds. Vlak na Donna’s overlijden zei Jan tegen mij: ‘We gaan toch nóg een kindje maken.’ Dat vond ik zo ontzettend lief van hem. Hij had nooit eerder zo sterk zijn gevoel geuit. Tegelijkertijd was het heel dubbel om na drieënhalve maand alweer zwanger te zijn. Donna’s eerste sterfdag valt straks midden in mijn kraamweek. Hoe zou de buitenwereld daarop reageren? Net als de standaard begroeting op straat, heb ik moeite met felicitaties.
Ik mijd het liefst de supermarkt, vanwege reacties van anderen. Ik ben bang dat ze denken dat we Donna zijn vergeten of dat ze het gek vinden dat we alweer klaar zijn voor een kind. Maar aan de andere kant: wat is überhaupt nog normaal als je een baby verliest en wat heeft een ander daarvan te vinden? Wij zoeken absoluut geen vervanging van Donna. Donna was uniek en zal altijd onze oudste dochter blijven, ook nu ik zwanger ben van weer een meisje. Dit kind zal opgroeien in de wetenschap dat ze een overleden zus heeft.
“Donna zal altijd onze oudste dochter blijven.”
Wij houden de herinnering aan ons meisje levend. Ook voor James. Hij weet dat Donna nu een engeltje is en hij gaat graag mee… om steentjes te gooien bij haar graf, maar verder heeft hij weinig actieve herinneringen aan haar. Daarvoor was hij te jong. Maar misschien dat hij er straks wel iets over gaat zeggen, als hij weer een zusje heeft.
Zwanger zijn is geweldig en angstig tegelijk. Ik word medisch aan alle kanten gecheckt, toch stelt me dat niet volledig gerust. Ik heb bij Donna met 28 weken ook nog een echo gehad, maar niemand heeft toen een scheurtje in haar middenrif ontdekt. Sowieso ben ik mijn onbezorgdheid kwijt. Bij elke hoestbui van James schiet ik in de paniek, terwijl hij een gezonde, sterke knul is. Ik denk dat ik bij de nieuwe baby ook pas iets geruster zal zijn als zij een jaar is en niet meer zo kwetsbaar.
Emotioneel is het een rollercoaster en een bizar jaar geweest. Feestdagen hebben een zwart randje. Op 13 september 2021 haar eerste verjaardag vieren, zonder Donna; het was niet te doen. Op de dagen dat ik het moeilijk heb, loop ik naar Donna’s grafje, dat ligt op een paar honderd meter van ons huis. Daar kan ik keihard janken. Meestal lucht dat op. Maar daarnaast ben ik ook oprecht verheugd dat ik weer zwanger ben. Het is niet vanzelfsprekend dat je zomaar weer een kind wordt gegeven en dat het goed gaat. Ik vind het een groot wonder en geloof sterk dat Donna daarin heeft gestuurd.”
Meer informatie over congenitale hernia diafragmatica (CHD), het scheurtje in het middenrif waaraan Donna is overleden, lees je hier.
Volg ons op Facebook en Instagram voor meer verhalen over alle kanten van het ouderschap.