Elsa: ‘Ik schrok me kapot toen ik via de babyfoon zag wat de oppas deed’
De oppas in de gaten houden via de babyfoon, je kunt het eigenlijk niet maken. Toch deed Elsa het, en daar is ze achteraf gezien heel dankbaar voor.
Het grootste voordeel van co-ouderschap is toch wel dat je de helft van de tijd ongelimiteerd je gang kunt gaan. Voor Dunja (39) gaat het nog een stapje verder: haar kinderloze bestaan staat mijlenver af van haar leven als moeder. “Het voelt wel een tikkeltje schizofreen.”
Dunja, moeder van een zoon (10) en dochter (8):
“‘Wat gek eigenlijk’, zei een vriendin terwijl we weer een avond in de lampen hingen. ‘Ik kan me jou helemaal niet voorstellen als moeder.’ We hadden net onze vierde gin-tonic achter de kiezen, waarvan de laatste was aangeboden door drie mannen een paar tafeltjes verderop. Lachend stak ik mijn duim naar ze op.
Het wás ook gek, mijmerde ik ondertussen. Voor de buitenwereld zit hier een vrouw op het bruisende hoogtepunt van haar leven. In hakken en jurk naast de draaitafels, geen huiselijke verplichtingen om op dit tijdstip naar terug te keren. Maar vorige week zaterdag zat ik in een huispak op de bank. De spaghettisaus bij wijze van spreken in mijn haren, afgepeigerd van een dag rennen en vliegen tussen voetbal, paardrijles en speelafspraakjes, met twee baldadige kinderen op de bank die nog lang niet van plan waren te gaan slapen.
Stiekem droomde ik er weleens van, toen de kinderen kleiner waren en mijn huwelijk met Peter nog gelukkig was: hoe ik een of meerdere dagen per week voor mezelf zou hebben. Gewoon weer eens de deur uit kon lopen zonder eerst een oppas te regelen of twee kinderen in jassen en autostoelen te wurmen en ik de nachtvlinder kon uithangen wanneer ik daar spontaan behoefte aan had.
Natuurlijk, ik had een man die ook een deel van de tijd thuis was. Maar mijn twee o zo gewenste handenbinders waren er de eerste jaren 24 uur per dag, zeven dagen per week – óók als ik wakker werd met een gierende kater. Futiele frustraties die iedere ouder kent en ook echt niet meer dan dat. Want op de incidentele avonden dát ik als jonge moeder weer eens aan de boemel ging met vriendinnen, waren de kinderen al die uren het onderwerp van gesprek, en miste ik ze al zodra ik op de fiets stapte.
Peter en ik wisten dat we samen kinderen wilden vanaf het moment dat we onze liefde naar elkaar uitspraken. Ik kende hem al een tijdje zijdelings via wederzijdse vrienden. Toen die vrienden gingen trouwen en wij de ceremoniemeester ondersteunden, sloeg de vonk in no time over. Binnen een halfjaar woonden we samen, nog geen jaar later waren we getrouwd en weer een jaar later was ik in verwachting van onze oudste. Zoals het vaak gaat bij stormachtige liefdes was de passie niet te stuiten, maar waren onze ruzies hoogoplopend.
“We waren zo hard bezig voor de kinderen en ons eigen gelijk te zorgen, dat we elkaar vergaten”
Peter en ik zijn van nature allebei dominant en allebei even koppig. Al snel werden de stomste dingen in onze relatie een strijd. Wie meer recht had op een avond buiten de deur die week, wie gezonder kookte. Wie als eerste doorhad dat een van de kinderen een griepje onder de leden had of wie meer deed in het huishouden. Zo knokten we ons een weg door ons huwelijk. We waren zo hard bezig voor de kinderen en ons eigen gelijk te zorgen, dat we elkaar vergaten.
Weinig mensen beginnen aan kinderen met het doel ze maar de helft van de tijd op te voeden, en al helemaal niet met het vooruitzicht ze zelfs maar de helft van de tijd te zien. Mijn hart brak in vier stukken toen mijn ex en ik na de derde verjaardag van onze jongste besloten dat het niet langer werkte tussen ons.
De directe aanleiding was opnieuw een potje machtsworstelen. Ik wilde de taart ophalen en boodschappen doen terwijl Peter de kinderen klaarmaakte voor het feest. Peter wilde hetzelfde voor zichzelf. Het was te kinderachtig voor woorden. Ik won de strijd.
Om vervolgens bij thuiskomst verbolgen te zijn over het feit dat Peter onze dochter niet de juiste feestoutfit had aangetrokken. Met een verbeten glimlach zaten we het kinderfeest uit, terwijl we eigenlijk niets liever wilden dan die hele verjaardagstaart in elkaars gezicht smijten.
Als ik terugkijk op die periode verbaast het me dat op z’n minst onze zoon het idee van een scheiding niet zelf allang had aangedragen. Hier werd niemand gelukkig van.
Lees ook – Inhaalslag na de scheiding: ‘Ik had vijftig mannen in twee jaar tijd’ >
We besloten dat ik in ons oude huis zou blijven, Peter vond een woning in een wijk verderop. Een ideale situatie voor een co-ouderschap, met de basisschool én kinderopvang er pal tussen.
Gek genoeg was onze scheiding het enige wat geen strijd opleverde tussen ons. Ik zie mezelf nog zitten, die eerste week in mijn eentje op de bank. Nu kón ik eindelijk aan de kroonluchters, wilde ik niets liever dan met mijn kinderen zijn.
“Na de scheiding was het huis of te stil en leeg of juist te druk en vol”
Een co-ouderschap betekent niet lekker veel tijd voor jezelf en in de weken met kinderen gewoon extra aanpoten, het betekent continu onthand zijn. Omdat het huis te oorverdovend stil en leeg is of juist te druk en vol, zonder partner om een helpende hand te bieden. Waar mijn kinderen ook verbleven, moeder bleef ik altijd, ook in de weken dat ze bij hun vader waren. Het duurde jaren voordat ik daar echt ingegroeid was.
Alles went, uiteindelijk. En zo genoot ik na het eerste jaar steeds meer van de dagen in mijn eentje. Zo erg, dat ik het daten uitriep tot mijn nieuwste hobby en mijn weekends soms elke avond met een ander sleet. Ik ging weer naar festivals en concerten, stond na vijftien jaar weer in de club.
“Voor het eerst in zes jaar was ik weer vrouw, vriendin, verleidster”
Via dat single, ‘kinderloze’ leven kwam ik in contact met andere single vrouwen, lang niet allemaal moeders. En zo ontspon zich een tweede leven waarin ik niet de schoolpleinmoeder was die werk en zorg combineerde, of die fungeerde als kindertaxi, kok en verpleegkundige. Voor het eerst in zes jaar was ik weer gewoon eens Dunja. Vrouw, vriendin, en verleidster als ik daar zin in had. Eigen schappen die ik niet was kwijtgeraakt, maar jarenlang kwamen ze wel pas heel ver na mijn allerbelangrijkste identiteit: die van moeder.
In de weken waarin de kinderen bij hun vader waren ging ik natuurlijk wel naar ouderavonden en andere ouderschapsverplichtingen. En soms deelden mijn ex en ik de taken op. Wanneer de een precies onder de sporttijd van de ander naar een feestje moest, bijvoorbeeld. Of een van de kinderen ziek was en de ander ergens heen gebracht moest worden.
Maar meestal – en steeds vaker naarmate ze ouder werden – betekenden de weken zonder mijn kinderen ook echt vrij van de zorgtaken. Zo is dat nog steeds. Ze mogen natuurlijk altijd bellen of langskomen sinds ze oud genoeg zijn om alleen heen en weer tussen hun huizen te fietsen. Maar in de praktijk gebeurt dat zelden en sturen ze hooguit om de dag een appje, en dan alleen omdat ik er nadrukkelijk om heb gevraagd.
Want dat is een voordeel met gescheiden ouders: op hun zevende kregen ze al een mobieltje. Dat voelde veiliger, met slechts één ouder thuis met wie altijd iets kan gebeuren. Of, en dat was eigenlijk de voornaamste reden, om er gewoon voor te zorgen dat de andere ouder altijd bereikbaar voor ze is.
Inmiddels voelt mijn dubbelleven vertrouwd. Ik zorg al langer parttime voor mijn kinderen dan ik ze ooit fulltime heb gehad. En daar zie ik de voordelen van in.
Zo doe ik weleens gek en neem een pilletje op een dancefeest, wetende dat mijn kinderen een week lang veilig bij hun vader verblijven. Soms eet ik vier dagen achter elkaar noedels, binge een Netflix-serie tot diep in de nacht als ik weet dat ik kan uitslapen, of maak een fles wijn in mijn eentje soldaat. En als ik eens een scharrel heb, hoef ik die niet te verstoppen, omdat niemand de wilde kant van mijn leven ziet. Maar óók niemand die me ziet wanneer ik in die weken elke avond overwerk om het leven in mijn eentje met twee kinderen te kunnen bekostigen. En die me ’s avonds de taken uit handen neemt wanneer de was nog moet gebeuren en het gemis soms grotere vormen aanneemt dan ik wil.
“Soms eet ik vier dagen noedels of neem een pilletje op een dancefeest”
In zekere zin is mijn tweede leven een vlucht, een ontsnapping aan de keiharde realiteit dat ik mijn kinderen moet missen. Het parttime ouderschap was nooit mijn eerste keuze en het voelt bij tijd en wijle een tikkeltje schizofreen.
Sommige van mijn nieuwere vriendinnen hebben mijn kinderen nog nooit gezien. Of sterker nog: ze kunnen me zich niet eens voorstellen als moeder – zoals de vriendin met wie ik grinnikend gratis gin-tonics tankte. Dat betekent ook dat die vriendschappen nooit zo close kunnen worden als met mijn moedervriendinnen. Het moederschap is een essentieel deel van mijn identiteit, heeft me voorgoed veranderd en kan ik nooit helemaal uitschakelen. Maar leg dat maar eens goed uit aan iemand voor wie kinderen een ver-van-je-bedshow zijn.
De kinderloze vrienden uit mijn ‘wilde leven’ nodig ik niet uit voor kinderverjaardagen, die zitten daar echt niet op te wachten. Net zo goed als ik mijn vrienden uit mijn ‘moeder leven’ niet zomaar meeneem naar een feestje waar ik door het geluid ga. Niet iedereen begrijpt de vrijheden die ik mezelf permitteer. Met hen doe ik weer andere dingen.
Van een dag naar de dierentuin geniet ik net zo goed – en per saldo meer omdat mijn kinderen dan ten minste bij me zijn. Bovendien staat buiten kijf dat mijn twee levens, of in elk geval mijn gescheiden vriendengroepen, niet samengaan. Mijn stapvriendinnen hebben levens die zo ver afliggen van het – in hun ogen – burgerlijke bestaan dat ik de andere helft van de tijd leef. Ze zien me al staan, kindertaarten bakkend met de buurvrouw op zondagochtend. Zingen we keihard mee met Antoon en K3, terwijl zij hun roes uitslapen.
Hoe ouder mijn kinderen worden, hoe meer ze zich realiseren dat hun vader en ik een leven hebben buiten hen. Onlangs zat ik met de kinderen in de stad op een terrasje toen een oude scharrel spontaan aan ons tafeltje verscheen. Schijnbaar ongemakkelijk onder de situatie hakkelde hij zich door de kennismaking met mijn kinderen. Toen hij na een paar formaliteiten even snel weer verdween, proestte mijn zoon het uit: ‘Nou mam, die had jou duidelijk niet met twee kinderen verwacht.’ Mijn dochter vindt het jammer dat ik vriendinnen heb die zij niet kent. Ik ken de hare toch allemaal?
“Hoe ouder mijn kinderen worden, hoe meer ze zich realiseren dat hun vader en ik een leven hebben buiten hen”
Dan vergelijk ik het maar met mijn werk. Daar ben ik elke dag met dezelfde mensen en die heeft ze ook nog nooit ontmoet. Peter leidt een rustiger leven, realiseer ik me. Of hij verbergt zijn uitspattingen beter. In de weken dat ik mijn kinderen heb, gaat hij hooguit een keertje vaker golfen. Ik vind dat weleens irritant, want toen we nog getrouwd waren kon hij niet wachten zoveel mogelijk de deur uit te vluchten. Andersom krijg ik de nodige sneren wanneer ik op zondagavond met kleine oogjes de kinderen bij hem ophaal. ‘Zo, goed feestje gehad?’ krijg ik dan, ‘of hield iemand je wakker?’
We doen het allebei zo goed als we kunnen en onze kinderen komen niets tekort. Het gras is altijd groener aan de andere kant: toen ik nog getrouwd was, droomde ik van dit leven, en nu ik het heb, wenste ik vaak dat ik mijn kinderen altijd bij me had. Als personen zijn Peter en ik gelukkiger geworden van de scheiding, en dat is goed voor onze kinderen. Dat kiezen voor je eigen geluk ook goed is voor anderen hebben we ze mooi maar alvast bijgebracht.”
In de glossy Kek Mama lees je de mooiste verhalen, meest herkenbare columns en de leukste fashion en lifestyle tips. Abonneer je nu voor slechts €29,95 per jaar en ontvang de glossy als eerste op je deurmat.