Eerste kerstdiner op school: ‘Een halfuur later belde zijn juf’
Het is spannend, zo’n eerste kerstdiner op school. En dan kan je kleine in al z’n enthousiasme de festiviteiten íets te ver door trekken.
Kek Mama-columnist Anke Laterveer is single moeder en schrijft supereerlijk en uitgesproken over wat ze meemaakt of wat haar opvalt.
“Ga je mee op wintersport?” vraagt de man die later de vader van mijn kinderen zal worden als we elkaar een maand of drie kennen. “Tuurlijk!” roep ik enthousiast. Wintersport is in zijn familie traditie. Nog voor hij kon lopen stond hij al op ski’s, bij wijze van spreken. Ik eh… niet. Dat wintersport een samentrekking is van de woorden winter en sport die in mijn familie en zeker bij mij op weinig enthousiasme kunnen rekenen, heeft daar zeker in meegespeeld. Maar de man wil wintersporten en ik wil de man, dus gaan we.
Naarmate de wintersport dichterbij komt, vraag ik hem of het eigenlijk moeilijk is, dat skiën. “Nee joh,” zegt hij zelfverzekerd, “dat kan echt iedereen.” Mooi. Ik heb visioenen van mezelf in een strak rood skipak. Ik zoef de berg af alsof ik nooit anders gedaan heb. Ik ben een natuurtalent. De werkelijkheid is net even anders.
Om te beginnen blijkt het pak niet te passen, dus ik ga in een wapperende dekbedjas onhandig de sleeplift in. Toch minder spectaculair. Wanneer ik met moeite het oefenheuveltje af sukkel, hoor ik iemand “Pizzapunt! Pizzapunt!” roepen. Voor ik ter aarde stort, roep ik nog: “Ja lekker!” Pizzapunt blijkt een manier om te remmen. “Als je je ski’s in een pizzapunt zet, dan rem je vanzelf.” Vermoedelijk een stuk handiger dan mijn manier: keihard met mijn gezicht in de sneeuw.
En daar, zittend tussen mijn ski’s, bekruipt me opeens het gevoel: ik vind dit echt wel leuk, maar volgens mij kan ik dit gewoon niet zo goed. En dat is precies hoe het voor mij is om moeder te zijn. Vooraf had ik er zulke mooie ideeën bij. Ik wist zeker dat het goed zou komen. Ik ben tenslotte hartstikke leuk, knuffelig en heb altijd aandacht voor iedereen om mij heen. Tot ik opeens met een baby in mijn armen lag en voelde: ik heb geen flauw idee wat ik aan het doen ben. De mensen om mij heen leken het allemaal prima te weten – ik voelde alleen maar paniek.
Inmiddels zijn we zeven jaar verder. Ik ben niet de moeder geworden die ik dacht dat ik zou zijn. Tuurlijk hou ik nog steeds van knuffelen, maar niet altijd. Soms zit ik te twitteren terwijl mijn kinderen een dansje laten zien. Maar ze leven nog, ze houden van me, we bakken muffins en we stoeien. Ze gaan zelfs meestal op tijd naar bed. Op de verjaardag van een van hen zit ik naast mijn ex. Het gaat over skiën. “Is dat nou moeilijk?” vraagt iemand. “Ja joh”, zegt hij. “Kostte me jaren voor ik het kon.”