Elsa: ‘Ik schrok me kapot toen ik via de babyfoon zag wat de oppas deed’
De oppas in de gaten houden via de babyfoon, je kunt het eigenlijk niet maken. Toch deed Elsa het, en daar is ze achteraf gezien heel dankbaar voor.
Kek Mama-columnist Anke Laterveer is single moeder en schrijft elke week op Kekmama.nl supereerlijk en uitgesproken over wat ze meemaakt of wat haar opvalt. Deze week: pesten
Er zat een jongetje in mijn klas. Christiaan heette hij. Eén kant van zijn gezicht was verbrand omdat er ooit, toen hij een baby was thee over hem heen gevallen was. Daar kon Christiaan niks aan doen, maar toch moesten we er vaak om lachen.
Er zat een meisje bij mij op turnen. Marieke heette ze. Ze was dik en had altijd vet haar. Haar ouders waren niet als de onze. Ze vonden douchen en schone kleren gewoon niet zo belangrijk. Daar kon Marieke niks aan doen, maar toch fluisterde iedereen over luizen als ze langsliep.
Er woonde een mevrouw in onze straat. Ze heette mevrouw Schaap. Ze had nooit kinderen gekregen en was nu al oud. Daar kon mevrouw Schaap niets aan doen, maar toch riepen we “Heks” naar haar huis als we er langskwamen.
Er was een juf op school. Juf Pieterse heette ze. Ze werd altijd heel snel boos en als ze dat deed moest ze soms zelfs huilen. Daar kon mevrouw Pieterse niets aan doen, maar toch probeerden we allemaal wie haar het snelste aan het huilen kon krijgen.
Er was een jongetje uit de buurt. Hij heette Rutger en hield van meisjesdingen. Hij spaarde My Little Pony’s. Daar kon Rutger niks aan doen, maar toch gniffelden kinderen ‘homo’ over hem. Ik hield zelf niet echt van meisjesdingen, maar mooi dat ik dat niet zei, wie weet wat er kon gebeuren.
Er was een stagiaire. Ze heette Maria. Ze zou over drie jaar gaan trouwen en het er nu al elke dag over. Ze maakte gastenlijsten en een overzicht van de cadeaus die ze wilde hebben. Wij maakten grapjes.
Er was een leidinggevende. Ze heette Marijke. Ze droeg leren jurkjes die ze zelf heel chic vond. Wij gniffelden achter haar rug over hoe moeilijk het moest zijn om er zo goedkoop uit te zien terwijl ze toch zo goed verdiende.
Er was een meisje. Hannah heette ze. Op een dag huilde ze in haar bed. Ik vroeg haar wat er was. “Vandaag werd ik op school uitgelachen, mama,” zei ze. “Omdat jij dik bent.” Ik wist niet zo goed wat ik tegen haar moest zeggen. Want wat zeg je op zoiets. “Sorry dat ik dik ben”? of “Sorry dat de wereld zo is dat we mensen die anders zijn uitlachen”?
Dit is de week tegen pesten. Dat betekent dat we deze week extra stilstaan bij pesten en dat dat niet oké is. Ik wilde een column maken over hoe ik het vaak opgenomen heb voor kinderen of grote mensen die gepest werden, want ik doe dat vaak. En daar wilde ik natuurlijk graag over schrijven. Lekker mezelf feliciteren en jullie laten weten hoe goed ik de dingen doe. Toen dacht ik aan alle keren dat ik niet ingegrepen had. Want dat doe ik nog veel vaker. De keren dat ik mijn mond hield omdat ik bang was dat ik anders de volgende zou worden. Of omdat ik de leren jurkjes en de vrouw erin ook stom vond. En hoe erg dat is. Omdat zwijgen toestaan is. Niet ingrijpen is laten bestaan dat er gepest wordt.
Dus dit is mijn voornemen. Ik ga er voortaan wat van zeggen. Ook als ik degene die gepest wordt stom vind. Of als diegene zelf ook wel eens iemand pest. Vanaf nu ga ik zeggen dat het niet oké is. Gewoon omdat ik dat kan. Net als jullie.
Anke Laterveer (36) is schrijver, columnist, cabaretier en web woman van Kek Mama. Samen met haar kinderen Jakob (7) en Hannah (6) woont ze in Haarlem