Roos Schlikker (42) is journalist, columnist en moeder van zoons Miró (9) en Róman (7). In Kek Mama schrijft ze over haar gezinsleven.
Lees verder onder de advertentie
“Hé mam, ik ga bij Noah spelen. Doei!” Het begon afgelopen zomer. We waren in een hotel met een polsbandjessysteem. Zo’n plek waar we al jaren naartoe gaan omdat de kinderen het er fijn vinden, we niet te veel praktische rompslomp aan onze harses hebben, kortom: even alle tijd en ruimte overhouden voor elkaar. Ideaal. Toch?
Lees verder onder de advertentie
‘Zullen we zo lunchen?’
Maar daar lag ik, versuft te staren naar een aquagymklasje. Mijn boek, een matige Engelse thriller over een vrouw in een botoxkliniek, was uit. Ik tuurde naar de pijnbomen toen Miró als een natte golden retriever over me heen hing. “Zullen we zo lunchen?” vroeg ik gretig. Maar hij griste zijn handdoek van de ligstoel en murmelde dat-ie met zijn eigen matties ging eten. Róman brulde: “Ik wil mee!” Niet met mij, maar met zijn grote broer. En zo bleef het gaan. De rest van de vakantie zag ik mijn kinderen slechts in schaduwen. Steeds als ik de jongens wilde grijpen en tegen me aan trekken, waren ze alweer weg.
Lees verder onder de advertentie
“Hé mam, ik ga bij Louis spelen. Doei!” Zo is het gebleven. Ze zijn zeven en negen, voorbij is de tijd dat ik aan luiers sjorde, elke dag om vijf uur werd gewekt door een koter die meende dat dat een uitstekende tijd was om het ontbijt te nuttigen en ik qua leesarbeid niet verder kwam dan de achterkant van de tv-gids.
Nu blèren ze in het trapgat dat ze weggaan. Naar een vriendje. Of voetbal. Een speeltuin. Ze redden zichzelf fantastisch. En ik kan er niet goed aan wennen. Toen de jongens klein waren, was vrije tijd mijn heilige graal. Elk uurtje voor mezelf moest ik fanatiek bevechten. En nu? Nu zit ik geregeld in mijn leesstoel, te peinzen over dingen die voorbij gaan. Hoelang is het geleden dat ik tijdens vakanties twintig keer per dag rolmopsjes van mijn kinderen maakte, hun lichamen strak in een handdoek, de armpjes tegen het lijf?
Lees verder onder de advertentie
Ze ontglippen me. Op vakantie. Thuis. “Hé mam, ik ga bij Luca spelen. Doei!” “Doei”, doei ik. En ik lees mijn boek. Wat heb ik verlangd naar urenlang ongestoord lezen. Maar nu die uren er zijn, weet ik wat ik mis. Als Miró eind van de dag thuiskomt, wikkel ik hem snel in de deken die op de bank ligt en houd hem vast, zijn armen strak langs zijn lijf. “Blijf je even bij mama liggen?” Hij lacht. En knikt.
Van extravagante thema’s tot dure locaties, het lijkt soms alsof de lat steeds hoger wordt gelegd voor kinderfeestjes. Maar wat doe je als je ineens zélf moet betalen voor het feestje waar je kind voor is uitgenodigd? Het overkwam Gina.
We vlogen het afgelopen jaar van de ene zwangerschapsaankondiging naar de andere. Hoog tijd om al het babynieuws op een rijtje te zetten: deze BN’ers verwachten een baby in 2025.
Een speeldagje bij een vriendin klinkt onschuldig, toch? Voor Brenda veranderde het in een dure les toen haar dochter Ellie per ongeluk een vaas omstootte. Wat volgde, was een Tikkie van 350 euro en een hoop gedoe.
Met de beste bedoelingen zet je jarenlang maandelijks braaf een bedrag opzij, om je kind een goede start te kunnen bieden. Om vervolgens je zoon op zijn achttiende verjaardag toegang te geven tot die spaarrekening en hij een jaar later geld komt vragen, omdat het op is.