Eerste kerstdiner op school: ‘Een halfuur later belde zijn juf’
Het is spannend, zo’n eerste kerstdiner op school. En dan kan je kleine in al z’n enthousiasme de festiviteiten íets te ver door trekken.
Roos Schlikker (42) is journalist, columnist en moeder van zoons Miró (9) en Róman (7). In Kek Mama schrijft ze over haar gezinsleven.
Een vriend heeft net zijn eerste kind gekregen. Het ontroert me, omdat baby’s me altijd ontroeren (dat staat in hun functieomschrijving), maar vooral ook omdat mijn vriend zich zo ontzettend uniek waant. Zijn dochter is briljant. Zo voorlijk. Zo intelligent. “Ze kijkt recht door je heen”, schept hij voortdurend op. En ik, ik moet erom glimlachen.
Want ik herken die grootheidswaan wel. Veel jonge ouders hebben er een beetje last van: het idee dat hun kind net iets bijzonderder is dan alle andere baby’s. Dat mag ook. Ik heb nog nooit een verse vader of moeder horen zeggen: “Mijn kind? Dertien in een dozijn.” Maar stiekem zijn de meeste mensen dat natuurlijk wel, baby’s niet uitgezonderd. Zo ook Miró. Uiteraard, de eerste tijd was ik alleen maar ironisch als ik bij een volgescheten luier riep: “Kijk eens wat hij kan! Tis een wonderkind!” Gekscherend zei ik ook weleens dat ik zeker wist dat zijn eerste woordje ‘HPX2-hars’ zou zijn.
Lees ook
Complimenten geven aan je kind: ‘Ik was ervan overtuigd dat mijn dochter het zou gaan maken’ >
Maar dat laatste vond ik eigenlijk helemaal geen idiote gedachte. In de maanden na Miró’s geboorte keek ik veel tv. Destijds was er rond elk programma wel een reclame te zien van een autoruitreparatieservice. Paul van Carglass, hij was niet weg te denken. Sterker: hij hoorde erbij, bij die hele kraamtijd. Een dag zonder Paul was een dag niet geleefd.
Later kreeg Paul ook collega’s. Allemaal van die aardige, houterige knullen die behulpzaam met hun harssetje het land afreisden om iedereen uit de brand te helpen. En almaar herhaalden ze dezelfde tekst. “Heeft u een sterretje in uw voorruit?” (door mij steevast verbasterd tot “Heeft u een sterretje in uw voorhuid?” want ik ben een eeuwige puber).
Het kon haast niet anders of mijn briljante baby kreeg hier iets van mee. Dat geloofde ik heel stiekem echt. En toen, op een dag, trok Miró een beetje gek met zijn mondje. De reclame was net gestart, Paul begon aan zijn riedel. Miró tuurde peinzend in de verte, richtte zijn koppie naar me op en zei het. Zijn eerste woordje.
“Mammmmma.”
Nee, dat had niets met HPX2-hars te maken. Hij brabbelde gewoon wat het gros van de baby’s brabbelt. Dertien in een dozijn. En toch volslagen uniek. Want hij was de eerste die mij mama noemde. Ik ben reuze benieuwd wat de dochter van mijn vriend gaat zeggen.
Deze column staat in Kek Mama 01-2019.
Nog meer Kek Mama?
Volg ons op Facebook en Instagram. Of schrijf je hier in voor de Kek Mama nieuwsbrief >