Leg dat maar eens uit: ‘Een dieet voor baby’s, dat verzin je toch niet!’ 

dieet baby's
Chiara Izelaar
Chiara Izelaar
Leestijd: 4 minuten

Stap je vol optimisme het consultatiebureau binnen, blijkt je kind te mager, te wild of valt er wel iets anders aan te merken waardoor je met een ingestort moeder-ego het pand weer verlaat. Drie moeders delen hun ervaring.

Lees verder onder de advertentie

1. Het is ook nooit goed

Thirza (30), moeder van een zoon (2): “Ons tweede bezoek aan het consultatiebureau was, laten we zeggen, een tikje stressvol. Na een grondige inspectie werd ons verteld dat onze kleine man te klein was. Onder de norm. Ondervoed zelfs. Paniek. Dus kregen we het advies: naast borstmelk ook poedermelk, dikker maken met johannesbroodpitmeel, en die fles vaker aanbieden. Prima, dacht ik; als we dat moeten doen, dan doen we dat.

Lees verder onder de advertentie

Dus daar gingen we, gewapend met flesjes, poedertjes en een extra portie toewijding. Elke voeding was een militaire operatie. Johannesbroodpitmeel hier, extra flesje daar, en binnen no-time was onze kleine spruit een heuse eter. Maanden vlogen voorbij, en bij onze volgende afspraak, drie maanden later, stapte ik het consultatiebureau binnen met een trots gevoel. Ons ventje had flink wat gewicht gewonnen en was inmiddels twee maten gegroeid. Missie geslaagd, toch?

Maar nee, de vreugde was van korte duur. De verpleegkundige keek bezorgd naar de grafieken en meldde ons dat hij nu te dik was. Serieus? Te dik? Jazeker, hij moest op dieet. Ik voelde me flink in de maling genomen. Hij moest toch meer melk binnenkrijgen? En een dieet voor baby’s – dat verzin je toch niet!” 

Lees verder onder de advertentie

2. Kwestie van goed mikken

Jenna (25), moeder van twee zoons (3 en 2) en een dochter (6 maanden): “Ons derde bezoek aan het consultatiebureau zou een routinecheck zijn. Je kent het wel: meten, wegen, beetje kletsen over hoe goed je kleintje het doet. Alles ging soepel, tot het moment dat de kinderarts onze dochter oppakte om haar te onderzoeken. De eerste paar minuten verliepen vlekkeloos. Onze kleine meid lag tevreden op de onderzoeksbank en brabbelde vrolijk terwijl de kinderarts haar bekeek.

Lees verder onder de advertentie

En toen gebeurde het. In een fractie van een seconde ontspande ze zich volledig en liet een indrukwekkende straal van vloeibare babypoep los. De kinderarts, een geduldige vrouw die duidelijk al het een en ander had meegemaakt, stond perplex terwijl de substantie haar nette witte jas bedekte. Er was een moment van complete stilte. Ik wist niet of ik moest lachen of huilen.

‘Nou, dat gebeurt niet elke dag’, zei de kinderarts uiteindelijk met een geforceerde glimlach. Haar professionaliteit hield haar staande, maar ik kon zien dat ze inwendig vloekte. Ik voelde het bloed naar mijn wangen stijgen van schaamte en probeerde snel wat doekjes te pakken om de schade te beperken. Thuisgekomen kon ik er eindelijk om lachen. Ons kleine meisje had haar eerste statement gemaakt in de wereld van de medische wetenschap.”

Lees verder onder de advertentie

3. Binnen de lijntjes

Sesanne (39), moeder van twee zoons (8 en 5) en een dochter (3): “Na een gezellig lang weekend weg had Philippa, onze jongste, zich terug in de auto ontpopt tot  ware kunstenaar. Ze had zichzelf ondergekliederd met kleurrijke stiften en plakte pleisters op haar ‘wonden’. 

Lees verder onder de advertentie

We kwamen laat thuis, en de volgende ochtend haasten we ons, ongedoucht en wel, naar het consultatiebureau. Voor het wegen en meten dartelde Philippa vrolijk rond in haar onderbroek, terwijl ik opmerkte dat de medewerkers al nieuwsgierig naar haar benen keken.
Na een doodgewone, geslaagde afspraak kleedde ik Philippa weer aan in de gemeenschappelijke ruimte. Plotseling verscheen daar de jeugdarts, die onze kant op liep en bezorgd naar Philippa keek. ‘Heeft ze vaker ‘auw’?’ vroeg ze. Eerst dacht ik dat het een grap was, maar toen ze haar benen al duwend en trekkend begon te onderzoeken, groeide mijn bezorgdheid. ‘Deze pleisters zijn voor nepwonden en de rest is gewoon roze/rode stift’, legde ik uit. De arts keek me aan en zei: ‘Ah oké, ik dacht dat het bloedstrepen waren.’ Philippa, zich totaal niet bewust van de ophef die ze veroorzaakte, sprong op en neer, klaar voor het volgende avontuur. En ik? Ik besloot dat ik de stiften voortaan maar thuis liet, om mogelijke medische verwarring te voorkomen.”

Dit artikel verscheen eerder in het magazine van Kek Mama.

Meest bekeken