Elsa: ‘Ik schrok me kapot toen ik via de babyfoon zag wat de oppas deed’
De oppas in de gaten houden via de babyfoon, je kunt het eigenlijk niet maken. Toch deed Elsa het, en daar is ze achteraf gezien heel dankbaar voor.
Wen je net een beetje aan een leven na de dood van je ouders, moet je de kerst nog door. Zo ook Anne-Fleur (34), getrouwd met Robert (35) en moeder van Sterre (5) en Mink (3).
“Zeker een maand voor kerst pakte mijn vader altijd groots uit. Dan ruimde hij het dressoir in onze woonkamer leeg en bouwde er zijn kerstdorp op. Met veel geluid en lichtjes. En tot grote ergernis van mijn moeder, die hun interieur tot in de puntjes had uitgedacht en dat in één klap twee maanden lang in chaos zag verzanden.
Voor mijn zus en mij was het ’t hoogtepunt van het jaar. Het kerstdorp had iets magisch. Het weerspiegelde de warmte van ons gezin en onze droom ooit te gaan wintersporten – wat er nooit van kwam omdat onze moeder een hekel had aan sneeuw, óók echte. Elk jaar mochten we er van onze vader in de winkel iets nieuws voor uitzoeken en incasseerde mijn moeder mopperend de zoveelste aanwinst. Zo dijde die magische wereld jaar na jaar een stukje verder uit.
Toen mijn moeder drie jaar geleden overleed, takelde mijn vader in rap tempo af. Hij raakte in de war. Verloor zijn levenslust. Zijn kerstdorp tuigde hij nooit meer op, want kerst had zonder mijn moeder voor hem geen enkele waarde meer. Het laatste halfjaar van zijn leven bracht hij door in een huis voor dementerende ouderen. Daar overleed hij afgelopen voorjaar.
“Mijn vaders kerstdorp mocht niet bij vreemden belanden.”
Bij het leeghalen van het huis van mijn ouders kwamen vier verhuisdozen vol kersthuisjes en andere decorstukken tevoorschijn. Mijn zus, al net zo wars van ‘troep’ als onze moeder was, schoof ze zonder pardon naar de sectie ‘Marktplaats’, tussen overige uitzet die een nieuwe bestemming zocht. Geschrokken tilde ik ze ertussenuit. Mijn vaders kerstdorp, een van mijn dierbaarste jeugdherinneringen, mocht niet bij vreemden belanden. Zelfs al was zijn collectie een klein fortuin waard waarvan ons gezin ook een moderner, stijlvoller dorp kon aanschaffen. Of sterker nog: op een korte vakantie kon.
Lees ook
‘Moet ik mijn kinderen vertellen dat opa doodgaat?’ >
Anderhalve maand voor kerst ruimde ik het dressoir in onze woonkamer leeg en tuigde mijn vaders dorp op met mijn kinderen. Tot afgrijzen van mijn man deze keer, die het winterlandschap met stuifsneeuw die elke dag noodt tot stofzuigen met lede ogen aanzag. Hij respecteerde de sentimentele waarde, gelukkig.
“Zo zijn mijn ouders er toch ook nog een beetje bij dit jaar.”
Dus nam hij de kinderen onlangs op zijn papadag als verrassing mee naar het tuincentrum om de traditie voort te zetten: ze mochten iets nieuws uitzoeken voor het winterdorp. Sterre en Mink kozen een ouder echtpaar op een bankje. ‘Net opa en oma’, straalde Sterre toen ik die avond thuiskwam uit mijn werk en ze me de nieuwe aanwinst showde. Ik kon mijn tranen niet bedwingen. Om het gemis van mijn ouders, maar meer nog vanwege de waardevolle keuze van mijn dochter.
Samen zetten we het echtpaartje langs het ijsbaantje, met zicht op de schaatsende gezinnen. ‘Dat zouden opa en oma de mooiste plek vinden’, zei Sterre. ‘Dat weet ik wel zeker’, antwoordde ik. Dit jaar zitten mijn zus en ik met onze gezinnen voor het eerst zonder ouders aan het kerstdiner. Maar op het bankje in hun eigen kerstdorp zijn ze er voor altijd toch een beetje bij.”
Dit artikel staat in Kek Mama 16-2021.
Meer Kek Mama? Neem een abonnement en profiteer van leuke aanbiedingen.