Eerste kerstdiner op school: ‘Een halfuur later belde zijn juf’
Het is spannend, zo’n eerste kerstdiner op school. En dan kan je kleine in al z’n enthousiasme de festiviteiten íets te ver door trekken.
Carlijn (39) maakt zich al haar hele volwassen leven druk om haar gewicht. Sinds kort merkt ze dat dochter Suze (10) al net zo bang is om ‘dik’ te worden.
Carlijn:
“Het was de derde ochtend op rij, dat ik vanuit mijn bed hoorde hoe Suze de weegschaal onder het wastafelmeubel vandaan trok. De eerste keer schonk ik er geen aandacht aan. Ieder kind wil toch weleens weten of-ie is gegroeid? Maar drie ochtenden achter elkaar vond ik wat opmerkelijk, dus stond ik op om bij haar te gaan kijken. ‘Als ik me ’s ochtends weeg in mijn blootje, nadat ik heb gepoept, ben ik dunner’, sprak Suze stralend. ‘Gisteravond was ik nog een halve kilo zwaarder.’ Het voorval liet me niet los. Het viel me al een tijdje op dat Suze snoepjes structureel afwees. Ze at geen boter op brood, wilde geen suiker meer in haar thee, en van de drie boterhammen die ik meegaf naar school, kreeg ik er altijd eentje terug.
Ik besloot er met haar over te praten, en te vragen waarom ze zo met haar gewicht bezig was. ‘Dat doe jij toch ook?’, reageerde Suze. Maar het ergste kwam nog: ze dacht dat ze borsten kreeg doordat ze te dik was. Een vriendinnetje kreeg al borsten toen ze acht was, had Suze eens verteld. En ik had geantwoord dat dat meisje een beetje zwaar was, en dat als je te zwaar bent, zelfs jongens een beetje borsten kunnen krijgen. Ik kon mezelf wel voor mijn kop slaan. Ik schrok ervan hoe Suze die informatie op zichzelf betrok, met haar magere lijfje dat zich begon te ontwikkelen. Legde uit dat haar borsten alleen maar betekenden dat ze een vrouw begon te worden. ‘Maar als iemand jou op een verjaardag vraagt of je taart wilt, zeg je ook: “Nee, daar krijg ik dikke borsten van”, reageerde mijn dochter. Dat zo’n suf grapje zó serieus bij haar kon aankomen, had ik nooit bedacht.
Lees ook: ‘Moet ik mijn dochter (10) vertellen dat ze te dik is?’ >
Met een schok realiseerde ik me dat mijn eetgedrag natúúrlijk invloed heeft op mijn dochter. Ik ben van nature niet petit, dus moet goed op mijn voeding letten om mijn gewicht binnen de perken te houden. Bovendien lust ik wel een wijntje. Als ik dat drink, moet ik dat dus compenseren met mijn eten. Suze ziet dat, maar kan het nog niet helemaal duiden. Ondertussen had ze in haar hoofd wel een hele lijst van voedingsmiddelen gemaakt, die in haar ogen ‘slecht’ waren. Boter, dus. En suiker. Koolhydraten – al snapte ze niet wat die precies waren; daar hoorde ze mij gewoon vaak over praten.
‘Schat’, zei ik, ‘een vrouwenlijf werkt anders dan een kinderlijf. En ik snoep ook, maar in de vorm van een glaasje wijn.’ Ik legde uit dat kinderen echt niet dik worden van een boterham met een beetje boter onder het beleg, en dat dat zelfs heel gezond is. Maar ik besefte tegelijkertijd dat ik met mijn fixatie op mijn eigen gewicht, iets had gevoed wat er al was: de groepsdruk van vriendinnetjes. Veel meisjes in haar klas lijnden al, vertelde Suze. Eén meisje vond het zelfs heel stoer om een hele dag niet te eten, want zo bleef ze ‘lekker dun’. Ik wist niet wat ik hoorde, maar begreep wel dat ik met mijn gedrag het beeld dat slank zijn de norm is, alleen maar versterkte.
Sindsdien besteed ik thuis nog meer aandacht aan voeding dan eerst, maar op een heel andere manier. Ik leg mijn kinderen – ik heb ook een zoon van acht die het liefst de hele dag snoept – uit wat gezonde voeding is en waarom, maar óók dat te weinig eten juist ongezonder is dan af en toe een snoepje, en bewegen heel belangrijk. Ik heb mijn dochter niet meer horen slepen met de weegschaal, en sinds kort draagt ze een beha. Zelf ben ik een stuk minder pietluttig geworden met mijn eten. Liever zelf een extra rolletje, dan een dochter met een verkeerd lichaamsbeeld.” Meer Kek Mama? Schrijf je hier in voor de nieuwsbrief >