Elsa: ‘Ik schrok me kapot toen ik via de babyfoon zag wat de oppas deed’
De oppas in de gaten houden via de babyfoon, je kunt het eigenlijk niet maken. Toch deed Elsa het, en daar is ze achteraf gezien heel dankbaar voor.
Selma woonde met haar gezin in Tanzania, waar ze een luxeleven leidden. Tot corona kwam. Nu wonen ze in een huurwoning in Friesland.
Selma Kamm (35) getrouwd met Ngomi (42) en moeder van Josephine (10), Christian (7) en Daniel (4).
“Twaalf jaar geleden vertrok ik voor drie maanden stage naar Tanzania. Ik deed de hbo-opleiding verpleegkunde en werkte daar in een ziekenhuis. Maar ik ontmoette Ngomi, werd verliefd en keerde een jaar later terug naar Tanzania. Ngomi en ik trouwden en we kregen drie kinderen. De zorg bleek toch niet mijn passie en samen startten we een bedrijf in safarireizen, waarin we vooral de Nederlandse markt bedienden.
Het leven was goed in Moshi, aan de voet van de Kilimanjaro. Moshi ligt in Noord-Tanzania met de wildparken en Serengetivlakte om de hoek. We woonden in een prachtig huis op een compound, waar ook mijn schoonouders een huis hebben. Onze nanny woonde bij ons in. De kinderen speelden altijd buiten en zaten op een internationale school. Minstens eens per jaar vlogen we naar Nederland. Heimwee had ik niet. Natuurlijk miste ik wel kleine Hollandse dingen, maar nooit extreem. En juist nu mis ik mijn huis in Tanzania, het klimaat, mijn werk en de natuur. Als gezin gingen we regelmatig een weekendje op safari. Wildlife spotten is echt verslavend.
Tot maart ging het ons financieel voor de wind. In het begin gidste Ngomi zelf. Maar mede door goede mond-tot-mondreclame werden we groter en groeiden we uit tot een miljoenenbedrijf met twintig man personeel, eigen safarijeeps en lodges. Na jarenlang met z’n vijven in een klein guesthouse te hebben gebivakkeerd, kregen we in december 2019 de sleutel van ons eigen huis, dat we op het land van Ngomi’s familie op die compound hadden laten bouwen. Een farmhouse, naar Zuid-Afrikaans model. Met grote, stalen kozijnen, een grote tuin en voor elk kind een eigen kamer. Van ons spaargeld en met behulp van familie konden we het bedrag van rond de 100.000 euro cash op tafel leggen. Achteraf ons geluk, want daardoor is het nu nog steeds in ons bezit en hebben we geen zware hypotheeklasten.
Bij de eerste geluiden over corona en de lockdown waren we nog optimistisch. Maart, april en mei zijn altijd mindere maanden vanwege het regenseizoen. We hoopten dat het luchtruim in de zomer zou heropenen en dat wij dan weer konden knallen. Maar alle gemaakte boekingen werden geannuleerd en ondertussen kwam er geen euro binnen. We hadden een kleine zakelijke buffer, maar met onze maandelijkse vaste lasten à 4000 euro vloog die er snel doorheen. En dan keerden Ngomi en ik onszelf al geen salaris meer uit. Vanuit de overheid was er geen steunfonds voor ons en we zagen ook geen vooruitzichten op betere tijden. Niemand die nog een safarireis wilde boeken.
De situatie werd zo nijpend dat we een deel van de gidsen tijdelijk hebben moeten laten gaan. Zelf teerden we in op ons spaargeld. Ook het jaarlijkse schoolgeld van de kinderen – enkele duizenden euro’s per kind per schooljaar – konden we zonder inkomsten niet betalen. Voor het nieuwe schooljaar leek het ons het beste om terug te keren naar Nederland. Onze kinderen spreken Nederlands: niet vloeiend, wel genoeg om mee te komen op school. Hier hoefden we ook geen werkvergunning aan te vragen. Ngomi heeft een Europees paspoort, hij is half Duits. Hier hebben we mijn familie wonen, een goede gezondheidszorg en is er een sociaal vangnet.
In Friesland vond ik via de Leegstandwet een huurhuis waar we een halfjaar met ons gezin van vijf konden wonen, met goede scholen in de omgeving. Op zich ver van mijn familie in de Randstad, maar met een huur van 850 euro per maand wel betaalbaar. Van ons laatste restje spaargeld konden we de eerste huur betalen en een beetje investeren in een nieuw project. Ik ben creatief en houd niet van stilzitten. Ik ben een webshop begonnen in baby- en kinderitems met een safarithema. We zijn nu net open en ik heb al een paar goede bestellingen gehad waarmee ik weer kan investeren in nieuwe items. Ik hoop dat we onszelf hiermee financieel kunnen onderhouden. Ondertussen zoekt Ngomi naar werk en als het echt moet, ga ik ook ergens in loondienst.
Lees ook
‘Door corona ben ik nu kostwinner in plaats van huismoeder’ >
Het positieve is dat de kinderen verbazingwekkend goed aarden. Josephine, onze oudste, heeft het meeste besef gehad van de verhuizing. We zijn open en eerlijk geweest naar haar over waarom we naar Nederland zijn gegaan. De twee jongsten leven in het moment, die maken sowieso snel vriendjes. Het enige wat ze alle drie echt missen is het buitenleven. Thuis in Tanzania zijn ze geen seconde binnen. Ze zijn niet van het gamen, hebben niet eens een iPad. Ik houd ook niet van drie kinderen op een rijtje met allemaal een scherm in de handen en oordoppen in. Maar ik merk dat ik ze hier sneller voor de tv zet. Als ze hangerig zijn, mogen ze een film kijken.
Op dit moment staat er nog 2870 euro op onze rekening. Meer bezitten we niet. Dat betekent puzzelen met euro’s en met een rekenmachine boodschappen doen. Ik maak er een sport van om dat zo goedkoop mogelijk te doen. Ik wil ook niet klagen, er zijn genoeg mensen die altijd zo moeten leven. Maar het is een wake-upcall voor onszelf. Een heel verschil met vroeger toen ik alles in de kar gooide wat ik lekker vond en makkelijk even ergens koffie haalde of ging lunchen. Nu maak ik een weekmenu en kopen we niets extra.
In Tanzania hebben we nog steeds vijf mensen in dienst, omdat ons bedrijf hopelijk snel verder kan en dan hebben we ze hard nodig. Ook al is dat een gereduceerd salaris, het is wel een maandelijkse kostenpost van bijna duizend euro. Dankzij een crowdfundactie onder onze klanten hebben we geld opgehaald om het personeel te kunnen betalen. Klanten die goede herinneringen hadden aan een bepaalde gids maakten 50 of 100 euro over. Zo lief. Ik vond het echt lastig om om geld te vragen, maar ben ontzettend blij voor hen dat het gelukt is.
Ons safaribedrijf staat verder volledig in de slaapstand. Zodra de reisbranche weer aantrekt, verhuizen we terug en pakken we het meteen weer op. Ik heb er nog steeds vertrouwen in dat het ooit beter wordt. Al vind ik het vreselijk om het nieuws te volgen, omdat ik er moedeloos van word en de lichtpuntjes mis. Ook 2021 is al weg, want dan worden de vouchers waarschijnlijk gebruikt.
Ngomi en ik maken ons gelukkig niet zo snel zorgen, we zien kansen en pakken die met beide handen aan. We zijn positief ingestelde mensen en we weten: als we dit overleven, kunnen we alles aan.”
Dit artikel staat in Kek Mama 03-2021.
Meer Kek Mama? Schrijf je hier in voor de Kek Mama nieuwsbrief >