Ronald over de draagmoederconstructie: ‘Soms voelt het oneerlijk dat ze genetisch alleen míjn kind is’

akkoord-rechten-draagmoeders-meerouderschap
Jorinde Benner
Jorinde Benner
Leestijd: 4 minuten

Voor Jacqueline was de keuze logisch: vriendin Wies had geen baarmoeder en eierstokken meer, en zij zelf vindt zwanger zijn heerlijk. En dus droeg en baarde ze vijf jaar geleden een kind voor Wies en Ronald. Alle drie vertellen ze hun verhaal.

Lees verder onder de advertentie

Vandaag het verhaal van Ronald.

Schuldgevoel

Ronald (47): “Soms kijk ik naar Sophie en word ik overvallen door schuldgevoel. Dit is mijn dochter, mijn bloed, maar Wies is niet haar biologische moeder. Niemand van onze gezinnen ziet dat zo, en geen voorbijganger die eraan twijfelt of de twee-eenheid die zo vrolijk en liefdevol over de stoep huppelt wel echt moeder en dochter zijn. Maar dat het Wies niet is gegeven een genetisch eigen kind ter wereld te brengen, doet me soms pijn. Het voelt oneerlijk dat ik dat wél gekregen heb. Het zijn zeldzame momenten, het overgrote deel van de tijd zijn Wies en ik er helemaal niet mee bezig dat Sophie uit een andere moeder komt.

Lees verder onder de advertentie

Ook voor Sophie zelf is het de normaalste zaak van de wereld en zijn we een gezin als elk ander. Wel bereiden we ons erop voor dat ze later misschien toch worstelt met haar afkomst, zelfs al is Jacqueline gewoon in beeld. Ik houd mezelf voor dat talloze kinderen van kleins af aan opgroeien in moderne gezinnen met stiefouders, of juist maar één ouder, of twee moeders of vaders. Sophie heeft alleen maar meer mensen om zich heen die van haar houden en die ze tot haar familie mag rekenen. 

Draagmoeder aangeboden

Ik wist altijd al dat kinderen krijgen voor ons weleens een uitdaging kon worden. Vanaf de dag dat ik haar kende, kampte Wies met baarmoederproblemen. Toen natuurlijk zwanger worden onmogelijk werd, schoot ik direct in de oplossingsmodus. Ik was allang blij dat mijn vrouw nog leefde, dat woog zwaarder dan mijn kinderwens. Ik vertelde Wies dat ik me aanpaste aan wat goed zou voelen voor haar. Dus toen zij vertelde dat Jacqueline zich had aangeboden als draagmoeder en ik en het geluk in haar ogen zag, was ik er vrijwel meteen van overtuigd dat deze beslissing de juiste was.

Lees verder onder de advertentie

‘De meeste mensen begrijpen niet hoe pijnlijk een zwangerschapstraject is als dat niet vanzelf gaat’

Natuurlijk bespraken we uitgebreid wat het zou inhouden. Wat het met Wies zou doen als een andere vrouw een zwangerschap zou dragen die ik had verwekt. Het bleek nooit een issue. En al helemaal niet voor mij: hoe kon ik een eenvoudige daad als een potje zaad afleveren als zwaar ervaren, na alles wat Wies met haar lichaam had doorstaan? Dat Sophie uiterlijk op haar draagmoeder lijkt, en haar halfzusje en -broertjes nichtje en neefjes noemt, raakt me niet. Ik ben alleen maar dankbaar dat we de constructie hebben gevonden zoals we die hebben. Meer liefde bestaat niet.

Lees verder onder de advertentie

Impertinente vragen

Uit de omgeving komen weleens impertinente vragen. Kroegvrienden die een mep op mijn schouder geven en knipogen of ik ‘er dan ook even op mocht’ toen Jacqueline zwanger probeerde te worden. De eerste jaren vond ik dat kwetsend, nu doe ik het af als kleedkamerpraat. De meeste mensen begrijpen niet hoe pijnlijk een zwangerschapstraject is als dat niet vanzelf gaat.

Lees verder onder de advertentie

Overgeven van spanning

De eerste van in totaal drie keer in één cyclus dat we met een potje naar Jacq en Menno raceten – Wies achter het stuur terwijl ik de boel op lichaamstemperatuur hield onder mijn oksel – gaf ik bijna over van de spanning. Alsof we iets geheims aan het doen waren waarvan alleen wij vier wisten. Ik moest me ook wel even over ‘de daad’ heen zetten. Dat Menno de ruimhartigheid kon opbrengen om ernaast te zitten terwijl Jacqueline probeerde zwanger te worden van mij en voor ons, maakt hem voor mij een vriend voor het leven.

Lees verder onder de advertentie

Verschillende meningen over opvoeding

We zijn het nog nooit met elkaar oneens geweest over dingen. Soms zouden Jacqueline en Menno iets in de opvoeding anders doen, maar dat laten ze los. Dat Sophie nooit naar het kinderdagverblijf ging en weinig socialiseerde met andere kinderen, bijvoorbeeld – we wilden haar simpelweg niet loslaten – terwijl hun kinderen opgroeien met z’n drieën én altijd naar de opvang gingen. Andersom schromen Wies en ik niet om advies te vragen; Jacq en Menno hebben immers al drie grotere kinderen, al hebben we nooit het gevoel dat we verantwoording moeten afleggen. Toen Sophie een fase had waarin ze álles eng vond, oordeelden ze geen moment, maar adviseerden ons wel meer het gesprek aan te gaan, in plaats van angstige situaties dan maar meteen te vermijden. Daardoor is Sophie meer gegroeid dan anders het geval was geweest, denk ik. Ik reken me maar wat rijk met vrienden die ons onze dochter én die wijsheid hebben geschonken.”

Benieuwd naar de ervaring van Wies? Morgen volgt haar verhaal.

Dit verhaal stond eerder in Kek Mama 3 2024.

Meest bekeken