Sanne had alles: een liefdevolle partner, twee prachtige kinderen en een huis waar je een beetje jaloers van wordt. Maar achter de schermen beheerste een allesoverheersende angst haar leven: emetofobie, oftewel de angst voor overgeven.
Lees verder onder de advertentie
Sanne (38): “Het begon tijdens de eerste weken van mijn tweede zwangerschap. Ik was zó ongelofelijk misselijk, maar ik hoefde steeds maar niet te spugen. Ik hing meerdere keren per dag boven de wc, maar het kwam niet. Tot ik iets at wat verkeerd viel en ik een hele nacht alleen maar kon overgeven. De angst was geboren.
Lees verder onder de advertentie
Gekmakende angst
Na het eerste trimester werd de misselijkheid langzaam minder, maar de angst werd alleen maar groter. Ik hield voor mijn zwangerschappen altijd van een wijntje, maar toen het na mijn laatste zwangerschap een wijntje een keer slecht viel en ik een enorme kater kreeg, durfde ik geen druppel alcohol meer aan te raken. Wat als ik zou moeten overgeven door een kater? Ik ging niet meer uit eten – voedselvergiftiging! – en kookte nog maar enkele maaltijden die ik veilig genoeg vond. Ik dacht na over waar ik zat in een meeting op kantoor, in de schouwburg of bioscoop, zodat ik snel weg zou kunnen als ik het idee had dat ik zou moeten overgeven. Ik waste mijn handen overdreven vaak, ik poetste het huis van top tot teen, want viezigheid betekent bacteriën en bacteriën betekent ziekte en ziekte betekent overgeven.
Het ging alsmaar verder, langzaam, dus ik merkte het zelf niet zo heel goed dat de angst heel geniepig groter en groter werd. Tot het op het punt kwam dat het echt m’n leven overheerste. Het klinkt gestoord, maar ik durfde op een gegeven moment mijn kinderen niet eens meer een kus of knuffel te geven, zo bang was ik dat ze buikgriep zouden hebben en mij zouden aansteken en dat ik dan zou moeten overgeven. Ook als er totaal geen reden was om te denken dat ze ziek waren. Ik hield afstand van hen, fysiek, maar daardoor ook emotioneel.
De druppel
Dit ging jaren zo door. Ik kon het goed verbergen voor mijn omgeving, alleen mijn man kwam er weleens mee dat het niet normaal was, dat er wat met mij aan de hand was, maar dat wuifde ik weg. Tot alles veranderde op een ogenschijnlijk doodgewone woensdagmiddag. Mijn jongste dochter kwam naar mij toe rennen en wilde in mijn armen vliegen. Ik zette een stap terug, of eerder, ik deinsde achteruit, en aaide onhandig over haar hoofd, ter begroeting. Ik zou thuis mijn handen weer wassen.
Lees verder onder de advertentie
Om mij heen zag ik haar klasgenootjes door hun moeders uitgebreid geknuffeld worden. Mijn dochter zag het ook. Plots begon ze onbedaarlijk te huilen en vroeg of ik niet van haar hield, omdat ik haar nooit wilde knuffelen. Mijn hart brak in duizend stukken. Ineens daalde het besef in wat ik mijn kinderen aan deed. Wat ik hun ontzegde. En mezelf. Dit moest echt stoppen. Mijn angst verpestte niet alleen mijn leven, maar ook dat van mijn kinderen.
Hulp inschakelen
Ik maakte diezelfde middag nog een afspraak bij de huisarts en vroeg om hulp. Het roer moest om. Ik startte met therapie, EMDR en cognitieve gedragstherapie, twee methodes om angsten te doorbreken. Tijdens die sessies kwam ik erachter dat mijn angst eigenlijk helemaal niet over overgeven ging. Het ging over controle. Of beter gezegd: het verlies daarvan.
Lees verder onder de advertentie
Ik ontdekte dat de angst veel dieper zat en al veel langer sluimerde dan ik had kunnen verwachten. Ik was altijd bezig met dingen perfect doen, alles in de hand houden. Controle uitoefenen. Die angst voor overgeven was daar gewoon een uitvergroting van. Het voelde alsof ik mezelf opnieuw moest leren kennen.
De therapie werkte en langzaam werd de angst minder. De eerste keer tijdens dat traject dat ik echt op de proef werd gesteld, was toen mijn zoon buikpijn had. Voorheen zou ik compleet in paniek raken, mijn man opbellen dat hij naar huis moest komen van zijn werk en mezelf opsluiten in onze slaapkamer. Maar deze keer bleef ik rustig. Ik gaf hem water en troostte hem. Ik voelde me eindelijk weer een goede moeder. Er viel een last van mijn schouders.
Lees verder onder de advertentie
Langzaam maar zeker leerde ik de controle loslaten. Zoals ik leerde in therapie, was het sowieso geveinsde controle. Ik eet en kook weer normaal, ook als ik hoorde dat er een kindje ziek was op school. Ik knuffel mijn kinderen weer. Zorg voor ze als ze ziek zijn. Het is niet dat ik er helemaal niks meer bij voel, er zit nog steeds een soort spanning van ‘wat als ik ook ziek word?’ Maar het is niet meer allesoverheersend. En dat voelt als een bevrijding.
Ik ben weer écht moeder
Het klinkt cliché, maar ik ben nu vrij. Ik kan weer lachen, knuffelen en genieten zonder dat een stemmetje in mijn hoofd me gek maakt. En mijn kinderen merken het verschil ook. Ik heb wel het gevoel dat ik wat in moet halen voor de verloren jaren, maar daar doe ik alles aan.
Emetofobie komt best veel voor, merk ik als ik er eerlijk over ben. Voor andere moeders die ermee worstelen zou ik willen zeggen: zoek hulp. Het kan echt beter worden en dat hoef je niet alleen te doen. Het is zwaar, maar het is het waard. Als ik het kan, kan jij het ook!”
Een kinderwens hebben is een verlangen dat diep van binnen kan branden. Maar wat als jouw wens zó groot is, dat je een grens overschrijdt? Anna (28) deelt haar verhaal over een beslissing die haar leven voorgoed veranderde – en waar ze nog steeds mee worstelt.
Onverwacht een brief krijgen van Jeugdzorg, dat ze een melding hebben gekregen van mishandeling en bij je langs willen komen. De schrik van elke ouder. Het overkwam Chantal.
Rekeningen na een avondje uit: de ene wil om en om betalen, de ander liever splitten. Hoe dan ook, het kan toch lastige situaties opleveren. Zo ook voor Felicia en haar vriend, die opdraaiden voor de rekening van hun vrienden.
Een onbegrijpelijk fenomeen. Zo noemt presentator en ondernemer Kaj Gorgels het vaderschap. In Switched-On de podcast vertelt hij meer over hoe hij de eerste maanden met zijn zoon beleefde en wat zijn allergrootste missie is als kersverse vader.