Elsa: ‘Ik schrok me kapot toen ik via de babyfoon zag wat de oppas deed’
De oppas in de gaten houden via de babyfoon, je kunt het eigenlijk niet maken. Toch deed Elsa het, en daar is ze achteraf gezien heel dankbaar voor.
Niemand mag weten dat single moeder Daphne (43) in de schuldhulpverlening zit. “Ik sta op het schoolplein in een mooie jurk, mijn dochter heeft een iPhone, maar ’s avond eten we spaghetti met ketchup.”
“Wat heb jij het toch goed voor elkaar, zei een moeder gisteren op het schoolplein. Mijn achtjarige Sophie joeg op haar iPhone naar Pokémon met haar vriendinnen, terwijl ik mijn nieuwe zonnebril opzette. De telefoon, de bril; ver boven mijn budget, natuurlijk – bij elkaar meer waard dan ik me in een jaar kan permitteren aan avondeten. Maar geen haar op mijn hoofd die eraan denkt de buitenwereld te vertellen hoe mijn leven er werkelijk uitziet.
Dat we slapen op matrassen op de grond, omdat ik geen geld heb voor fatsoenlijke bedden. Dat mijn shampoo is aangelengd met water. Dat ik op avondjes uit met vriendinnen altijd zogenaamd mijn portemonnee vergeet en buikspieroefeningen doe voor de tv omdat de sportschool te veel geld kost. ‘Een mooie baan, geen man in je leven’, vervolgde de moeder, ‘de hele klas is dol op je, iedereen is jaloers op hoe je het klaarspeelt.” Vriendinnetjes van mijn dochter vinden het inderdaad een feest bij ons. Waar anders liggen de bedden op de grond en eten ze pannenkoeken of spaghetti met ketchup. En toch ben ik de laatste op wie je jaloers wilt zijn. Elke avond ben ik weer blij als ik nog een ei en een deciliter melk zonder klonten vind in de koelkast, of een restje dat ik in betere tijden heb ingevroren.
Bijna twee jaar zit ik nu in de schuldhulpverlening: nog één jaar te gaan. Mijn hulpverlener heeft mijn schuldeisers benaderd en regelingen getroffen die hij verder voor zijn rekening neemt. Op mijn beurt betaal ik de hulpverlener bijna mijn hele salaris, dat ik verdien met mijn baan in de gezinshulpverlening. Ik leef op bijstandsniveau. Het traject duurt 36 maanden. Wat daarna nog resteert aan schulden, wordt kwijtgescholden – als ik mazzel heb. Maar als het goed is, is alles tegen die tijd wel afbetaald. Vakanties, pretparken, een frietje eten na een boswandeling; het zit er allemaal niet in.
Gelukkig ben ik een expert geworden in het aanschrijven van fondsen waardoor mijn dochter vorige maand gewoon haar C-diploma kon halen en een goede fiets heeft om op naar school te gaan. Niemand die aan ons afziet dat we niks te makken hebben. Ik heb geen hartverscheurend levensverhaal, ik ben gewoon stom geweest. Toen ik zwanger raakte van een goede kennis, spraken we af dat hij financieel geen enkele zorg zou hoeven dragen. Ik had een leidinggevende functie in de zorg en een fijn appartement.
Bewust alleenstaande moeder wilde ik worden: een ijzersterke bam-mam. En het leven liep voorspoedig. Kosten voor opvoeding en kinderopvang, voor babykleertjes en een gezellige kinderkamer kon ik prima dragen in mijn eentje. Ik reed mijn dochter rond in de duurste kinderwagen en kleedde haar én mezelf volgens de laatste mode. Het zou haar nooit aan iets ontbreken; als dochter van een bijstandsmoeder weet ik te goed hoe het voelt als je nooit mee kunt doen met leeftijdsgenootjes.
Jaren leefden we met zijn tweetjes als God in Frankrijk. En toen sloeg de recessie toe. De hulpinstantie waarvoor ik werkte, sloot bijna vijf jaar geleden de helft van zijn filialen en ik kwam op straat te staan. Aanvankelijk genoot ik wel van die hernieuwde vrijheid. Ik zei de kinderopvang op en leefde op de oude voet verder. De laatste maanden voor Sophie naar de basisschool zou gaan, kon ik fulltime voor haar zorgen. Heerlijk.
Terrasje hier, restaurantje daar, een leuke jurk, een nieuwe bank; we hebben eindeloos geshopt. En toen zag ik opeens deurwaarders verschijnen. Ik had aardig ingeteerd op mijn financiële reserves, mijn oprotpremie had ik opgesoupeerd. De huur van mijn appartement werd een molensteen, en mijn vrolijke geshop met Afterpay zorgde voor een groeiende berg aanmaningen. Ik maakte ze vaak niet eens open, en schoof ze met mijn kop in het zand bij de rest van de Tweede Herinneringen, Laatste Waarschuwingen en In Naam der Koning. Ik, op rantsoen? Ik piekerde er niet over.
Ik solliciteerde me rot, maar was niet de enige. Om mezelf te troosten bestelde ik na de zoveelste afwijzing maar weer een paar schoenen bij het zoveelste postorderbedrijf – die blijven onverstoorbaar leveren zodra je af en toe maar wat betaalt. Ik zakte steeds verder in de ellende. Mijn moeder had geen flauw idee van mijn situatie, mijn vriendinnen wilde ik niet belasten met mijn zorgen. Straks voelden ze zich verplicht om me te steunen, en dat wilde ik koste wat kost voorkomen.
De mannen van de incassobureaus werden my new best friends. Met een grote lach en vlotte babbel maakte ik er een hele show van als ze aan de deur stonden. Ik bood ze stralend een kopje koffie aan en zag ze denken: tjonge, zo’n leuke vrouw – die moest heel wat voor haar kiezen hebben gehad. Heel gezellig, maar ondertussen begon ik elke dag met hartkloppingen. Mijn leven draaide alleen nog maar om het ontkennen van mijn schulden.
In een helder moment, toen mijn dochter net was begonnen in groep 3, besloot ik dat het niet langer kon. Ik had een huurachterstand, werd gek van de nachtmerries waarin ik in de gevangenis belandde – Sophie moederziel alleen achterlatend in de armen van de hulpinstantie waarvoor ik zelf had gewerkt.
Ik huurde een goedkope flat met een slaapbank in de woonkamer voor mij en een pijpenla als slaapkamer voor Sophie. Aan de andere kant van de stad, dat wel. Ik wilde geen gezichtsverlies lijden en verhuisde mijn dochter naar een school in onze nieuwe wijk. Eén keer raden wie in mum van tijd de show stal op het schoolplein vol moeders die in vergelijkbare flatjes woonden. Ik werd bewonderend nagekeken als ik op mijn mooie hakken naar huis liep.
Ik vond een parttime baan in mijn vakgebied; weliswaar niet leidinggevend, maar wel vast. Daarmee kwam ik in aanmerking voor schuldhulpverlening. Terwijl ik avond na avond bergen paperassen invulde en met de billen bloot ging voor allerlei instanties, rolde mijn dochter de volgende ochtend doodleuk op haar Oxboard de school binnen, in alwéér een nieuwe jurk – van Marktplaats, maar niemand die dat wist. Dat onze karig ingerichte flat snakte naar een lik verf, wuifde ik weg. Gewoon een nasleep van de verhuizing, riep ik. Single moeder, enzo: ‘Druk, druk, druk; ik kom er gewoonweg niet aan toe een bed te kopen, mensen.’
Tot op de dag van vandaag houd ik de mythe hardnekkig in stand door te blijven investeren in merkkleding en speelgoed. Ik maak mezelf wijs dat Sophie niks tekort komt terwijl we zonder al die dure spullen – tweedehands gekocht of niet – misschien wél voldoende geld zouden hebben voor een bioscoopbezoekje.
Gesprekken op het schoolplein over wintersportvakanties, pareer ik schaamteloos met de opmerking dat ik nog niet dood gevonden wil worden in een donsjack. Doe mij maar Ibiza, roep ik. Ondertussen kamperen mijn dochter en ik elk jaar een weekje op een Brabantse boerencamping. Glamping, noem ik het – zo klinkt het als een stylish verantwoord festijn. Het klinkt allemaal reuze materialistisch, maar ik wil zo graag laten zien dat het goed met me gaat. Dat ik niet onderdoe voor anderen.
Het is een hele uitdaging om de mythe in stand te houden. De postorderbedrijven hebben me op de zwarte lijst geplaatst, maar je moest eens weten hoe ver je komt via ruilsites en ik ben reuze handig met een schroevendraaier. De kapotte wave step van mijn neefjes blinkt als nieuw sinds ik er een potje metaallak en twee nieuwe handvatten tegenaan heb gegooid. Ik drink geen glas wijn minder – al betekent het dat we die avond geen vlees eten.
We zijn gelukkig, mijn dochter en ik. Vrijdagavond is spelletjesavond met thee en popcorn, ’s zomers zwemmen we in de natuurplas bij ons huis. Op kinderfeestjes koken we een vijf-gangen maal, waarvoor iedereen zijn eigen ingrediënten moet meenemen; kost mij alleen de bakboter. Cadeautjes voor vriendinnen maken we zelf door vriendschapsarmbandjes te knopen met de wol van mijn overleden oma. Dat ik zelf ben opgegroeid bij een moeder in de bijstand, heeft me vindingrijker gemaakt dan de gemiddelde padvinder.
Dankzij de schuldhulpverlening hoef ik niet bang meer te zijn voor deurwaarders, maar ik wacht met angst en beven de rekening af voor het schoolgeld. Een vrijwillige bijdrage, noemen ze dat, maar als ik hem niet betaal mag mijn dochter niet mee op schoolreisje. Ik beloof mezelf dat zodra deze periode achter de rug is, ik zorgvuldig na zal denken over de uitgaven die ik doe, om niet wéér in deze situatie te belanden. Nu geef ik immers óók meer uit dan ik me kan veroorloven – of eigenlijk vooral aan de verkeerde dingen. Gelukkig krijg ik daar binnenkort een coach voor toegewezen. Het is niet dat ik niet snap dat ik niet meer kan uitgeven dan er binnenkomt, maar ik moet de knop omzetten en echt gaan geloven dat ik me niet beter hoef voor te doen. Eindelijk beseffen: ik ben van mezelf al leuk genoeg.”
Dit artikel heeft eerder in Kek Mama gestaan.
In ons Kek Mama magazine lees je de mooiste verhalen, herkenbare columns en de leukste fashion en lifestyle tips. Abonneer je nu voor slechts € 29,95 per jaar en ontvang de glossy als eerste op je deurmat.