Zo geen zin in knutselen met m’n kinderen: ‘Ik heb er gewoon een hekel aan’

geen zin knutselen met kinderen Beeld: iStock en Unsplash
Marieke van Wijk
Marieke van Wijk
Leestijd: 10 minuten

Marieke van Wijk kan heel veel dingen bedenken die ze leuk vindt aan moeder zijn, maar fröbelen, priegelen of hersenloze spelletjes horen daar niet bij.

Lees verder onder de advertentie

Het is zondagmiddag en er appt een buurvrouw: ja hoi, vindt Madelief het leuk om bij ons glitterzeep te komen maken? Ik moet het bericht twee keer lezen om te geloven dat het er echt staat en kan mijn geluk vervolgens niet op. Ja, dat vindt Madelief (5) leuk. Wat zeg ik: dat vindt Madelief fantastisch. Want Madelief houdt van maken, van glitters en van zeep. Ik app terug dat ze er onmiddellijk aankomt, hijs Madelief in haar jas en zwaai haar uit terwijl ik negeer dat ergens in mij een klein tikje schuldgevoel de kop opsteekt. Want wat Madelief is vergeten, is dat zij zelf ook zo’n glitterzeep-do-it-yourself-kit heeft. Vakkundig door mij uit de stapel verjaardagscadeaus gevist en opgeborgen op zolder (met als goedpratertje tegen mezelf: die bewaar ik voor een regenachtige dag en dan verras ik haar ermee – maar dat is inmiddels al ruim een jaar en heel wat regenachtige dagen geleden).

Lees verder onder de advertentie

Tot in detail

Het ding is: ik heb er gewoon een hekel aan. En dat geldt niet alleen voor het maken van glitterzeep – of het gros van alle andere glitterprojecten – maar voor heel veel speeldingen die mijn kinderen dus wel het liefst met mij doen. Neem mijn zoon Maarten (7). Dol op voetbal. En ik ook, dus ik wil best een potje voetbal met hem spelen, maar ik wil niet vijfhonderd penalty’s nemen en eindeloos nauwkeurig nadoen hoe zijn grote held Antony juicht als die scoort. Ik wil gewoon een potje voetballen, bij voorkeur twee keer vijf minuten, en dan klaar. Maar helaas, die penalty’s en dat juichen, da’s nou precies wat Maarten wel van mij verlangt, zo’n drie uur achter elkaar. Om mij daarna tot in detail uit te leggen hoe een of ander saai spel op zijn iPad precies werkt. “Kijk mam, als je hier drukt, dan springt dat poppetje en kan je zo over deze stenen, hier, doe jij maar even, want dat is leuk, ja, en nu naar het volgende level, want we zijn pas bij vier en er zijn er 61.” Het laat zich vast niet moeilijk raden dat ik afhaak bij level vier. Of liever nog bij level één.

Lees verder onder de advertentie

Fröbelend, priegelend en spelend

Ander voorbeeld: ik wil best een stukje fietsen, maar ik wil niet tweehonderd keer stilstaan omdat het tempo van mijn kinderen serieus een min voor de snelheid heeft (“Hoe hard reed je?” “O gewoon, min vijf kilometer per uur”). Ik wil heus een tekening met ze maken, maar ik heb geen zin om met elk van onze 3418 viltstiften een mini-lijntje te zetten in het patroon dat mijn nogal vastberaden dochter vooraf heeft bepaald.

“Ik ben nu eenmaal niet die oermoeder die haar dagen fröbelend, priegelend en spelend doorbrengt”
Lees verder onder de advertentie

Ik wil best even knutselen, maar ik word niet erg warm van het idee om zes uur lang paasmandjes te vouwen en die allemaal te voorzien van gevlochten touwtjes en uitgeknipte eieren in papier-met-patroontjes (een knutselproject waar Madelief mee aankwam en waardoor ik bijna de zaterdagmiddag in het water zag vallen, maar dat ik gelukkig bijtijds heb ontweken). En ja, ik snap dat het niet draait om wat ík allemaal wel en niet wil, maar ik ben nu eenmaal niet die oermoeder die haar dagen fröbelend, priegelend en spelend doorbrengt. geen zin knutselen met kind

Lees verder onder de advertentie

Spelletjes

Wat niet wil zeggen dat ik een of andere lusteloze heks ben. Neem spelletjes. Ben ik dol op. Ik geniet oprecht van een potje kwartetten met mijn kinderen, of Beverbende, Twister, Catan Junior of Thirty Seconds. Ik hou ervan hoe fanatiek ze zijn en hoe goed ze hun best doen en hun uiterst geconcentreerde gezichtjes als ze proberen om hun totaal doorzichtige strategie geheim te houden of bijvoorbeeld acht kwartetkaarten in één hand proberen te houden. Onlangs speelden we met z’n vieren Monopoly (de volwassenenversie) en konden mijn man Simon en ik niet winnen van onze eigen zoon. Heerlijk, ik ben er de hele dag vrolijk van geweest. Maar ik hou niet van álle spelletjes. Vooral het grote arsenaal aan hersenloze exemplaren werkt me op de zenuwen. We hebben een spel waarbij je kaartjes met clownsgezichtjes moet omdraaien en als er twee dezelfde liggen, moet je op een bel rammen en krijg je de kaartjes. Degene met de meeste kaartjes wint. Op zich simpel, maar volgens de spelregels moet je telkens twee kaartjes neerleggen en als die niet hetzelfde zijn, haal je ze weg en leg je twee nieuwe neer. Op deze manier duurt het dus lang – onnodig lang, als je het mij vraagt – voor het spel een keer afgelopen is en ik vind het al zo stomvervelend. Daarom heb ik onlangs de regels veranderd en nu draait elke speler net zo lang kaarten om tot er twee dezelfde liggen en dan krijgt diegene álle kaarten die er liggen. Gevolg: een potje duurt vijf minuten of minder. Toen ik de verandering van regels invoerde keek Madelief me wel wat vertwijfeld aan: “Volgens mij hoort het zo niet, mam.” “Jawel,” zei ik, “staat in de spelregels.” Ze accepteerde het, maar dat ze inmiddels in rap tempo leert lezen, wordt natuurlijk binnenkort mijn ondergang.

Lees verder onder de advertentie

Op onverklaarbare wijze verdwenen

Tegen die tijd is het spel misschien wel kwijt, want dat is zoiets raars hier in huis: speelgoed dat ik vervelend vind heeft de neiging op onverklaarbare wijze te verdwijnen. Met regelmaat help ik zoeken naar iets wat ik enige tijd daarvoor hoogstpersoonlijk naar de kringloop of vuilnisbak heb verbannen. Ik bouw daarbij een foutmarge van vier weken in: ik leg het apart en heeft er in vier weken tijd niemand om gevraagd, dan elimineer ik het betreffende speelgoed. Dit is vooral het geval bij spullen die kapot zijn of ronduit troep, maar ik scan de kast altijd met een kritisch oog op die dingen waarbij mijn hulp onontbeerlijk is en ik bij voorbaat al een wegtrekker krijg. Zoals daar zijn: een set met 10.000 priegelkraaltjes waarmee je armbandjes kan maken (in gedachten zie ik de hele set al over de parketvloer rollen, en bovendien word ik heel ongeduldig van alles wat met priegelen te maken heeft), een prinsesseneditie van diamond painting, een bakset, en mijn favoriet: strijkkralen.

“Het is eerder zo dat mijn kinderen verlangen dat ik het grootste deel voor mijn rekening neem”

Ik wil best het strijkgedeelte op me nemen, maar zo werkt het natuurlijk niet. Doorgaans is het eerder zo dat mijn kinderen verlangen dat ik het grootste deel van het kraal-gedeelte voor mijn rekening neem, waarna ze eisen dat ze zelf mogen strijken. Een typisch voorbeeld van een verlies-verliessituatie. Daarom liggen de strijkkralen nu achter in de kast en wacht ik met enig ongeduld tot ze hun termijn van vier weken hebben volgemaakt.

Lees ook: ‘Mijn kind vermaken? Dat doet-ie zelf maar’ >

Eindeloos geduld

Overigens is dit alles geen eigenschap waar ik per se trots op ben. In mijn hoofd is het namelijk wel zo dat een echt leuke moeder met eindeloos geduld zou moeten spelen en knutselen met haar kinderen. Ik weet eigenlijk ook niet waarom ik dat vind, maar misschien heeft het ermee te maken dat ik doorgaans nogal kritisch ben op mijn eigen functioneren en dus juist datgene wat ik níet leuk vind uitkies als parameter van goed moederschap. Dus vind ik dat ik met echte aandacht de spectaculairste vormpjes zou moeten maken met een vouwblaadje, de mooiste bakcreaties tevoorschijn zou moeten toveren (helaas deed ik bij mijn laatste poging tot botercrème iets niet goed – nog altijd geen idee wat precies – waardoor de grote toeven die ik voor op de cupcakes in gedachten had instortten en het ontbrak me aan de zin om een nieuwe poging te wagen (ze waren overigens wel erg lekker, die cakejes) en met eindeloos geduld ongeveer alles wat op Pinterest voorbijkomt zou moeten verwelkomen.

“Zo energieloos als ik ben wanneer het op knutselprojecten aankomt, zo fanatiek ben ik waar het voorlezen betreft”

Onlangs hadden mijn ouders een boom laten omzagen in de tuin waar talloze schijven boomstam van overbleven. Mijn zus – wel behept met het Pinterest-gen – stuurde meteen tientallen ideeën door wat er allemaal met die schijfjes gemaakt kon worden. Ik vermoed dat elk van die ideeën bij haar thuis inmiddels is uitgevoerd. Hier liggen de schijfjes te verstoffen in de garage. Wel wil ik ter verdediging aanvoeren dat ik in de tijd dat ik geen vogelvoederstation van boomstamschijfjes heb gebouwd, wél twee delen Wiplala heb voorgelezen, want zo energieloos als ik ben wanneer het op knutselprojecten aankomt, zo fanatiek ben ik waar het voorlezen en samen lezen betreft. geen zin knutselen met kind

Toekijken

Maar goed, daar ging het nu even niet om. Onlangs vond ik dat ik, als ik dan toch zelf vind dat ik om een echt leuke moeder te zijn meer inzet mag tonen, ik ook de daad bij het woord moest voegen. Madelief had van Sinterklaas van die gipsmalletjes gekregen waar je met de nodige tijd, moeite, energie en vooral aandacht prachtige eenhoornbeeldjes van kan maken die je vervolgens met een klein priegelpenseeltje kan beschilderen met glitterverf. Ik wéét dat zo’n project Madelief extreem gelukkig maakt, maar elke keer als ik het setje zie liggen, grijp ik toch liever naar de verfflessen en de rol behang die we als papier gebruiken. Daarmee installeer ik haar aan tafel en laat haar vrijelijk haar gang gaan, terwijl ik zelf toekijk, de vaatwasser uitruim, wat mailtjes wegwerk of domweg door Instagram scrol.

Een stille reminder

Onlangs ontdekte Madelief in een onbewaakt ogenblik echter die eenhoorngipsset en ik besloot er samen met haar voor te gaan. Dan offerde ik de middag wel een keer op aan zo’n gipsen beeldje in zuurstokkleuren. Ik pakte de hele set uit, stalde samen met Madelief alle benodigdheden uit op tafel en deed alsof ik me net als haar verheugde op het gedeelte van het project waarin we de eenhoorns zouden gaan verven. Waar ik even niet aan had gedacht: gips moet drogen. Eerst vier en daarna 24 uur. Weg project. Ik kon niet zeggen dat ik er rouwig om was, want wie was er 24 uur later in charge over de kinderen: juist, de oppas. Die het fröbelen anders dan ik tot een kunst heeft verheven en het wél oprecht leuk vindt. Ik weet alleen dat ik iets moet met de teleurgestelde snoet van mijn dochter en het licht verwijtende: “Waarom knutsel jij nooit met mij, mam?” Mijn ware antwoord (“Omdat ik daar geen bal aan vind”) heb ik maar niet gegeven. In plaats daarvan mompelde ik een belofte op korte termijn iets met glitter en kaarten te gaan organiseren. Dat is ze gelukkig vergeten.

“De gipsen eenhoorn is een stille reminder van het feit dat ik als knutsel- en speelmoeder hopeloos tekortschiet”

Op mijn bureau staat nu een gipsen eenhoorn in regenboogkleuren te glitteren als stille reminder van het feit dat ik als knutsel- en speelmoeder hopeloos tekortschiet. Misschien moet ik binnenkort die glitterzeepset toch eens van zolder halen. Hoewel we, met dank aan mijn lieve buurvrouw, daarvan een voorraad hebben tot ver in 2031. Dit artikel staat in Kek Mama 04-2022.   Met een abonnement op Kek Mama geniet je van mooie voordelen: *Goedkoper dan in de winkel *Lees elke maand als eerst Kek Mama *Gratis verzonden Abonneer je nu en betaal slechts €4,19 per editie.

Meest bekeken