Elsa: ‘Ik schrok me kapot toen ik via de babyfoon zag wat de oppas deed’
De oppas in de gaten houden via de babyfoon, je kunt het eigenlijk niet maken. Toch deed Elsa het, en daar is ze achteraf gezien heel dankbaar voor.
Soms kom je er niet uit in je eentje en kun je wel wat advies gebruiken. Elke week vertelt een lezeres over haar dilemma.
Rosanne (40) is moeder van Quentin (12) en Joël (10). Ze heeft een lat-relatie met Jan (45).
“Toen Joël na groep 2 een klas oversloeg, had ik maar één zorg: zou hij op sociaal vlak wel aansluiting vinden? Van de peutergroep ging hij als vijfjarige in één klap naar groep 4. Hij is ook nog een erg jonge leerling: in november zou hij pas zes worden. De meeste kinderen worden acht in groep 4.
Cognitief kon Joël de overstap makkelijk aan, daar waren de orthopedagoog, school en ik het over eens. De kinderen uit zijn oude klas vonden hem ook maar een rare: terwijl zij voetbalden op het plein, zat Joël verzonken in zijn boek over de kosmos. Hij zet zich hard in voor klimaatverbetering en was daar ook op die leeftijd al druk mee. Op internet zocht hij naar artikelen over de ‘plastic soep’, terwijl hij fantaseerde over zijn droomreis: naar de Noordpool, om met eigen ogen te zien hoe de ijskappen smelten.
Bij kinderen van een jaar of acht vond hij misschien meer aansluiting, hoopte ik. En dat gebeurde. Op de eerste dag in zijn nieuwe klas, waar de meeste kinderen bijna twee jaar ouder zijn dan Joël, maakte hij meteen twee vrienden: Abel en Lars. Er viel een last van mijn schouders.
Abel en Lars zijn ook slimme jongens. Het enige waarin je verschil tussen ze ziet, is dat Joël meer dan een kop kleiner is dan zij. En daar zit meteen zijn kwetsbaarheid, want als ‘kabouter’ wordt er nogal eens met hem gesold, buiten.
Lees ook:
Het dilemma: ‘Moet ik vertellen dat ik ben vreemdgegaan?’ >
Nu mag Lars voor zijn twaalfde verjaardag – ze zitten inmiddels in groep 8 – met Abel en Joël naar de film. In de stad. Ze gaan met de tram naar de vroege avondfilm van zeven uur, eten eerst ‘Maccie’, en daarna haalt de vader van Lars ze weer op. Voor mij betekent dit wel héél veel tegelijk loslaten. Joël weet best hoe hij alleen met de tram naar de stad moet, maar heeft het nog nooit gedaan. En dan: een jongetje dat net tien jaar is geworden, alleen in de stad tijdens koopavond? Ik vind het levensgevaarlijk.
Ik heb de ouders van Lars gevraagd of ze niet op woensdag of in het weekend naar de middagfilm kunnen. Maar dat is geen optie, want alle jongens sporten op die dagen en bovenal: in je eentje naar de avondfilm is natuurlijk veel stoerder, als je twaalf bent.
Ik verwacht niet dat Joël of zijn vriendjes domme dingen doen. Maar de binnenstad kan een grimmige plek zijn. En hoe je het ook wendt of keert: qua ontwikkeling is Joël misschien wel minimaal twaalf, voor vreemden is hij gewoon een kind van tien.
Ik wil hem eigenlijk niet verbieden om naar het feestje te gaan. Lars is zijn beste vriend. ‘Nou en’, zegt mijn vriend Jan. ‘Twaalf jaar is al jong om alleen naar de stad te gaan. Dat Joël op zijn tiende dus niet mee kan is jammer, maar nu eenmaal een consequentie van een klas overslaan.’ Joëls vader laat zich nergens over uit. Die is al lang blij dat de beslissing bij mij ligt.
Ik heb overwogen voor te stellen dat ik de jongens breng. Eenmaal in de bioscoop zitten ze wel veilig. Maar het hele avontuur is natuurlijk in hun eentje een hamburger eten, en zelf naar de film lopen. Bovendien: na de zomer gaan ze naar de middelbare school, óók in de binnenstad, en doen ze dit hoe dan ook. Ik kan hem dus maar beter klaarstomen. Ondertussen stik ik al van bezorgdheid aan de gedachte – mijn oudste brugklasser van twaalf heeft deze drang naar vrijheid nog helemaal niet. Wat moet ik nu doen?”
Meer Kek Mama?
Volg ons op Facebook en Instagram. Of schrijf je hier in voor de Kek Mama nieuwsbrief >