Hester vraagt zich af: ‘Hoe voorkom je dat je een Doomsdaymoeder wordt?’

Doomsday moeder doemdenken milieu Beeld: Getty Images
Hester Zitvast
Hester Zitvast
Leestijd: 10 minuten

Het wordt steeds moeilijker om optimistisch te blijven over de toestand van de wereld, vindt Hester Zitvast, maar een Doomsdaymoeder wil ze ook niet worden. Dus wat vertelt ze haar vier kinderen als ze met moeilijke vragen komen of eindeloos onder de douche staan?

Lees verder onder de advertentie

Ik weet niet eens waar ze het gehoord had, maar ineens wilde mijn dochter Belle (8) weten of het waar was dat Nederland kon overstromen. Ze zat achter in de auto, we waren op weg naar haar pony, en ik greep de vraag aan om mijn educatieve skills wat bij te spijkeren.

Lees verder onder de advertentie

Onder de zeespiegel

“Kijk, wij wonen in de polder, dat ligt onder de zeespiegel”, wees ik op de graslanden om ons heen. Ik probeerde in jip-en-janneketaal iets uit te leggen over gemalen en droogleggen en smeltende poolkappen, maar moest al snel erkennen dat ik bij dit onderwerp weer eens niet goed genoeg had opgelet en dat onderwijzen een vak is. Met een halfgare spreekbeurt waar ik met een beetje geluk nog net een 4 voor had gekregen, vertelde ik haar dat we ons huis inderdaad op riskant grondgebied hebben staan. En dat als er aan de opwarming van de aarde niet snel iets gebeurt, we zullen moeten verhuizen naar Afrika – tact is, zeg maar, mijn ding niet helemaal.

“Als er aan de opwarming van de aarde niet snel iets gebeurt, zullen we moeten verhuizen”

Lees verder onder de advertentie

Het bleef stil achter me. In de verte zag ik haar pony in de wei staan. “Kijk, daar heb je kleine Izzy. Die staat al op je te wachten”, deed ik een poging van onderwerp te veranderen. Dat bleek een verkeerde zet. “Dus als het hier overstroomt, staat Izzy’s land onder water? Kunnen paarden eigenlijk zwemmen?” Daar gaf ik dan weer niet zo ondoordacht antwoord op. Paarden kunnen een beetje zwemmen, denk ik, maar ze houden het natuurlijk geen uur uit zonder vaste grond onder de hoefjes. Ik zocht naar woorden om dit wél tactvol te brengen, maar werd ingehaald door mijn dochters conclusie. “Mama, ik wil niet dat Izzy doodgaat!”

Die avond brak de echte pleuris uit, rond bedtijd uiteraard – het beste moment voor drama. Belle wilde niet dood, Izzy mocht ook niet dood en ze wilde al helemaal niet verhuizen naar Afrika. Ik legde een verdieping hoger onze baby in bed terwijl mijn vriend in Belles slaapkamer het relaas aanhoorde en haar vervolgens probeerde gerust te stellen. “Wat heb je haar allemaal gezegd”, siste hij kwaad, toen ik mijn hoofd om de hoek van haar kamerdeur stak om even poolshoogte te nemen. Dit had ik inderdaad anders aan moeten pakken.

Lees verder onder de advertentie

Doomsdaymoeder

Ik wil geen doomsdaymoeder worden, met een schuilkelder vol ingeblikt eten, zaklampen, batterijen en eeuwig houdbaar drinkwater, maar ik merk aan mezelf dat ik steeds somberder word over de wereld.

Lees verder onder de advertentie

Deze week zag ik op het journaal nog beelden van een Oekraïense flat of beter: van wat ervan over was. Een raketinslag had het gebouw opengescheurd en door het gapende gat zag je een knalgele keuken waar de appels nog gewoon op de fruitschaal lagen, zo surrealistisch.

Vervolgens werd er een filmpje getoond, opgenomen in diezelfde keuken. Een vader, een moeder en kinderen vierden er lachend en vrolijk een verjaardag. De vader had de raketaanval niet overleefd, werd er door de correspondent gezegd.

Lees verder onder de advertentie

De toekomst

“Ongelooflijk. Dit gebeurt dus allemaal as we speak tweeduizend kilometer verderop hè. Kun jij je er iets bij voorstellen?” vroeg ik mijn dochter Floortje (18). Ze wierp een blik op de televisie en schudde haar hoofd. Nee, dat kon ze niet. “Mam, kan ik morgen een auto lenen? Ik heb examens en de bussen staken weer eens. Echt blóedirritant.”

“De toekomst is iets voor oude mensen, voor boomers en zo”

Tja, zo’n busstaking relativeert een raketaanval dan weer wel, dacht ik cynisch. Want waar Belle relatief eenvoudig in blinde paniek is te krijgen, heeft Floor de typische puberale onsterfelijkheidsfactor. Haar kan niets overkomen. De toekomst is iets voor oude mensen, voor boomers en zo. Zij leeft heerlijk in het hier en nu, net als mijn oudste zoon van 21 overigens. Ik vroeg hem of hij mee zou vechten, mocht er in Nederland oorlog uitbreken. “Ja tuurlijk. Lijkt me vet”, was zijn bloedserieuze antwoord – een bijwerking van te veel Call of duty spelen, denk ik.

Lees ook – ‘Schietspellen zijn verboden. En online chatten is uit den boze’ >

Zorgen over de wereld

Ik kan het me vaag nog wel herinneren dat mijn ouders hardop hun zorgen over de wereld uitspraken. Daar begreep ik destijds vrij weinig van. Alles was na de Tweede Wereldoorlog toch ook weer goed gekomen? Nou, hoeveel erger wil je het hebben? En nu ben ik zelf zo’n moeder die het nieuws op de voet volgt en urenlange, vrij zwartgallige gesprekken met haar vriend voert over wat ons allemaal boven het hoofd hangt.

Als Floor weer eens een royale twintig minuten onder de douche staat, wijzen wij haar erop dat het voor alles en iedereen beter is dat ze de shampoo er in vijf minuten uitwast. Dat komt ons steevast op een geïrriteerd “Jahaa!” te staan. Mijn vriend kan daar echt om ontploffen. “Hey, we vragen dit soort dingen niet alleen voor onze rekeningen, ook voor jullie toekomst hè”, roept hij dan.

Het landt niet. Ze vinden influencers die met privéjets de wereld overvliegen cool of vet of fierce of sick, terwijl ik die juist als superasociaal bestempel. “Jij begrijpt het niet, mam”, krijg ik dan te horen. “Nee, wacht maar tot jullie met z’n allen in Afrika wonen en Waverveen alleen nog in de geschiedenisboeken terug te vinden is”, kaats ik dan terug. Dat laatste mag ik dan weer niet te hard roepen in de buurt van Belle, want die heeft aan mijn spreekbeurt daadwerkelijk een klein trauma overgehouden.

Extreem weer

Onlangs kwamen we terug van wintersport en had nogal harde wind en regen de buitenmuur van onze woning verzadigd. Tel daar een constructiefoutje bij op en de halve woonkamer stond blank. Dat werd weer janken. “Kan deze overstroming erger worden? Wat als het nou weer gaat regenen? Kan het ook tot in mijn slaapkamer komen? Ik vind het zo eng!” jammerde ze minutenlang, terwijl de rest van ons met handdoeken, emmers en dweilen alles weer enigszins droog probeerde te krijgen.

“Extreem weer ga je steeds vaker zien”, zei mijn zoon tegen zijn zusje. “Dat we de eerste dag in Oostenrijk amper sneeuw hadden, komt ook door de opwarming van de aarde”, vervolgde hij. Ik gebaarde hem zijn mond te houden. We hadden net een autorit van zo’n duizend kilometer achter de rug en ik kon er naast alle waterschade niet ook nog eens een zenuwinzinking van Belle bij hebben. Maar het was al te laat.

Doomsday moeder doemdenken milieu

Doemdenken

Die avond deed ik knielend naast haar bed een poging de ernst van de situatie wat af te zwakken, maar het lukte me niet. Ik kon haar niet zeggen dat het allemaal wel meevalt, want dat doet het niet. Onze kinderen gaan verschrikkelijk veel voor hun kiezen krijgen. Ik ben nu 45 en misschien speelt die leeftijd ook wel een belangrijke rol in mijn zwaarmoedigheid op dit terrein.

“Hoe eerlijk is het dat dit meisje moet dealen met de puinhoop die wij met z’n allen hebben gemaakt?”

Onze jongste is net één geworden. Als ik naar dat onschuldige snuitje kijk, vraag ik me soms weleens af waar we aan begonnen zijn. Hoe eerlijk is het dat dit meisje moet dealen met de puinhoop die wij hier met z’n allen van de wereld hebben gemaakt?

“Moeten we niet gewoon alvast naar de andere kant van het land verhuizen? Ons huis is over veertig jaar misschien wel helemaal niets meer waard”, heb ik mijn vriend al eens voorgesteld. En als ik mezelf dan zo hardop hoor doemdenken, word ik alleen maar ellendiger. Het is ook allemaal zo onzeker en schimmig. Want waar het ene moment de wereld elk moment uit elkaar kan vallen, komt het volgende moment weer een bericht naar buiten waaruit dan toch weer dat beetje broodnodige hoop te putten valt.

Lees ook – Milieufreaks: ‘Wij hebben geen auto en die gaat er ook nooit komen’ >

Eerlijkheid

Zanger Jaap Reesema schreef het lied Mijn kleine presidentje, over de vragen van een kind en de ouder die maar niet alles vertelt. Want waarom slapen er mensen op straat? En wie is de baas van de wereld? Waarom huilt dat meisje zonder ouders zo?

Ik vertel je lang niet alles
nee, nu nog even niet
want dan blijf je nog wat langer
zo lief

Ik vertel je lang niet alles
nee, nu nog even niet
want dan blijf je nog wat langer
zo naïef

Je wil ergens natuurlijk eerlijk zijn tegen je kinderen, maar in welke mate en vanaf welke leeftijd kunnen ze die eerlijkheid aan? Ík kan het vaak al niet eens aan. Dan zet ik de radio of de tv uit, dan scroll ik naar een nieuw bericht op Twitter of dan lees ik de krant maar eens een dag niet. De problemen zijn te groot en vaak ook te complex.

Een influencer in een privéjet is tamelijk geflipt, maar het is onder aan de streep nog niets als je het vergelijkt met de vervuiling door zware industrie. Daar valt grote winst te behalen. Nog los van wat dat voor de aarde doet; dat maakt ook mensen ziek en dood. De mens is gewoon knetterdestructief en ik weet echt niet of een groepje idealisten dat ooit gaat veranderen.

“Ik wil geen doomsdaymoeder zijn, dus steek ik vaak mijn kop in het zand”

Ik wil geen doomsdaymoeder zijn, dus steek ik vaak mijn kop in het zand. Voor alles wordt wel een oplossing gevonden, toch? En doet de mens het niet, dan fikst de natuur het wel – zij het dan met een iets hardere en rigoureuzere hand.

Tegen alles beschermen

“Kan er nog eens een keer corona komen?” Ook deze vraag kwam weer van Belle, zij heeft er wel een handje van je schaakmat te zetten met zware gesprekken. “Het kan nog veel erger. Ooit was er de Spaanse griep, daar zijn wel 100 miljoen mensen aan gestorven”, vertelde mijn vriend, gevolgd door: “Papa’s overgrootvader ook.” Dit keer was het mijn beurt om hem een dodelijke blik toe te werpen. Die avond was de Spaanse griep het Dramatische Bedtijdonderwerp, compleet met tranen. Ik had het niet anders verwacht.

“Kon ik mijn kinderen maar tegen alles beschermen. Maar als ik dat doe ontneem ik ze juist het allermooiste dat ze hebben”

“Ik zou je het liefst in een doosje willen doen”, zong Donald Jones in 1959. De tekst kwam uiteraard van Annie M.G. Schmidt en ik denk het regelmatig als ik naar mijn kinderen kijk. Kon ik ze maar tegen alles beschermen. Maar als ik dat doe, als ik zo met ze omga en ze op ga voeden vanuit angst, ontneem ik ze juist het allermooiste dat ze hebben: onbevangenheid en vrijheid.

Laat ze maar zoveel mogelijk denken dat hun toekomst een ponykamp is, dat alles goedkomt of wel meevalt en laat mij maar vanaf de zijlijn toekijken en bibberen. Zelfs met die instelling zal mij namelijk, net als hun vader, weleens een spontane schets van de afschuwelijke werkelijkheid ontvallen. En dan over een jaar of veertig, vijftig is het hun taak het doemdenken van ons ouders over te nemen. Dan lig ik inmiddels waarschijnlijk veilig in een doosje.

Met een abonnement op Kek Mama geniet je van mooie voordelen:

*Goedkoper dan in de winkel

*Lees elke maand als eerst Kek Mama

*Gratis verzonden

Abonneer je nu en betaal slechts €4,19 per editie

Meest bekeken