Googel je naar kramp of hoofdpijn? Dan heb je met een beetje geluk nog een week te leven. Wie constant in zulke angst leeft, heeft misschien last van hypochondrie.
Lees verder onder de advertentie
Dit moet je erover weten.
Wat is hypochondrie?
Mensen met hypochondrie – ook wel ziekteangst genoemd – zijn constant bang om een ernstige ziekte te hebben, zonder dat daar een medische aanleiding voor is. Er zijn meestal geen of heel lichte klachten aanwezig. Ook als de huisarts niets opmerkelijks kan vinden, blijven mensen met hypochondrie bang óf komt de angst weer terug. Psychologen spreken van deze angststoornis als je langer dan zes maanden bezorgd bent over lichamelijke symptomen.
Lees verder onder de advertentie
Symptomen van hypochondrie
Constante focus op lichamelijke klachten
Regelmatig naar de huisarts (bellen)
Steeds zoeken naar geruststelling
Het vermijden van of dwangmatig zoeken naar informatie
Tijdens angstige momenten kun je last hebben van:
Hartkloppingen, hevig zweten, koude rillingen
Benauwdheid, duizeligheid, vervelend gevoel op de borst
Tintelingen of een doof gevoel
Een droge mond, misselijkheid, maagklachten, overgeven of diarree
Gevoel hebben dat je controle verliest, gek wordt of doodgaat
Hoe ontstaat hypochondrie?
Er is niet altijd een duidelijke oorzaak voor een angststoornis. De een is nu eenmaal kwetsbaarder dan de ander. Bepaalde stoffen (neurotransmitters) kunnen invloed hebben op die gevoeligheid. Daarnaast kan erfelijkheid een rol spelen. Wat ook meespeelt, is opvoeding. Als je vroeger nooit ziek mocht zijn of juist overbezorgde ouders had, kun je gevoeliger zijn voor hypochondrie. Je hebt daardoor moeite met het inschatten van lichamelijke klachten en kunt je een ziekte inbeelden. Ook heftige ervaringen uit het verleden, zoals een (ernstige) ziekte, vergroten de kans. Sommigen hebben meer kans op hypochondrie:
Hypochondrie kan enorm veel invloed hebben op je dagelijks leven. Continu nadenken en piekeren over lichamelijke klachten klinkt niet alleen vermoeiend, dat is het ook. Bovendien zoek je steeds naar manieren om jezelf gerust te stellen, bijvoorbeeld door klachten te googelen of naar de huisarts te gaan. Op die manier kan het je leven grotendeels overnemen.
Lees verder onder de advertentie
Hoe verloopt een behandeling?
Gelukkig is er hulp. Meestal in de vorm van gesprekken (met een psycholoog), soms gecombineerd met medicijnen. Met cognitieve gedragstherapie leer je om bepaalde gedachten en reacties op de angst te veranderen. Dit zorgt voor meer vertrouwen in je lichaam, zodat je minder geruststelling van anderen nodig hebt. Bij ruim tweederde van de mensen met hypochondrie werkt zo’n behandeling goed.
Lees verder onder de advertentie
Dit kun je zelf doen
Een dagboek bijhouden. Schrijf op waar je bang voor bent, wat voor klachten je hebt, welke gedachten er door je hoofd gaan en hoe je daarmee omgaat. Zo krijg je meer grip op je gedachten.
Wees kritisch. Je dénkt dat je last hebt van jeuk, kramp of pijn, maar is dat ook echt zo? Check of je gedachten wel kloppen. Meestal is er geen reden voor paniek.
Denk aan iets positiefs. Probeer het om te draaien. Bijvoorbeeld: ‘Dat ik hoofdpijn heb, komt vast doordat ik vannacht zo slecht heb geslapen.’ Daarmee relativeer je de angst.
Zoek afleiding. Bel een vriendin, ga een blokje om of mediteer.
Mijn dochter leert praten. Ik vind het werkelijk een van de schattigste fases tot nu toe. Die brabbelende dreumes die allemaal grappige dingen zegt: het is om van te smelten. Het levert alleen ook weleens gênante situaties op.
Je zou denken dat volwassenen met een hoge functie en flink salaris allemaal begonnen met een bibliotheekkaart op hun tweede en elke avond luisterden naar literaire meesterwerken bij het zachte licht van een nachtlampje. Dat zit toch anders.
Iedereen kent er wel een: een verwend kind. En niemand van ons vindt verwende kinderen leuk, toch? We willen dus ook zeker niet dat ónze kinderen ineens verwend gedrag gaan vertonen.
Je denkt dat je iemand in huis haalt om op je kinderen te passen, maar intussen wordt je voorraadkast geplunderd en verdwijnen er sieraden. Wat begon als een klein vermoeden, groeide bij Carla uit tot een regelrechte mini-detectivezaak.
Een zwangerschap is al spannend genoeg, maar voor de Britse Lucy en haar man Adam werd het een ware achtbaan. Hun baby Rafferty kwam niet één, maar twee keer ter wereld.