Callum heeft pech met z’n moeder Joan: hij is gek op alles wat december te bieden heeft, zij wil er niets van weten.
Lees verder onder de advertentie
Eind juni zit ik – in bikini met een roseetje in de hand – achter mijn laptop als ineens een dansende, groene kerst-elf op Facebook opduikt. Blij geeft hij aan dat het nog ‘slechts 25 vrijdagen’ zijn tot kerst. Acuut schiet ik in de stress. Hebben we voor mijn gevoel nét die ellende met alle hysterie eromheen gehad, staat het volgens het mannetje in maillot alweer (bijna) voor de deur. 25 vrijdagen klinkt namelijk angstvallig dichtbij en als moeder van een achtjarige die de hele decembermaand van opwinding stuitert, wil ik dat het liefst nog even uitstellen. Hij niet, hij is er dol op. Wat ook niet helpt, is een oma die het hele jaar door een kerstboom in vol ornaat heeft staan, omdat zij helemaal verknocht is aan de sfeer.
Lees verder onder de advertentie
Decembergeweld
Wat mij betreft hoeven we al dat decembergeweld niet over het hele jaar uit te smeren. Maar dat lijkt wel steeds meer te gebeuren. Niet alleen in onze familie. Het begint eigenlijk al half augustus als die vermaledijde pepernoten in de supermarkt liggen en de eerste speelgoedgidsen op de mat vallen. Zoon Callum van acht stort zich direct vol overgave op de gidsen, omcirkelt elke Legodoos en ieder voetbalattribuut, om die plaatjes vervolgens uit te knippen en op een groot vel te plakken dat op de koelkastdeur kan. Zodat we tenminste ruim op tijd weten wat hij voor sint en kerst blieft.
Lees verder onder de advertentie
Het startschot
Om nog maar te zwijgen over de pietendiscussie die eigenlijk het hele jaar door non-stop woekert en je als ouder in zo’n spagaat duwt, dat het thuis soms wekenlang gaat over de vele gedaanten van piet. Maar het échte startschot gaat hier in november af, met Sint Maarten. Op 11 november gaan we ’s avonds met lampionnen langs de huizen om liedjes te zingen in ruil voor snoep. Het is slechts één avond, maar Callum is er al de hele week zenuwachtig om. In het donker op straat lopen is gewoon bloedspannend en het is een wedstrijd met de buurtkinderen: wie heeft de meeste en lekkerste dingen weten te scoren? Is die spanning verdwenen en zijn suikerniveau weer enigszins gedaald, dan arriveert de Sint in het land. Ook al is Callum sinds kort een non-believer, helemaal koud laat de goedheiligman hem ook niet.
Lees verder onder de advertentie
Het Grote Probleem
Sowieso leeft hij al jaren intens mee met het wel en wee van de verdwenen pakjesboot, de gezonken cadeautjes, de gestolen staf en de grijze haren van Dieuwertje Blok. Soms komt hij ’s nachts wel drie keer zijn bed uit om oplossingen aan te dragen voor het Grote Probleem van Het Sinterklaasjournaal. En daarna moeten uiteraard alle intochten en visites van de sint op de diverse sportclubs, school, het werk van opa, mama en papa alsmede in alle super markten en restaurants worden bezocht. Plus schoenen worden gezet en gevuld (‘Ik weet best dat jij dat doet mam, maar het is nou eenmaal zo leuk’) en uitbundig pakjesavond worden gevierd met zijn neefjes. Natuurlijk geniet ik van zijn verwachtingsvolle, blije koppie en speel ik het hele spel enthousiast mee, maar het is tegelijk stress vol en druk. En dan is het nog maar 6 december en moet de hele jingle hell die kerst heet nog komen.
Mijn afkeer van kerst helpt namelijk ook niet bij het overleven van de decembermaand. Ik heb gewoon weinig op met dennenbomen, kersttruien en nepsneeuw. Zelf denk ik dat het te wijten is aan een overkill in mijn jeugd. Mijn moeder – die van de permanente kerstboom – is al jaren zo maf van kerst dat de Sky Radio Christmas-app standaard op haar telefoon staat. Haar collectie kerst-cd’s zou menig platenzaak kunnen vullen en ze bezit 241 versies van Bing Crosby’s White Christmas (geen grap). Als kind werd ik gallisch van het gezever over die witte kerst en die kastanjes op het open vuur. Mijn moeder daarentegen baalde dat ik haar kerstgen niet had overgenomen en uitte haar ongenoegen daar vaak over: ‘Waarom ben jij nou zo nuchter?’
Nou ja, ik ben natuurlijk niet tegen gezelligheid. Ik vind het prima om op 25 en 26 december lekker met elkaar te eten en een middag te Kolonisten, maar waarom toch al dat gedoe eromheen? Waarom al een maand lang de dag bezingen waarop we eigenlijk niets meer doen dan ons overeten? Waarom uitkijken naar twee dagen kerstdiner en gourmetten, terwijl restaurants en supermarkten hun prijzen dusdanig verhogen dat we voor dat geld op een ander moment gemakkelijk een week lang uit eten hadden gekund?
Lees verder onder de advertentie
Anti-kerst
Sinds een paar jaar heeft mijn moeder zich ermee verzoend dat haar dochter anti-kerst is en haar schoonzoon het allemaal om het even is: wel of geen kerststuk op tafel, wel of geen engelen, sterren en sneeuw poppen aan de muur. Dat komt omdat ze een geliefd nieuw slachtoffer heeft gevonden: haar kleinzoon. Callum vindt al die kitsch en glim & glam geweldig. Je kunt hem geen groter plezier doen dan hem meenemen naar een van de vele kerstmarkten in de diverse tuincentra. Dat doet ze dan ook graag. Steevast komt hij dan aan het eind van de dag thuis met één (of twee, of drie) kerstballen voor in de boom. De boom die ik dus niet heb. Ik doe al sinds ik op kamers ging niet meer aan kerstversiering. Daar heeft het moederschap niets aan veranderd. Héél zielig voor Callum, en dus blijft oma hem voorzien van ballen en kitscherige sneeuwhuisjes en muziekdoosjes met schaatsende rendieren, in de hoop dat ooit overstag ga.
Om mezelf en mijn kale huis een beetje te verdedigen: we zijn nooit thuis met kerst. Man, zoon en ik zitten in die periode in een huisje op een bungalowpark. Met mijn ouders. Ik bespaar me de moeite van een opgesmukt huis waarin niemand is om ervan te genieten. Mijn moeder is dus ook niet thuis, maar dat weerhoudt haar er niet van een boom te nemen. Want naast de permanente kunstboom en de spar die ze altijd in het bungalowpark laat neerzetten, komt er eind november dus ook een Nordmann in huis, die van top tot teen moet worden volgehangen. Liefst elk jaar in een ander thema of kleur die pijn doet aan je ogen. Ik word er psychedelisch van als ik er naar kijk.
‘Ik móet mee in de race’
December is vanwege al deze hysterie en de desbetreffende uitwerking op mijn zoon gewoon niet mijn favoriete kalendermaand. Het liefst zou ik aan het eind van het jaar ergens op een subtropisch eiland onderduiken of in een diepe winterslaap vallen, maar dat kan niet met een kind. Ik móet mee in de race, want ik wil ook geen buitenbeentje dat nergens aan mee mag doen. Dus zet ik me in op school en denk ik mee over winterthema’s, hobbel ik naar alle mogelijke winkels waar kinderen gratis een aardigheidje mogen ophalen en kijk ik voor de twintigste keer mee naar Home alone.
Medestanders
Gelukkig heb ik ook medestanders. Vriendinnen met kinderen en moeders op school hoor ik in de decembermaand precies dezelfde zucht slaken: was het maar januari. Want natuurlijk is het allemaal dólgezellig: de versierde etalages, de lichtjes, het Sinterklaasjournaal, de speciale schooldagen, de tientallen intochten en kerstactiviteiten op clubs en werk, het schoolkerstdiner, de koopzondagen, oliebollen, zevenklappers en sterretjes, en de Top 2000. Maar het is ook allemaal heel erg veel. En enerverend. En energieslurpend. En het doet allemaal weinig goed voor zoiets essentieels als nachtrust. Zeker in de periode waarin alleen slaap mijn kind kan helpen om al die festiviteiten te trekken en hij juist nu niet kan slapen van alle emoties. Want ook dat is mijn ervaring: hoe geweldig mijn zoon het hele feestgebeuren ook vindt, het is erg overweldigend en intens vermoeiend.
Stylingteams en galajurken
Het moet ook allemaal steeds extremer en meer over the top. Zo was het kerstdiner op school in mijn jeugd gewoon een gezellige bijeenkomst in de klas, met een rood kerstkleed op tafel, knakworstjes op een satéprikker en als hoogtepunt een Viennetta-ijstaart toe. Tegenwoordig is er in de week voorafgaand aan het eetfestijn geen kinderkapper meer te boeken, want iedereen moet een nieuwe kerstcoupe. Een net shirt volstaat niet meer als feestkleding; meisjes gaan in heuse galajurken met lippenstift en geföhnde kapseltjes, jongens in overhemd met stropdas en chino. De aankleding van de klassen wordt door het stylingteam op school onder handen genomen.
Vaders hijsen zich in een oberkostuum en serveren de kinderen hors-d’oeuvres en andere hapjes vanaf zilveren schalen. Van ons als ouders wordt daar culinaire input voor verwacht. In groep één dacht ik nog weg te komen met een rauwkostmix op een leuk bord. Wat plakjes komkommer, snoeptomaatjes en wortels: Callums favoriete snack. Dat was een misser. Ik stond volkomen voor schut met mijn armzalige hoopje groenvoer. Andere ouders hadden zich er minder makkelijk van afgemaakt. Er waren quiches, asperges in ham, kaasspiesjes met verschillende soorten olijven en vegetarische lasagnes. Komkommer had best gekund, maar dan kunstig gesneden tot kerstboom. Dat Callum vervolgens geen hap had gegeten van al die culinaire hoogstandjes en ik ’s avonds nog macaroni opwarmde, is uiteraard een ander verhaal. Het jaar erop stond ik er een stuk beter op met mijn fruitsalade in een uitgeholde ananas met zelfgemaakte chocolademousse.
Al die borrels
Maar buiten alle kinderhysterie vind ik het zelf ook best heftig. Al die borrels. Als freelance journalist krijg ik aan het eind van het jaar verschillende uitnodigingen van de bladen waarvoor ik schrijf om gezellig een glas bubbels te heffen. Meestal zie ik vooraf als een berg op tegen het geregel met een oppas en het laveren tussen alle mogelijke andere afspraken, maar eenmaal in mijn feestjurk aan de bubbels vermaak ik me opperbest en ben ik een van de laatsten die vertrekt. Waardoor ik automatisch weer terugkom op het vermoeidheidsaspect van de decembermaand.
Helemaal in de kerstgedachte
Ik snap best dat ik zuur en zeurderig overkom. Vind ik dan echt helemaal niets leuk? Ben ik echt zo nuchter als mijn omgeving, met mijn moeder voorop, redeneert? Dat valt wel mee. Dit jaar vieren we kerst namelijk decadent op een berg in Canada. Waar – geheel in de traditie van Bing Crosby – boomtoppen glinsteren, volop sneeuw ligt en we dus met sleetjes van de berg roetsjen en kalkoen eten. En dat – ver van huis, zonder afleiding en met het gelukzalige gevoel de kerstdagen al skiënd door te brengen – lijkt me nou weer prachtig en relaxed en helemaal in de kerstgedachte. Míjn kerstgedachte.
Dit artikel stond in het Kek Mama Winterboek 2019.Meer Kek Mama? Neem nu een abonnement en profiteer van fijne aanbiedingen.
Van extravagante thema’s tot dure locaties, het lijkt soms alsof de lat steeds hoger wordt gelegd voor kinderfeestjes. Maar wat doe je als je ineens zélf moet betalen voor het feestje waar je kind voor is uitgenodigd? Het overkwam Gina.
We vlogen het afgelopen jaar van de ene zwangerschapsaankondiging naar de andere. Hoog tijd om al het babynieuws op een rijtje te zetten: deze BN’ers verwachten een baby in 2025.
Een speeldagje bij een vriendin klinkt onschuldig, toch? Voor Brenda veranderde het in een dure les toen haar dochter Ellie per ongeluk een vaas omstootte. Wat volgde, was een Tikkie van 350 euro en een hoop gedoe.
Met de beste bedoelingen zet je jarenlang maandelijks braaf een bedrag opzij, om je kind een goede start te kunnen bieden. Om vervolgens je zoon op zijn achttiende verjaardag toegang te geven tot die spaarrekening en hij een jaar later geld komt vragen, omdat het op is.