Roos Schlikker had met twee vingers in de neus zeven kinderen kunnen opvoeden en twaalf boeken kunnen schrijven. Maar ja, ze had het te druk met koekeloeren op Facebook.
Lees verder onder de advertentie
Ik had in een zeilbootje de grote oceaan kunnen oversteken, starend naar de verre einder en omgeven door dolfijnen die me in hun geheime pieptaal door hadden geseind wat de zin van het leven was. Ik had zeven kinderen kunnen adopteren, uit elk continent één en ze artistieke, betekenisvolle namen kunnen geven à la Hope in a Jar of Message in a Bottle. Ik had kunnen trainen voor de marathon van New York. En die van Berlijn. En welja, Londen had ik ook nog even meegepakt.
Lees verder onder de advertentie
Ik had kunnen leren koken à la Ottolenghi waarbij ik van een prei, drie aardperen en een walnoot in de dop een wereldgerecht had kunnen maken. Ik had de Kamasutra kunnen bestuderen en mijn echtgenoot alle hoeken van de kamer laten zien. Wat zeg ik: alle hoeken van het huis. Ach kom op, alle hoeken van de stad natuurlijk. Ik had twaalf boeken kunnen schrijven. Voor volwassenen. En een kinderreeks. En misschien nog een poëziebundel vol gedichten over mijzelf die omgeven door dolfijnen naar de verre einder staart.
Ik had het allemaal, allemaal kunnen doen. Als dat verdomde Facebook niet bestond.
Lees verder onder de advertentie
‘Ik sla zelden door’
Ik kan met de hand op mijn hart beweren dat ik niet verslavingsgevoelig ben. Ik houd van een glas wijn maar drink zelden een hele fles. In mijn puberteit rookte ik weleens een jointje, maar ik kan me mijn laatste trek niet eens voor de geest halen. De enkele keer dat ik me in een casino begaf mikte ik lusteloos twee keer een euro in een machine om vervolgens snel de bar op te zoeken (voor die paar wijntjes). Kortom: ik ben niet saai maar sla zelden door. Behalve online. Want hoewel ik lange tijd dacht dat het wel meeviel, ben ik me inmiddels gaan realiseren dat ik belachelijk vaak op Facebook kijk.
Lees verder onder de advertentie
Sta ik voor het stoplicht? Dan check ik even mijn updates. Loop ik vast in een verhaal? Hop, mijn hand ligt al op de muis om een eindje weg te surfen naar Zuckerbergland. Zit ik een speeltuin terwijl mijn kinderen een kasteel bouwen van zichzelf, een zooitje lege blikken en een kubieke meter zand? Ik plaats snel een lollig berichtje. En zo gaat het door.
‘Wat levert het me op?’
Nee hoor, ik ben reuze ongevoelig voor verslaving, maar intussen zit ik de halve dag als een idioot naar een lullig beeldschermpje te staren. En wat levert het me op? Een filmpje van een vetgemeste poes die in een dampende badkuip valt. De wetenschap dat ome Cor en tante Tiny een nieuwe veranda hebben (“Van echt sloophout! We zien Tien al BBQen in bikini deze zomer!”), een ellenlang verhaal van een alternatieve geneesheer die beweert dat je eczeem kunt voorkomen door elke dag een kilo kerrie te eten en met je onderbroek op je hoofd een rondje in de vrieskou te rennen. Een buurvrouw van een buurvrouw die een regelrechte racist blijkt te zijn en blèrt dat Wilders alle buitenlanders het land uit moet schoppen (oké, die heb ik inmiddels geblokkeerd). O, en een hele rij vrolijke foto’s van mensen aan eettafels die het glas heffen richting de camera.
Lees verder onder de advertentie
Stuk voor stuk misschien best interessante berichtjes, maar weinig wereldschokkend en zeker niet boeiender dan mijn werk, man of kinderen. En toch staar ik ernaar terwijl ik in het gezelschap verkeer van degenen die mij het liefst zijn. En maar duimpjes opsteken naar de virtuele wereld. Like. Like. Like. Like.
Lange tijd heb ik gedacht dat een beetje Facebookverslaving helemaal zo erg niet was. Het was juist geinig dat ik via het web weer in contact kwam met mijn oude kleuterjuf en dat ene penmaatje van vijftien jaar geleden. Heerlijk toch, dat je dagelijks op de hoogte bleef van het reilen en zeilen van je vrienden zonder dat je ze aldoor hoefde te bellen? Zeker heerlijk, maar hoe vaak kun je je updates checken?
Heel vaak, zo blijkt. Punt is dat ik intussen almaar klaag hoe druk ik het heb. Twee jonge kinderen, één fulltime carrière, sporten, sociale evenementen, ze strijden allemaal om mijn aandacht. En intussen kijk ik naar de veranda van ome Cor en tante Tiny. Dat is buitengewoon dom. Niet alleen omdat dat sloophout me zal jeuken, maar ook omdat Facebook volslagen imbeciel maakt. Ik las onlangs het boek Diep werk (nou ja, onlangs, ik heb er maanden over gedaan want… nou ja, Facebook dus) van Cal Newport. Hij vertelt dat uit onderzoek is gebleken dat als we switchen van klusje A naar activiteitje B onze aandacht niet meteen meeverhuist. Een restant van die aandacht blijft bij de eerste taak hangen waardoor je een deel van je concentratie verliest.
Kortom: elke keer als je je dagelijkse routine onderbreekt om even Facebook te checken vermoord je wat van je focus. En dat gaat de hele dag door.
Concentratie
Overal laat ik restjes aandacht slingeren. Als een oudere man met een zwakke blaas en een incontinentieprobleem sprietz ik erop los. Hier een plasje aandacht, daar een druppie, elders weer een scheutje. Net zo lang tot mijn blaas helemaal leeg is, mijn hersenen gestoofd en mijn concentratie zwakker is dan die van een tweejarige die uitzinnig van vreugde voor het eerst een indoorspeeltuin betreedt (“Mama ik wil eerst naar de ballenbak! Nee ik wil snoep! Nee ik wil op de trampo! Nee ik wil snoep op de trampo met een bal!”).
Ik realiseerde me: ik moet focussen. Want ik emmer almaar dat mijn agenda zo vol is, maar intussen laat ik me continu afleiden. Tony Crabbe, schrijver van het boek Nooit meer te druk zegt niet voor niets: “As long as we are playing the more game, we are playing the wrong game.” En the more game, dat is precies datgene wat Mark Zuckerberg ons laat spelen. Facebook is perfect gemaakt om ons beloningssysteem te triggeren.
Iedere keer gaat er een lampje branden
Iedere keer als we de pagina openen en we nieuwe updates zien (altijd dus) gaat er in ons hoofd een lampje branden. Ha! Leuk! Een nieuwtje! Maar ik ben toch geen aapje dat steeds hetzelfde trucje doet in de hoop een pinda in zijn bek geduwd te krijgen? Ik ben heus wel in staat om Facebook van mijn telefoon te gooien. Hoppa. En ook van mijn iPad. Floep. O en ik installeer zo’n programmaatje dat me op gezette tijden niet op bepaalde sites laat. Self Control heet het. Klinkt goed. Want dat heb ik. Heus. Selfcontrol. Dus dat zet ik op mijn laptop. En dan heb ik eindelijk tijd om te leren zeilen. En om kinderen te adopteren. Die marathon? Ik sjees erheen. Eerst nog even een torentje van prei in elkaar flansen. En een kinderpoëziebundel schrijven. Ach ach wat een genot, al die tijd die ik overhoud als ik dat programmaatje zo meteen heb. Even googelen waar ik het kan downloaden. Oei, die site laadt traag. Nee nee, laat je nou niet afleiden door intussen ergens anders heen te surfen. Kom. Denk aan Tony Crabbe. Focusssssss. Focusssssss. Focussssssss. Foooooo… Hé kijk nou, ome Cor en tante Tiny hebben een nieuwe dakkapel. Like.
Een speeldagje bij een vriendin klinkt onschuldig, toch? Voor Brenda veranderde het in een dure les toen haar dochter Ellie per ongeluk een vaas omstootte. Wat volgde, was een Tikkie van 350 euro en een hoop gedoe.
Van extravagante thema’s tot dure locaties, het lijkt soms alsof de lat steeds hoger wordt gelegd voor kinderfeestjes. Maar wat doe je als je ineens zélf moet betalen voor het feestje waar je kind voor is uitgenodigd? Het overkwam Gina.
We vlogen het afgelopen jaar van de ene zwangerschapsaankondiging naar de andere. Hoog tijd om al het babynieuws op een rijtje te zetten: deze BN’ers verwachten een baby in 2025.
Met de beste bedoelingen zet je jarenlang maandelijks braaf een bedrag opzij, om je kind een goede start te kunnen bieden. Om vervolgens je zoon op zijn achttiende verjaardag toegang te geven tot die spaarrekening en hij een jaar later geld komt vragen, omdat het op is.