Elsa: ‘Ik schrok me kapot toen ik via de babyfoon zag wat de oppas deed’
De oppas in de gaten houden via de babyfoon, je kunt het eigenlijk niet maken. Toch deed Elsa het, en daar is ze achteraf gezien heel dankbaar voor.
Angelique Bak (41) is getrouwd met Martijn (47) en moeder van Jeroen (12) en Anna (9). Sinds 2011 runnen ze een vakantiehuizen complex in Toscane.
“Wonen in Toscane klinkt romantisch en dat is het ook. Ik moet mezelf nog steeds in de arm knijpen als ik het raam van ons grote gele huis opendoe en uitkijk over de Toscaanse heuvels. Maar het is ook hard werken: in het hoogseizoen zijn mijn man en ik van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat bezig. Onze kinderen klagen nooit, maar ik voel me soms wel schuldig als ik voor de zoveelste keer moet overwerken. Daarom zijn de dinsdagen in de zomer voor ons gezin. Dan slapen we uit, gaan we met z’n allen naar het strand en zijn mijn man en ik alleen bereikbaar voor noodgevallen.
Toscane kwam toevallig op ons pad. We waren in 2009 op vakantie in Italië en op een regenachtige dag besloten we een stukje met de kinderen te gaan rijden. We kwamen uit bij een B&B die werd gerund door een enthousiaste Italiaan. ‘Wat die man doet, wil ik ook’, zei ik op de terugweg tegen Martijn. Hij keek me met grote ogen aan. Hij dacht precies hetzelfde, maar had het nooit durven zeggen. Martijn was militair en werd vaak uitgezonden. Hij zei dat hij ons leven daarmee al genoeg op z’n kop zette, laat staan dat hij een emigratie zou voorstellen. Dat ik er nu zelf mee kwam, vond-ie geweldig.
We vonden een prachtig vakantiehuizencomplex op de top van een berg en gingen ervoor. We spraken af: als de kinderen niet kunnen aarden gaan we terug. Dat dilemma kwam sneller dan verwacht: toen mijn dochter eenmaal op de crèche zat, stopte ze met praten en plaste ze opeens weer in haar broek. O nee, wat heb ik gedaan, dacht ik alleen maar. De crècheleidsters probeerden me gerust te stellen: volgens hen was het doodnormaal en zou Anna binnen een paar weken vloeiend Italiaans spreken. Ik geloofde er geen snars van, maar ze kregen nog gelijk ook. Ook Jeroen werd in het diepe gegooid. Hij was zes jaar en wist alleen hoe hij moest vragen of hij naar de wc mocht. Hij leerde razendsnel: na één maand kon ik hem al niet meer verstaan als hij tegen zijn vriendjes ratelde.
Martijn en ik werken 24/7 samen. Gelukkig gaat dat wonderwel goed. De taken zijn heel natuurlijk verdeeld. Ik heb een hekel aan koken, Martijn vindt dat fantastisch. Ik maak de boel schoon. Fascinerend, als yin en yang. Wat niet wil zeggen dat het altijd gezellig is. Onze vergaderingen lijken soms net echtelijke ruzies – of het nou gaat om het beleid of de hoeveelheid glazen per huisje. Het blijft lastig van ons bedrijf te leven. De laatste jaren kwamen we steeds geld tekort. Vorig jaar was het zo erg dat we een beslissing moesten nemen: doorgaan of de handdoek in de ring gooien. Omdat we koste wat kost wilden blijven, gooiden we ons bedrijfsplan op de schop. Nu richten we ons volledig op gezinnen met kinderen. Met succes, want de boekingen voor dit seizoen stromen binnen.
‘Wij blijven gewoon hier’, zeggen mijn kinderen als ik vraag of ze terug naar Nederland willen. Ze voelen zich Italiaans en roepen nu al dat we later bij hen mogen wonen als we oud en krakkemikkig zijn. Ik zie het al helemaal voor me, om als een Bertolli-omaatje verzorgd te worden door mijn kroost. Italiaanser kan niet.”
Dit artikel staat in het Kek Mama Zomerboek 2017