Eerste kerstdiner op school: ‘Een halfuur later belde zijn juf’
Het is spannend, zo’n eerste kerstdiner op school. En dan kan je kleine in al z’n enthousiasme de festiviteiten íets te ver door trekken.
Roos Schlikker (42) is journalist, columnist en moeder van zoons Miró (10) en Róman (8). Op Kek Mama schrijft ze over haar gezinsleven.
Wat als het misgaat? Wat als ik het niet kan?
Ik zit in de springhel. Zo’n grote hal vol stuiterende kinderen die op trampolines de engste capriolen uithalen. Het is heet in de kantine. Af en toe zie ik een pluk haar boven de menigte uitstijgen, eraan vast zit een kind. Een kind van mij. Dolgelukkig. “Woehoe!” schreeuwt het door de ruimte. Uit de boxen beukt Nederlandse rap. En ik probeer heel hard niet te denken aan koters die hier met gebroken benen uit naar buiten worden gedragen. Wat als het misgaat? Wat als ik het niet kan?
Ik heb mezelf die vragen vaak gesteld voor ik stopte met de pil. Ik wilde heel graag kinderen, maar twijfelde toch. Ik, die zo gehecht was aan lome zondagmiddagen lezen, aan kroegbezoek tot uitbaters me naar buiten moesten vegen (“Nou opzouten, moppie”), aan reizen op de bonnefooi. Wat als ik helemaal geen leuke moeder zou blijken? Had ik eenmaal zo’n wurm uitgepoept, dan kon ik het nooit meer terug stoppen. Dan was ik verantwoordelijk. Wat als het misgaat? Wat als ik het niet kan?
Lees ook
Roos: ‘Mijn moeder is overleden, maar toch denk ik soms ineens dat ik haar zie’ >
Het is meer dan tien jaar later. Er is van alles misgegaan. Ik ben mijn geduld vaak verloren. En mijn verstand. En o ja, ook nog mijn moeder. Die ging dood voor ze mijn kinderen groot zag worden. Misser kon het niet. Missen doe ik dagelijks.
Maar er ging ook zo veel goed. Als ik blader door al mijn jaren Kek Mama-columns zie ik ze groeien, die jongens van mij. En ik zie mezelf die met ze meegroeide. Van pruthapjes tot eerste zwemles, van dramatische driftaanval tot grote verliefdheid. En nooit, werkelijk nooit dacht ik: had ik die kinderen maar teruggestopt, waren ze er maar niet geweest.
Nu schrijf ik hier, in een donkere jumpgrot waar ik geheel vrijwillig zit, mijn laatste stukje voor Kek. Ik heb behoefte aan nieuwe impulsen, andere wegen. Grappig genoeg zonder dat ik pieker: wat als het misgaat? Waarschijnlijk omdat ik heb geleerd dat die gedachte me totaal niet helpt. Liever denk ik aan de woorden van dichteres Erin Hanson: “What if I fall? Oh but my darling, what if you fly?” Bezweet stuift Róman op me af. Hij gooit zijn armen om mijn nek en roept: “Mam! Ik kan eindelijk de backflip. Ik kan het, ik kan het!”
Ik lach. En fluister: “Ja. Ik kan het ook.”
Deze column staat in Kek Mama 01-2020.
Nog meer Kek Mama?
Volg ons op Facebook en Instagram. Of schrijf je hier in voor de Kek Mama nieuwsbrief >