Eerste kerstdiner op school: ‘Een halfuur later belde zijn juf’
Het is spannend, zo’n eerste kerstdiner op school. En dan kan je kleine in al z’n enthousiasme de festiviteiten íets te ver door trekken.
De buurman die geen cent betaalt voor zijn kinderen. De munttheemoeder die niet werkt en duizenden euro’s vangt. De vriendin die haar luie ex moet onderhouden. Inderdaad, alimentatie is een bron van verdriet en ellende.
“Hoeveel?!” Vriendin K. verslikt zich bijna in haar gevulde jalepeñopeper. “Veertigduizend euro? Alimentatie? Als in: extra? Per jaar?”
We lijken net een stel vriendinnen uit een Amerikaanse sitcom: roddelen en oordelen. Over die ene moeder uit de sportschool die gescheiden is, niet werkt, maar wel een riant optrekje bewoont met haar drie kinderen. Het is pure noodzaak, die roddel en achterklap: we hebben voorbeelden nodig.
K. gaat scheiden en dus moet ze – naast de eerste levensbehoeften als het zeker stellen van haar huis en waken over de bekraste zieltjes van haar twee kinderen – ook van alles weten over alimentatie. Voor die kinderen, in de eerste plaats, maar ook wat zij moet gaan betalen. Haar aanstaande ex is namelijk met afstand de minst kapitaalkrachtige van hun twee, en dat betekent dat zij moet bloeden.
Omdat ik al jaren gescheiden ben zou ik de goeroe moeten zijn als het gaat om alimentatieadvies, maar niks is minder waar. Ik ontvang namelijk geen cent. Niet omdat mijn ex een rotzak is, of ik zo ruim bij kas zit, maar gewoon omdat ik het niet wil. Terwijl ik slechts een fractie verdien van wat hij maandelijks binnenharkt.
Voor de kinderen draagt hij overigens wel genereus bij, maar dat is niks meer dan compensatie van de kosten voor hun – overigens peper dure, als je het opeens zwart op wit voor je hebt liggen – levens onderhoud. Dat ik in mijn eentje regel en deels betaal. Maar mijn eigen kleding en wcpapier? Die betaal ik zelf wel, dank u. Ik heb niet voor niets een studie gevolgd.
K. vindt het niet meer dan normaal dat zij het onderhoud van de kinderen betaalt. Dat doet ze hun leven lang al in haar eentje, dat daar nu een stempel van de rechter op komt, braaf berekend volgens officiële Tremanorm die haar verplicht dat vol te houden tot ze 21 zijn, verandert niks aan de zaak.
“Sterker nog: als ze gaan studeren, lig ik nog een paar jaar langer krom”, roept ze boven haar wijn. Ze neemt nog een slok, tikt wijzend tegen haar glas en vervolgt: “Dat ik déze jongens daarnaast mag blijven betalen voor mijn ex, dát vind ik dus een beetje jammer.”
Zacht gezegd een understatement, want feitelijk drijft die partneralimentatie – driehonderd euro per maand bovenop de zeshonderd euro per kind – haar tot pure razernij. “Een toelage. Van mij voor hem. Omdat hij het vertikt wat harder te werken. Wát een loser.”
Eh ja, dat moet ze de komende twaalf jaar – al staat die looptijd al heel lang ter discussie. De berekening gaat zo ongeveer als volgt: het salaris van de meest verdienende partner, minus de kinderalimentatie en zijn of haar vaste lasten en daar dan ongeveer de helft van, is voor de ex. Elke maand.
En nog wat extra regeltjes in kleine letters. Dat je wel getrouwd was bijvoorbeeld, of geregistreerd partners. Je kunt zelfs een overlijdensrisicoverzekering afsluiten op je ex, om de inkomsten uit de alimentatie zeker te stellen. Dat heeft de sportschoolmoeder die zojuist over de tong ging al geregeld, naar het schijnt. Allemaal roddels natuurlijk, waarvan ik me sterk afvraag of er iets van klopt.
Partneralimentatie is, in tegenstelling tot kinderalimentatie, namelijk nog altijd bruto. En van de twintigduizend euro per jaar die van die veertigduizend overblijft, kun je echt niet in zo’n huis wonen als je zelf niks verdient. Misschien moet het arme mens in werkelijkheid op een houtje bijten. En betalen haar lieve ouders de stadsvilla, designkleren en perfect gemanicuurde nagels.
Ik snap wel dat K. zich verslikt. Met haar huwelijk heeft ze zojuist namelijk ook het gros van haar vermogen weggegooid, waarvoor ze zo hard heeft gewerkt in haar eigen bedrijf. Combineerde destijds perfect met Man, vond ze, die zelf iets minder ambities koesterde en een groot deel van de tijd voor de kinderen zorgde. Iedereen blij.
Tot de relatie klapte, en ze haar winstdeling mag afdragen aan het onderhoud van haar ex. Daar zit ze dan, in haar nieuwbouwvilla: de helft van de tijd zonder kinderen en in de koelkast ligt eten van de lokale prijsvechter. “Berooid is anders, maar de prijs voor mijn mislukte relatie is wel heel erg hoog.”
Noem me naïef, maar ik begrijp het niet zo, mensen die zich nog twaalf jaar lang na hun scheiding laten betalen door hun ex. Dat je de ander laat bijdragen aan jullie gezamenlijke kinderen: tuurlijk. Of even wat opstarthulp vraagt nadat je hem jaren hebt ondersteund door zelf parttime te gaan werken omdat toch íemand voor de kinderen moest zorgen. Maar twaalf jaar lang je hand ophouden? We leven toch niet meer in de jaren zestig?
Lees ook
‘Ik verdien 38.000 euro per jaar, maar we redden het niet’ >
“Nou, ik zou het zo aannemen”, zegt W. een paar dagen later verbitterd. “Als ik het had kunnen krijgen.”
Drie jaar geleiden scheidde ze van de man die zich tijdens hun huwelijk had opgewerkt tot een goed betaalde functie, maar zich op het moment van scheiden liet ontslaan. “Weg alimentatieplicht. Met het freelance baantje dat hij accepteerde kon hij de lasten voor onze onverkoopbare tweekapper nog net ophoesten, terwijl ik met de kinderen zit te klappertanden in een bouwval, rijp voor de schuldsanering. Dan ben je wel een paar jaar kribbig, hoor.”
Zéker als je bedenkt dat de ex doodleuk weer een goede baan accepteerde zodra het echtscheidingsconvenant was getekend. “Natuurlijk heb ik zelf al lang een baan, maar onze levens zijn op geen enkele manier gelijkwaardig. Bij mij is nooit ruimte voor iets extra’s voor de kinderen, terwijl hij drie keer per jaar met ze op vakantie gaat. Zonder verder een cent voor ze te betalen.”
Ja, dan kan ik wel stoer doen; zo slecht ben ik er nou ook weer niet vanaf gekomen. Mijn ex sterft misschien elke maand een beetje wanneer hij zijn bijdrage voor de kinderen betaalt; hij dóet het wel. Hij kan zich nog steeds met gemak een nieuwe smarttv met hysterische afmetingen veroorloven. Plus een auto die zo te zien niet alleen mijn vertrek, maar ook nog een paar andere zaken moet compenseren. Dus wat valt er dan te klagen? Andere mannen lopen leeg op hun exen.
Natuurlijk vind ik het weleens zuur. Als mijn twaalf jaar oude beeldbuis opeens uitzendt in groen en grijstinten en de kinderen hysterisch gillen dat de spiksplinternieuwe spelcomputer bij papa het wel altijd doet. Of als de auto weer kantje boord door de apk is gekomen. Ik weer eens sta te stoeien in mijn te kleine keuken of snak naar een bad – allemaal dingen waarop ik heb ingeleverd. Maar ik ben tenminste niet afhankelijk van een man die ik heel bewust uit mijn leven heb gezet.
Ik red het prima zonder hem, desnoods ook zonder kinderalimentatie. Wens hem veel geluk met zijn midlifeauto, en ben dolblij dat ik me in een eventuele nieuwe relatie niet afhankelijk hoef op te stellen. Want dat is ook nog een punt: zodra je samenleeft met een nieuwe partner, vervalt de partneralimentatieplicht van je ex. Wat wel even een gat slaat in je inkomen. Dan moet die nieuwe lover wel van erg goede wil zijn. En kapitaalkrachtig. Over een gelijkwaardige relatie gesproken.
Dat ziet vriendin T. heel anders. Dat haar ex kostte wat kost in de echtelijke woning wilde blijven na hun scheiding, was één ding. Dat zij daardoor een peperduur huis moest huren, was een tweede.
“We verdienen allebei niet slecht, dus de kinderalimentatie leverde mij per saldo niet zo heel veel op. Ik ging er wel enorm op achteruit in vaste lasten. Dat hebben we in goed overleg opgevangen met partneralimentatie: de kleine kinderbijdrage plus tweehonderd euro netto per maand voor mij, geven me twaalf jaar lang net dat steuntje waardoor we toch dicht bij elkaar kunnen blijven wonen voor onze twee kinderen.” Modelscheidingen, ze bestaan best.
Even leek het bij goede vriendin R. ook zo soepel te lopen. Co-ouderschap voor de kinderen, geen gedoe over de boedel, zij bleef in het huis, hij trok in een nieuw appartement met dito vriendin – alles volgens het boekje. Tot haar ex, na de officiële afwikkeling van de scheiding, de eerste alimentatietermijn liet verstrijken. En de tweede.
“Waar anderen vechten vóór het echtscheidingsconvenant er ligt, begint de hel bij ons nu pas. Terwijl dit het punt is waarop de rust juist zou moeten terugkeren. Ik heb hem tijd gegeven, geprobeerd met hem te praten, maar hij betaalt geen cent. Ondertussen kom ik aan het eind van elke maand geld tekort, terwijl ik al fulltime werk. Nadat ik het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (LBIO) heb ingeschakeld, wat óók weer geld kost, zit er nu een advocaat op.”
Lekker dan. Mijn scheiding verdiende misschien geen schoonheidsprijs, en vrienden zullen mijn ex en ik nooit meer worden. Maar wat ben ik blij dat alles geregeld is nadat we alle financiële banden (zolang het niks te maken heeft met kinderen en de omgangsregeling) hebben doorgesneden. Bovendien: die prijsvechter verkoopt spotgoedkope, fantastische champagne. K. en ik nemen er nog een slokje op.
Dit artikel heeft eerder in Kek Mama gestaan.
Meer lezen? Neem hier een abonnement op Kek Mama, de #1 glossy voor moeders.