Eerste kerstdiner op school: ‘Een halfuur later belde zijn juf’
Het is spannend, zo’n eerste kerstdiner op school. En dan kan je kleine in al z’n enthousiasme de festiviteiten íets te ver door trekken.
De zoon (11) van Mechteld (38) is wat druk, volgens school. Dat ze weigert hem diepgaand te laten testen op ADHD, nemen de leerkrachten haar niet in dank af.
Mechteld: “Al in mijn buik was Alwin zo druk, dat hij me gekneusde ribben schopte. ‘Zo zo, die zal laten weten dat hij er is’, grapte de verloskundige. Tot hij kon lopen, zat hij in een draagdoek met zijn gezicht vooruit, om vooral maar alles mee te krijgen wat om hem heen gebeurde, maar ook het contact met mij niet te verliezen. Hij had continu prikkels nodig.
Alwin was altijd bij me, de box accepteerde hij niet. Hij had zijn eigen keukenkastje, met plastic servies, dat hij leeg haalde terwijl ik kookte. Zijn middagslaapje was verleden tijd toen hij een jaar was.
‘Het is een snelle’, zeiden ze op het kinderdagverblijf. Ook eenmaal op de basisschool was Alwin alles behalve een muurbloempje. Zijn resultaten waren uitmuntend, zijn vraag om aandacht evenredig hoog.
Hij kreeg verrijkingsstof om zijn drukke gedrag in de klas te temperen. Alwin verveelde zich gewoon, dacht school. Maar de verrijking hielp niet; hij zat altijd achterstevoren of ondersteboven op zijn stoel. In groep 5 vroeg een juf voor het eerst: ‘Hebben jullie weleens aan ADHD gedacht?’
Tuurlijk hadden we dat, en geconcludeerd dat daar geen sprake van was. Alwin was gewoon een jongen, misschien iets drukker dan gemiddeld. Maar hij kon ook uren verzonken zitten in een Donald Duck-pocket, of Lego bouwen. Niet bepaald kenmerken voor een kind met ADHD.
Natuurlijk: wij zijn geen deskundigen. Dus besloten we Alwin toch te laten testen, maar dan wel zo breed mogelijk, en niet specifiek op ADHD. Als hij iets mankeerde, dan kwam het er dan wel uit. Maar er kwam niets uit, anders dan dat hij misschíen wat kenmerken had van ADD, dus zonder het hyperactieve aspect. Maar dat baseerde de orthopedagoog alleen op het feit dat toen Alwin een poppetje in elkaar moest zetten, hij de armen op de plek van de benen had geplaatst, en de benen op de plek van de armen. Alles behalve zorgwekkend, concludeerde ze. Typisch de humor van Alwin, concludeerden wij.
Lees ook:
‘Onze hond en poezen slapen bij onze zoon in bed’ >
De juffen in groep 6, in groep 7; ze bleven hetzelfde zeggen. Alwin was zó beweeglijk, het kon toch niet dat hem niets mankeerde? Ik wees ze op het pedagogisch onderzoeksrapport, maar dat hielp niet. Wel stemden we in met gesprekken bij de intern begeleider. Die constateerde dat Alwin een slimme jongen is, maar toch wel erg snel afgeleid. Ze raadde ons ‘met klem’ aan hem nog een keer te laten testen. Ik wist niet wat ik hoorde: het pedagogisch onderzoeksrapport lag voor haar neus!
Toen mijn man en ik begin dit jaar – Alwin zat inmiddels in groep 8 – opnieuw bij de leerkracht werden geroepen vanwege zijn drukke gedrag, was ik er klaar mee. ‘Hij mankeert niks, jongens van elf bewégen nu eenmaal!’, riep ik. ‘Er zijn in de klas meer jongens met geen duidelijke diagnose die toch medicatie krijgen’, zei de juf, ‘en die vele malen beter presteren dan eerst.’
Ik ontplofte bijna. Mijn kind hóeft niet beter te presteren, hij functioneert prima; beweeglijk of niet. Het is goed dat er medicatie bestaat voor kinderen die het nodig hebben, maar ik dwing geen diagnose af voor mijn hooguit wat drukke zoon, om het de juf wat makkelijker te maken.
Inmiddels hebben we een middelbare school uitgezocht voor Alwin. Op het aanmeldingsformulier staat een aantekening van school: ‘Heeft niet gediagnosticeerde concentratieproblemen’. Ik heb het ondertekend om van het gezeur af te zijn, en het pedagogisch onderzoeksrapport toegevoegd. Dat is het laatste woord dat ik erover spreek: ik laat mijn kind niet meer testen op ADHD. Zo lang zijn prestaties goed zijn, wennen ze maar aan jongensgedrag.”
Meer Kek Mama? Volg ons op Facebook.