In de clinch over de opvoeding: ‘Eén keer heb ik uit wraak zo’n halve kikker aan mijn man geserveerd, bij het avondeten’

legoblokjes op kleur gesorteerd Beeld: Getty Images
Jorinde Benner
Jorinde Benner
Leestijd: 5 minuten

Dat jullie het vroeger over alles eens waren, kwam waarschijnlijk omdat je verblind was door liefde, want nu jullie ouders zijn ben je weleens verbijsterd over wat je partner nu weer uitkraamt.

Lees verder onder de advertentie

Die frikandel was toch al dood

Ze hadden het zo mooi afgesproken en waren het roerend eens: Marit en haar man zouden hun zoon vegetarisch opvoeden. Marit: “Maar Bodhi was nog geen twee en hij had zijn eerste frikandel al te pakken. Die kreeg hij van papa, in de dierentuin. Ik kreeg er nog een foto van ook. Bijschrift: ‘Vindt-ie lekker joh!’ Ik was furieus. Wat mijn man naar binnen schuift moet hij zelf weten, maar het getuigt van weinig respect dat hij onze afspraak zo lomp aan zijn laars lapt. ‘Kom op schat’, reageerde hij, ‘die frikandel was toch al dood, en onderzoek heeft uitgewezen dat er van alles in die dingen zit, maar weinig vlees.’ 

Lees verder onder de advertentie

Ik kon er niet om lachen. Als wij het goede voorbeeld niet geven, van wie leert hij het dan verantwoordelijk met dieren en het milieu om te gaan? Niet van zijn vader, zoveel is duidelijk. De borden vliegen nog net niet door de kamer, maar het ís voorgekomen dat ik hem voor het eten naar zijn moeder stuurde om daar aan te schuiven. Als wat ik kook niet goed genoeg is, gaat ie maar ergens anders gehaktballen eten. Hij klaagt nooit over wat ik wel kook, maar vooral over wat níét op tafel verschijnt. Koop dan een broodje filet americain tijdens je werkpauze, denk ik dan, of bestel een portie bitterballen in het café. Maar val ons kind er niet mee lastig.” 

En wie draait er weer voor op?

Renate ligt met haar man in de clinch over twee harige huisgenoten. “Wat waren mijn dochters blij toen ik thuiskwam van een zakenreisje en twee katjes aantrof. ‘Kijk mam, hoe lief’, kirde oudste. ‘De grijze is van mij en de zwarte van haar.’ Ik werd niet goed. Zuurstokroze kastelen in de woonkamer, een gang vol wandelwagens, stepjes en kinderfietsjes – ik vind het allemaal prima, maar we hadden één afspraak: geen huisdieren. Ja, een verzorgpony als ze negen en elf zijn, die kost me hooguit een paar stinkende paardrijbroeken per week. Nu was ik welgeteld twee dagen weggeweest en stelde hij me voor een voldongen feit. De meisjes waren natuurlijk halsoverkop verliefd geworden op die beestjes. Ik zou wel de wreedste moeder ter wereld zijn om ze weer af te nemen.

Lees verder onder de advertentie

‘Je wéét hoe ik hierover denk’, siste ik naar mijn man. Hij moest lachen: ‘Jij vindt ze ook enig, geef nou maar toe.’ Natuurlijk vind ik dat, maar binnen drie dagen wist ik weer waarom ik geen beesten wil. Want wie kan de kattenbak verschonen, elke dag stofzuigen en die beesten voeren? Precies. En dan zwijg ik nog over de ondergekotste dekbedden, onze bank die aan flarden ligt dankzij kattennagels en de half opgegeten kikkers die ze het huis in slepen. Eén keer heb ik uit wraak zo’n halve kikker aan mijn man geserveerd, bij het avondeten. Die grap doet het nog steeds fantastisch op feesten en partijen, maar de kattenbak heeft hij nog steeds niet verschoond.”

Zo gek als een legoblokje

De man van Merel heeft een schoonmaak- en opruimmanie. “Niet te zuinig ook. Ik vraag me af hoeveel kinderen lego hebben die twee keer per week in de vaatwasser gaat. De complete Duplo-dierentuin van onze jongste zoon stopt hij in de wasnetjes die bedoeld zijn voor mijn panty’s en beha’s. Mijn vent verdient een medaille voor vindingrijkheid. Niks mis met schoon speelgoed, zou je zeggen, maar zijn poets- en opruimwoede neemt zulke vormen aan dat het schier onmogelijk wordt in mijn huis te leven.

Lees verder onder de advertentie

Trek ik mijn ene sneaker aan, word ik een seconde afgeleid door de kinderen, is de andere spontaan verdwenen. Opgeruimd. Heb ik net vijftig euro afgerekend met onze werkster die de keuken een grote beurt heeft gegeven, komt mijn man thuis en gaat het blinkende aanrecht poetsen. Kleertjes die ik klaarleg voor de volgende ochtend: binnen een uur liggen ze alweer keurig in de kast. De brief die ik op de passagiersstoel van de auto leg zodat ik hem niet vergeet op de bus te doen: weg. De lunchtrommels op het aanrecht die ik nog moet vullen, de tas met lege flessen op de deurmat die mee moet naar de supermarkt, het vlees dat ligt te ontdooien: alles wordt neurotisch opgeruimd. ‘Hou nou eens op met dat dwangmatige gedoe!’ gil ik vaak, maar dan kijkt hij me aan of ik gek ben geworden. En zegt: ‘Hallo, wees blij dat ik je help.’ Ha, ik heb liever dat hij de schutting een keertje schildert. Maar dat doet hij niet, want daar krijg je vieze handen van.”

Dit artikel stond eerder in Kek Mama Special 3 Modern (Happy) Family.

Meest bekeken