Eerste kerstdiner op school: ‘Een halfuur later belde zijn juf’
Het is spannend, zo’n eerste kerstdiner op school. En dan kan je kleine in al z’n enthousiasme de festiviteiten íets te ver door trekken.
Zeven kinderen, twee exen, zes oma’s en opa’s, een pup en honderd broers en zussen plus aanhang: zie dan maar eens een kerst te plannen. “Zo’n feest waarop we nonstop jubelen hoe leuk zo’n samengesteld gezin toch is.”
“Hij schenkt witte wijn in, mijn nieuwe liefde. Er zit condens op de glazen. We zitten aan de tuintafel met twee ouderschapsplannen voor onze vakantiebruine neuzen. Het is september en we praten over Kerst. ‘Want voor je het weet is het november en dan heeft iedereen zijn plannen al gemaakt’, zeg is.
Dit proactieve inzicht was natuurlijk niet van mij afkomstig maar van mijn schoonmoeder. ‘En dan vissen wij weer achter het net’, had ze er eigenlijk achteraan willen zeggen. En ze heeft gelijk. Je moet er als de kippen bij zijn met ons.
Een samengesteld gezin is puzzelen voor gevorderden. Bij elkaar hebben we zeven kinderen; drie van hem en vier van mij. We hebben een ingenieus schema in elkaar ge-co-ouderschapt en wonen in een duiventil. Ons kroost vliegt in en uit. Soms is het druk en dan weer wat rustiger. Door de week wisselen de kinderen elkaar af. De eerste helft van de week woont zijn trio bij ons en de tweede helft strijkt mijn kwartet neer. In het ene weekend zijn alle zeven kinderen hier en in het andere weekend geen.
We moeten aan de slag, want over drie maanden is het zover. Over drie maanden is het al kerst. Juist ja, over DRIE maanden al kerst?! Ik wen hier niet aan. Het komt te snel. Ik ben er nog niet klaar voor. Net als de fokking pepernoten die in augustus gaan klaarliggen in de winkel om mij te laten schrikken. In het ouderschapsplan zoeken we op wat we ook alweer met de exen hadden bedacht, ooit rond die scheiding. Dat blijkt niet hetzelfde te zijn, lekker handig.
Hij heeft de afspraak met zijn ex om de kerstvakantie in twee gelijke weken te verdelen waardoor je de kinderen met kerst of met de jaarwisseling hebt. Ik heb de afspraak met mijn ex om de kerstdagen te verdelen en met de jaarwisseling om en om de kinderen te hebben. Zo kunnen we dus wel elk jaar kerst vieren met de kinderen, op een nader te bepalen kerstdag.
Officieel zijn dit dus de afspraken, maar zoals het met veel punten uit het ouderschapsplan gaat: in de praktijk wijken we daar vaak van af. En mochten we er niet uitkomen, dan vallen we terug op het plan. Dat was – en is nog steeds – onze gedachte. Als iedereen dit jaar nou een beetje in de flexibele stand staat, maakt die kerstgedachte best een kans.
Regeren is vooruitzien, leerde ik van mijn vader. En dat gaat bij mij niet vanzelf. Ik ben van nature niet zo vooruitkijkerig. Maar ik hou wel van regie, dus ontkom ik er niet aan bijtijds in actie te komen en de mogelijkheden in kaart te brengen.
Tussen de zomerse geuren en geluiden, buigen wij ons dus over kerstavond, eerste kerstdag, tweede kerstdag en – welja – derde kerstdag. Raar voelt het. En truttig, zo ver vooruit. Maar ik moet toegeven: het voelt ook opgeruimd en verstandig. Net als mensen die hun zomervakantie al boeken in de winter.
Dus bladeren, swipen en krassen wij ons een zomeravond lang door agenda’s en kalenders om te komen tot een plan voor december. Als rond middernacht de buurman zijn barbecue dooft, zijn wij eindelijk klaar met ons kerstplan. En, al zeg ik het zelf, dat mag een wonder heten.
Nu zou de indruk kunnen ontstaan dat we een compleet draaiboek hebben uitgepoept. Van een creatief dagprogramma tot een origineel kerstdiner. En misschien eindelijk een alternatief voor die eeuwigdurende cadeauregen van opa en oma die – ach laat ons nou toch – veel te dure dingen kopen en zo onze kinderen tot verwende etters maken. Dát zou nog eens fijn zijn, zulke suggesties.
Maar helaas. Dit kerstvoorstel bevat enkel en alleen de Planning Der Dagen. Wie is Waar Wanneer en Waarom. Puur dagdelen en tijdsvlakken in een saaie Excel. Want we hebben natuurlijk niet alleen te maken met onszelf en onze zeven dwergen. Er is meer.
Allereerst de exen. Dat wil zeggen, alleen die waarmee we kinderen hebben gemaakt natuurlijk. Twee opper-exen dus, die we heus een nieuwe liefde gunnen, maar waarbij we rond de feestdagen toch stiekem wel blij zijn dat dat nog niet aan de orde is. Man, dat scheelt de wereld.
Een opa en oma aan zijn kant. Twee opa’s en twee oma’s aan mijn kant. Wij zijn in de familie namelijk nogal van het scheiden. Mijn ouders begonnen er ooit mee en goed voorbeeld doet volgen, zeg maar. Dus in deze kerstpuzzel zijn zij met hun nieuwe partners goed voor vier puzzelstukjes.
Broers en zussen, ook die hangen aan de stamboom. Aan mijn kant een broer met vriendin en zoontje. Die vriendin – heus, dit is relevant – komt ook uit een gescheiden gezin. Haar moeder hertrouwde en kreeg nog een dochter met haar nieuwe man. Toen hij een paar jaar geleden overleed, vonden wij het wel zo gezellig om moeder van schoonzus plus dochter ook op ons paasbest door de kerstdagen te slepen. Volgt u het nog?
Om de zaken overzichtelijk te houden, bof ik zelf ook met een zusje uit een latere relatie van mijn moeder. Bovengenoemde grietjes (als het goed is heeft u er twee geturfd) zouden officieel dus ‘halfzusjes’ zijn van respectievelijk mijn schoonzus en dus die van mij. Maar omdat dat een uiterst ongezellige term is, doen we daar niet aan. Hele zusjes dus. Wij doen aan Hele Leuke Zusjes. Dan heeft de man op wie ik ben ook nog drie broers en een zus die op hun beurt weer goed zijn voor in totaal acht kinderen aan nageslacht. Zo.
En hiermee hebben wij dus een potje zitten puzzelen. Met een kerstplan tot gevolg. Eigenlijk een ‘voorstel’ want hoo hoo, er staat nog niets vast. We hebben natuurlijk niets eenzijdig besloten. Dus het is een voorstel voor een vredige kerst.
Een voorstel waar hopelijk iedereen zich in kan vinden. Een voorstel dat niemand teleurstelt, dat voor iedereen uitvoerbaar is, niemand tegen het verkeerde been stoot, dat eerlijk verdeeld is ten opzichte van eerdere jaren en van andere familieleden. Die hebben blijkbaar ooit zwaar achtergesteld en depressief onder de boom liggen huilen omdat wij of zij of weet ik veel wie, te laat aan kwamen kakken of in de verkeerde jurk of met de verkeerde wijn of misschien omdat ze helemaal wegbleven met kerst?!
Moet dit leuk worden? Schat, is er nog witte wijn? En een oxazepam? Mijn hemel, ik weet het ook allemaal niet meer. Drie maanden, we hebben nog maar drie maanden hè?
In de tijd die volgt zwakken we ons ijverige voorstel noodgedwongen af naar ‘suggestie’ tot het vervolgens droevig degradeert tot ‘Ach joh, het was maar een ideetje, kwam toevallig ter sprake.’ Alle genodigden vinden er wat van, hebben ideeën, bezwaren, maar gelukkig zijn er ook complimenten. Voor het initiatief. En: iedereen heeft er zin in. Nogal wiedes, ze zijn (per ongeluk) allemaal uitgenodigd bij ons.
Bij het horen van een vroege kerstballade in oktober (waarvan ik dus in de war geraak) werd ik overvallen door pure nostalgie. Ik zag het al voor me, ons eigen huis als decor voor een warme, ongecompliceerde familiekerst. Iedereen zou welkom zijn en we zouden non-stop jubelen over hóe leuk zo’n samengesteld gezin toch wel niet was. Halleluja! En toen verstuurde ik pardoes die kerstuitnodiging.
Stress. Ik had stress. Want koken kan ik niet (laat staan kerstachtig voedsel) en feestjes geven vind ik over het algemeen eng (want stel toch eens dat het niet leuk is). Blijkbaar was ik dat vergeten in die nostalgische bui. En nu zat ik mooi met de gebakken peren. Ook al klinkt dat als een kerstig voorgerecht, je hebt ze liever niet aan de kersttafel.
In november verwelkomen we Sinterklaas en zetten we vier keer negen schoenen die eerlijk en evenredig gevuld worden. Hijg hijg. En dan is het vijf december. Er liggen jute zakken voor de deur en de kinderen graaien, juichen, scheuren, snoepen en lachen. Wat zijn ze lief. En wat spelen vier van de zeven hun gelovige rol goed mee. De man op wie ik ben geeft me een glas wijn en komt naast me zitten.
In de hectiek van pakjesavond fluistert hij in mijn oor: ‘En jij lieverd? Wat vraag jij aan Sinterklaas?’ Ik rol met mijn ogen. ‘Een stressloze kerst’, antwoord ik bescheiden.
Het is half december en ik ben inmiddels vergroeid met mijn to-do-lijst voor kerst. Voor de kinderen wil ik de game-kelder leuk maken, overal moeten verse bloemen en mooie kransen en oooo, als we van het tuinhuisje nou eens een muziekstudio maken? Gaan we lekker jammen als familieband! Die ene muur, zal ik die nog even leuk behangen? Terwijl ik een stuk kerstbrood eet, haast ik me door de tuin om de muur op te meten. Naast mij huppelt de pup. Met zijn zes maanden pluizigheid volgt hij mij overal. En dan gebeurt het.
De pup ziet mijn kerstbrood. De pup wil mijn kerstbrood. Hij springt, ik schrik, verstap me, val en hoor een knak. Daar lig ik dan: uitgegleden in mijn eigen tuin door een hongerige pup. Een lullig tafereel. Mijn knie blijkt gebroken. Het huis kerstig versieren, familie ontvangen, überhaupt bewegen… ik kan het vergeten.
Gelukkig kunnen we nog reserveren bij een restaurant. Nood breekt wet want hond breekt knie. Wat een luxe, ik hoef ineens niets meer te doen. ‘Die Sinterklaas hè.’ Mijn verkering parkeert m’n rolstoel aan de tafel in het restaurant, ‘Stuur die maar om een boodschap.’ Hij knipoogt. ‘Een stressloze kerst voor mevrouw, anders nog iets?'”
Ga voor me-time met Kek Mama Magazine!