Elsa: ‘Ik schrok me kapot toen ik via de babyfoon zag wat de oppas deed’
De oppas in de gaten houden via de babyfoon, je kunt het eigenlijk niet maken. Toch deed Elsa het, en daar is ze achteraf gezien heel dankbaar voor.
Bij de door antroposofie-geïnspireerde Maaike thuis weinig plastic spullen, maar elfendeurtjes in de plinten, een boekenkast op kleur en uiteraard een seizoenstafeltje.
Voorstel rondje
In een twee-onder-eenkapwoning in Driebergen wonen Maaike (40, programmamanager bij de Vereniging van Vrijescholen), Ruben (44, bouwkundig taxateur) en zoons Isar (11), Liav (10) en Meir (6). Dochter Anat is als peuter overleden. De kinderen gaan naar de vrijeschool en het gezin laat zich inspireren door het antroposofische gedachtengoed.
Maaike: “”Ik ben dol op zowel regenboogkleuren als op de kleuren zoals ze binnen de antroposofie worden toegepast, dus die kom je bij ons thuis overal tegen. Onze boekenkast is op kleurnuance gesorteerd en lijstjes, prullen en slingers zijn op elkaar afgestemd zodat je niet psychedelisch wordt. Bovendien bied je een bepaald ritme aan dat kinderen uitnodigt tot lezen, creativiteit en spelen.
Er zijn overal grapjes verstopt: elfendeurtjes in de plint, een lamp in de vorm van een fotolijst – het is allemaal een beetje magisch. Dat is ook goed voor kinderen.
Uiteraard hebben we een seizoenstafel plus seizoenshoekjes die ik elke paar weken aanpas. Dat is een belangrijk onderdeel van de antroposofische opvoeding: het helpt de kinderen de kringloop en het ritme van de seizoenen te volgen. Wij halen de natuur naar binnen. Op zijden doeken rangschik ik planten, vilten poppetjes, takken en dingen die de kinderen buiten vinden. Van kastanjes tot colablikringetjes; mijn zoons zijn echte eksters.
Ik kwam al met de antroposofie in contact tijdens mijn basisschooltijd en verdiepte me voor het eerst in de antroposofie in 2003, toen ik zwanger was van Anat, onze eerste kind. Helaas is zij als peuter overleden aan een hersentumor, maar al bij haar zocht ik naar een school die net zo fijn was als de mijne vroeger. Ik informeerde naar natuurlijke kinderdagverblijven en kwam zo in aanraking met het gedachtengoed van Rudolf Steiner. Antroposofie betekent letterlijk ‘wijsheid van de mens’. Een kind wordt niet als een onbeschreven blad geboren, maar heeft van zichzelf al kennis en kunde. Als ouder help je die verder te ontwikkelen.
Volgens de antroposofie heb je naast de gewone wereld ook een niet-materiële werkelijkheid. Dat kun je als god zien of als de natuur. Alles draait om de vrijheid van denken, je eigen waarneming en zelfstandig oordelen. Ik vind het handig als hulpmiddel om me in de kinderen te verplaatsen.
Mijn man heeft weinig met het antroposofische gedachtengoed. Hij vindt het fantastisch dat we onze kinderen liefde voor natuur bijbrengen, dat de jongens naar een vrijeschool gaan en houten speelgoed hebben, maar hij heeft nog nooit een boek van Steiner gelezen en doet niet mee aan kledingvoorschriften.
We dragen bij voorkeur kleding van biologisch katoen, met daaronder een laag wol of zijde. Dat heet een ‘omhulling’, een beschermlaag tegen prikkels van buitenaf. Zelf vind ik het prettig omdat het in de zomer warmte en zweet absorbeert en het je in de winter warm houdt. Isar loopt het hele jaar in meerdere lagen katoen en wol. Hij heeft het altijd koud, hij wil zelfs in de zomer zijn winterjas aan. Mijn man draagt alleen wollen kleding als we kamperen en het echt koud is in de tent. Dat is prima. Antroposofie is mijn inspiratiebron, geen regelboek met straffen en geboden.
Het is het goede voorbeeld geven, dat heet voorleven. Ik gooi geen vuil op straat, respecteer het milieu en shop regelmatig bij de kringloopwinkel. Onze kinderen vragen vaak: ‘Mama, is dit verantwoord hout of plastic fantastic?’ Zo grappig. Ze spelen met hout, Kapla en bijenwaskrijt en potloden. Ik koop nooit iets van plastic. We krijgen het weleens cadeau en dan pak ik het echt niet af, maar gelukkig gaat het meestal snel stuk. Wel hebben de jongens Lego en Playmobil, dat vind ik creatief speelgoed en het gaat generaties mee.
Lees ook
9x de leukste natuurspeeltuinen >
Het liefst zou ik elke avond biologisch koken, maar dat is bijna niet te betalen. We hebben op een antroposofisch landgoed een collectieve biologisch-dynamische moestuin. Die onderhouden we met vijftig gezinnen. Vroeger had ik zelf een moestuin, maar nu we van Assendelft naar Driebergen zijn verhuisd, is de tuin daar niet groot genoeg voor. Ik heb nu alleen een theetuintje. Als Isar en Liav zin hebben in kruidenthee, pakken ze de schaar en knippen een paar blaadjes van de dropplant, lavendel of rozemarijn. Hebben ze stress, dan plukken ze kamille.
Voor het eten zeggen we gezamenlijk een spreuk op, dat doen de kinderen ook op de vrijeschool. We willen niet dat de kinderen als dieren aanvallen op het eten, het is goed even een moment van bezinning te hebben. Op school declameren ze: Aarde droeg het in haar schoot. Zonlicht bracht haar rijk en groot. Zon en aarde die ons dit schenken, dankbaar willen we u gedenken. Daardoor beseffen ze dat voedsel niet uit de supermarkt komt, maar dat er moeite voor is gedaan. Thuis is onze spreuk iets anders, we zingen meerstemmig en in het Hebreeuws. Ruben en ik willen onze kinderen ook iets meegeven van hun Joodse achtergrond.
Ruben en ik zijn niet tegen televisie, maar beperken de kijktijd. Isar wist tot zijn vijfde niet eens hoe de tv werkte, want die staat in een kast. Meir had dat veel sneller door, dankzij twee grote broers. Doordeweeks blijft de tv uit, in het weekend kijken ze naar – bijvoorbeeld – educatieve programma’s op de BBC. Niet alleen educatieve programma’s hoor, we proberen een balans te vinden tussen wat de kinderen leuk vinden en wat past bij hun leeftijdsfase. Inmiddels kunnen de twee oudsten die afweging al goed zelf maken. Ook houden we in het weekend een filmavond. Dan kiezen de jongens een film uit en eten we stokbrood en groente met een lekkere dip. Na de film bespreken we wat we hebben gezien. Wij vinden het niet gezond urenlang passief te kijken naar een beeld van de werkelijkheid terwijl je er middenin zou kunnen zitten.
Op de vrijeschool die wij hebben uitgekozen gebruiken de kinderen geen computers. Thuis mogen Isar en Liav op de laptop en iPad. Ze typen er hooguit eens per maand een verhaaltje op, meer behoefte hebben ze niet aan schermen. Zelf computer ik ’s avonds, als de kids in bed liggen. Overdag probeer ik niet op mijn iPhone en iPad te kijken, maar soms zeg ik: ‘Oké jongens, ik zet mezelf nu uit en de computer aan. Even een vakantiebestemming uitzoeken.’ Mama’s guilty pleasure.”
Dit artikel staat in Kek Mama 06-2018.
Nog meer Kek Mama?
Volg ons op Facebook en Instagram. Of schrijf je hier in voor de Kek Mama nieuwsbrief >