Eerste kerstdiner op school: ‘Een halfuur later belde zijn juf’
Het is spannend, zo’n eerste kerstdiner op school. En dan kan je kleine in al z’n enthousiasme de festiviteiten íets te ver door trekken.
Voor Mia, die haar eetstoornis zelfs voor haar man verborgen hield, was december een hel van verleidingen. Nadat haar geheim uitkwam heeft ze, met hulp, opnieuw leren eten. En daar hoorde genieten zonder schuldgevoel bij.
Mia (42, recruiter) is getrouwd met Joris (48, universitair docent). Ze hebben drie kinderen; Kiki (10), Wessel (9) en Veerle (2):
“Ik heb al mijn hele leven een redelijk verstoorde relatie met eten. Ik at graag en veel en dat leidde ertoe dat ik al op m’n zesde iets overgewicht had. Zo rond m’n achtste werd het me duidelijk dat ik anders was dan de rest. ‘Dikkie Dik’, werd ik door mijn klasgenoten genoemd.
Ik merkte dat mijn ouders zich steeds vaker zorgen maakten om mijn gewicht. Ze bespraken in mijn bijzijn wat ze aan actie moesten ondernemen om mij te laten afvallen. Onze patat/pizzadag werd afgeschaft, door mij. En ik moest op een sport, terwijl ik dat absoluut niet wilde. Ik haatte het.
Waar mijn dunne broertjes nooit een strobreed in de weg werd gelegd als het om koek, snoep of chips ging, werd er bij mij altijd naar een appel of een komkommer gewezen als ik iets wilde snacken. Het was mij wel duidelijk: dik is fout. Als ik foto’s van toen terugzie, zie ik overigens helemaal geen dik kind. Ik zie een wat voller, maar vooral heel onzeker meisje. Mijn ouders hadden er beter voor proberen te zorgen dat ik wat weerbaarder werd in plaats van slanker.
Het was het begin van een leven lang lijnen, stiekem eten, eetbuien proberen te onderdrukken en mezelf uithongeren. Dat ik in de loop der jaren een fors eetprobleem had ontwikkeld, had ik zelf niet in de gaten. Zoiets sluipt erin en wordt je waarheid. Ik ging ervan uit dat iedereen weleens een zwak moment had en dan een pak koekjes en halve pot pindakaas leegat.
“Mijn manier van eten was mijn grote geheim, zelfs voor Joris”
Daarbij had ik wel een keurige maat 38. Dat ik daarvoor na een eetbui soms twee dagen nagenoeg niets at, vertelde ik niemand. Mijn manier van eten was mijn grote geheim, zelfs voor Joris. Als ik ’s avonds weer eens amper opschepte, zei ik bijvoorbeeld dat ik heel laat geluncht had. Maar negen van de tien keer was het gewoon een straf voor een eetbui.
Na de geboortes van Kiki en Wessel bleef er een kilo of tien plakken. Ik had me tijdens mijn zwangerschappen nogal laten gaan. Eindelijk mocht ik eten, zo voelde het. Ik was mijn strijd kwijt. Dat ik steeds voller werd, vond iedereen alleen maar mooi. ‘Je straalt’, hoorde ik heel vaak. En dat was ook zo. Ik voelde me zo lekker.
Dat veranderde toen het leven-met-twee-kinderen-in-de-luiers als een soort pletwals over me heen denderde. Ik was óf aan het werk óf aan het opruimen óf aan het zorgen. En eerlijk: óf aan het eten en dan in de slechtst mogelijke vorm. Ik verstouwde mijn lunch terwijl ik achter mijn computer zat. Onopgemerkt at ik een reep chocolade op terwijl ik het huishouden deed.
Wat de kinderen lieten liggen ging er bij mij in. Er kwam nog vijf kilo bij. Ik verafschuwde wat ik in de spiegel zag en besloot mezelf keihard aan te pakken. Ik ging niet gezonder eten, ik stopte nagenoeg met eten. En dat werkt, ja, maar leuk is het niet.
Ik ben in die tijd geen gezellige moeder geweest. Als je amper eet, wordt je lontje steeds korter. De kilo’s vlogen eraf en hoewel dat me op een bepaalde manier gelukkig maakte, maakte de aanblik van voedsel me juist doodongelukkig. Ik droomde van eten. Ik probeerde uit alle macht mijn eetbuien te onderdrukken en dat lukte ook tot ik mijn streefgewicht bereikt had. De complimentjes waren niet van de lucht. ‘Wat zie je er goed uit!’ riep iedereen. Dat ik vanbinnen een wrak was, had niemand door.
Toen ik ‘op gewicht’ wilde blijven, begonnen de problemen echt. Ik mocht weer eten van mezelf en dat ging regelmatig volledig fout. Ik kreeg afschuwelijke eetbuien die ik beteugelde door te compenseren; na zo’n bui at ik rustig in 24 uur tijd niet meer dan een bakje kwark en een halve appel. Of ik stak mijn vinger in mijn keel. Ik voelde me daar ontzettend slecht onder. Niets hielp.
Ik heb bijvoorbeeld een tijdlang geprobeerd geen koek of snoep meer in huis te halen, maar dat is met twee kinderen toch een wat lastiger verhaal. Ik at wat er voorhanden was. Een compleet blik knakworstjes bijvoorbeeld. Ik heb ook een keer een hele zak met van die kleine yoghurtrozijntjes weggewerkt – ik schaam me dood nu ik dit vertel.
De feestdagen waren een regelrechte ramp voor me. Waar het voor Kiki en Wessel juist de leukste tijd van het jaar was, stond ik stijf van de stress – en dat merkten ze. We reageerden heel heftig op elkaar, er was veel ruzie.
De hele decembermaand draait om eten. Waar je ook kijkt zijn verleidingen. Opa’s en oma’s zetten ons huis vol met chocoladefiguren, waar de kinderen amper naar omkeken. Ik wel. In mijn buurt waren ze niet veilig. Het begon al begin november. In het dorp waar ik woon wordt nogal fanatiek aan Sint-Maarten gedaan. De grote bak snoep van Kiki en Wessel werd vrijwel geheel door mij opgesnaaid. En dan daarna dus weer op spoeddieet, zoals ik het in mijn hoofd noemde.
Half november kwam Sinterklaas in het land. Kilo’s pepernoten kocht ik – en at ik op, stiekem, als niemand keek. De kinderen taalden er niet naar. En dan van Sinterklaas vloeiend over op kerst en oud en nieuw. Alles is chocola, suiker, vet, veel, lekker. Ik kon er niet mee omgaan, toch tikte de weegschaal zelden +2 kilo boven mijn streefgewicht aan. Niemand wist welke strijd ik daarvoor leverde. Ik was heel eenzaam met mijn probleem. Zelfs Joris vertelde ik er niets over.
Lees ook – ‘Een maagverkleining is niet de makkelijke weg, weet ik nu’ >
Het keerpunt kwam toen hij mij betrapte. Hij kwam onverwacht vroeg thuis op een moment dat ik weer eens een enorme eetbui gehad. Terwijl ik alles er op het toilet weer uitgooide, werd er op de deur geklopt. ‘Mia, is alles goed met je?’ hoorde ik. Dat was Joris.
Ik schrok me rot en hakkelde dat ik me niet zo lekker voelde. Toen ik op zijn aandringen de badkamerdeur opende, zag ik aan zijn blik dat hij mij niet geloofde. Beneden zag ik waarom. De lege verpakkingen had ik op het aanrecht laten liggen.
‘Heb je niet gewoon veel te veel gegeten? Wat ben je toch aan het doen?’ vroeg hij. Voor mij was dat een breekpunt. De sluizen gingen open en ik kon niet meer stoppen met huilen. Alle pijn en verdriet kwamen eruit. Ik durfde Joris niet aan te kijken toen ik hem vertelde wat ik mezelf aandeed.
“Er viel een last van mijn schouders, alleen begon toen de strijd pas echt”
Hij hoorde alles in stilte aan en sloeg toen zijn armen om mij heen. ‘Je hebt hulp nodig, schat. Dit kun je niet alleen oplossen’, zei hij. Hij voelde zich heel schuldig dat hij nooit eerder alarm had geslagen, ondanks dat zijn onderbuik hem al langer aangaf dat er iets niet klopte. ‘Je hebt het heel goed weten te verbergen’, concludeerde hij. Er viel een last van mijn schouders dat mijn geheim niet langer een geheim was en dat ik er niet meer alleen voor stond. Alleen toen begon de strijd pas echt.
Het was eind augustus dat Joris mij betrapte en ik besloot dat het roer nu echt om moest. Halverwege oktober was er plek bij een psycholoog. De weken in aanloop naar die eerste sessie waren de hel. Ik voelde voortdurend Joris’ blik en zijn controle. We kregen er ruzie over.
Joris had me geadviseerd het ook met mijn beste vriendin te delen. Toen ik dat had gedaan, kreeg ik ook nog eens haar zorgen om mij erbij. Iedere dag appte ze me hoe het ging. Heel lief, maar ontzettend benauwend. Ze wilde er steeds over praten, terwijl bij mij de schaamte nog overheerste. Ik ging haar ontwijken. En mijn eetprobleem was niet verdwenen. Nog steeds at ik stiekem, of niet, en nog steeds gaf ik over als ik de mist in was gegaan.
Om bij de kern van mijn probleem te komen, ben ik met mijn psycholoog – met wie ik gelukkig een heel goede klik had – teruggegaan naar mijn jeugd. Daar bleek meer pijn te zitten dan ik ooit had gedacht. Ik heb mijn ouders met zaken geconfronteerd die ik diep had weggestopt. De scheve verhoudingen tussen mij en mijn broers. De steken onder water.
Ze waren zich van geen kwaad bewust en sloegen aanvankelijk als een verdedigingsmechanisme wild om zich heen. Pas nadat ze een keer meegingen naar therapie, viel het kwartje.
Ik zat vol in mijn behandelingen toen de feestmaanden aanbraken. Pepernoten eten werd huiswerk. Ik moest leren genieten van een handje. Het kerstdiner werd een tussentijdse toets, Joris was een ongelooflijk fijne steun. Ik leerde, met vallen en opstaan en behulp van een diëtist, opnieuw eten.
En ik herstelde de relatie met mijn lijf. Bijna twee jaar heb ik intensieve therapie gehad en er zijn momenten geweest dat ik de handdoek in de ring wilde gooien. Vijf maanden heb ik niet gewerkt. Mijn baas heb ik verteld dat ik een burn-out had. Ook dat was weer schaamte; liever zeggen dat je overspannen bent dan toegeven dat je een eetstoornis hebt.
“Ze hadden recht op een moeder die het goede voorbeeld geeft”
Ik ging door en bleef overeind voor mijn kinderen. Zij hadden recht op een moeder die ze het goede voorbeeld geeft. Een moeder die ze kan leren hoe je gezond eet en dat je van eten mag genieten. Ik moest dat alleen eerst zelf gaan beheersen. Beetje bij beetje ging het beter. Mijn streefgewicht hield ik niet vast en dat vond ik heel lastig. Het getal op de weegschaal is nog lang mijn vijand gebleven. Kiki en Wessel weten niets van mijn eetstoornis. Ik wil dat het liefst voor altijd bij ze weghouden; dit krijg je een kind gewoon niet goed uitgelegd, vind ik.
Toen Joris en ik net een relatie kregen, droomden we van een gezin met drie kinderen. Die wens had ik uit mijn hoofd gezet; ik wilde niet nog eens zwanger zijn, weer aankomen en dan opnieuw moeten strijden om de kilo’s eraf te krijgen.
Aan het einde van mijn behandeltraject begon het toch te kriebelen. Er was weer ruimte voor in mijn hoofd, zo leek het wel. Joris en ik hebben het er uitgebreid over gehad. We hadden allebei toch de angst dat ik opnieuw in mijn oude gewoonten zou vervallen.
Nog voor we een knoop hadden doorgehakt, besloot het lot voor ons. Ik was overtijd en bleek – ondanks de pil – zwanger. De gehele zwangerschap heb ik opnieuw begeleiding gehad van mijn psycholoog en ook mijn verloskundige heb ik verteld wat er een paar jaar daarvoor in mijn leven speelde.
Veerles komst was voor mij de definitieve ommekeer. Het was een feest van haar te genieten zonder de obsessie met mijn lijf en met eten, zo’n opluchting. Ze is nu twee en ik kan oprecht zeggen dat het goed met me gaat. Ik heb maat 40-42 en zit lekker in mijn vel. De feestdagen zijn niet langer een hel voor me, ik kan met de verleidingen omgaan. En als ik me een keer te buiten ga aan een chocoladekerstman, dan voel ik me daar niet langer schuldig over.”
In de glossy Kek Mama lees je de mooiste verhalen, meest herkenbare columns en de leukste fashion en lifestyle tips. Abonneer je nu voor slechts €29,95 per jaar en ontvang de glossy als eerste op je deurmat.