Eerste kerstdiner op school: ‘Een halfuur later belde zijn juf’
Het is spannend, zo’n eerste kerstdiner op school. En dan kan je kleine in al z’n enthousiasme de festiviteiten íets te ver door trekken.
Lucas (12), de oudste zoon van Kek Mama’s Jorinde, heeft één grote passie: freerunning.
Tijdens zijn eerste voetbalwedstrijd bij de mini-F’jes was Lucas zoek. Vijf jongetjes van vijf jaar renden in een kluitje achter de bal aan, en de zesde ̶ mijn zoon dus ̶ was in geen velden of wegen te bekennen. Een lichte paniek maakte zich van me meester: welke moeder raakt in hemelsnaam haar kind kwijt op het voetbalveld? Tíjdens een wedstrijd, welteverstaan?!
Koortsachtig speurde ik de reservebank af. Ik wilde net naar de toiletten rennen (een plaspauze komt immers altijd gelegen wanneer je vijf bent), toen ik hem ontdekte. Ergens in de verte, in een hoek van het veld en tientallen meters verwijderd van zijn team, maakte Lucas in opperste concentratie de ene koprol na de andere. Volledig in zijn element, en zich van geen kwaad bewust.
Ik probeerde mijn lach te onderdrukken en rende onopvallend naar hem toe. Ik gaf hem een tikje tegen zijn schouder, en haalde hem uit zijn acrobatische wereldje: “Rennen schat, de tegenstander scoort bijna!” Een beetje verstrooid holde hij gehoorzaam het veld op, geen idee wat nou eigenlijk precies de bedoeling was. Ze verloren de wedstrijd met twaalf-nul.
De volgende wedstrijden gingen niet veel beter. Hoe spannend het spel ook verliep, keer op keer draaide Lucas al koprollend om het hek langs de zijlijn, of stuiterde flikflakkend achter het doel door.
“Je moet hem wel op een teamsport houden hoor”, bemoederde mijn omgeving toen ik hem halverwege het seizoen maar uitschreef bij de voetbalclub. “Hartstikke belangrijk voor zijn sociale ontwikkeling.” Sociale ontwikkeling? Mijn zoon maakte al vriendjes tijdens het boodschappen doen; een teamsport leek me nou niet direct van levensbelang. Dus atletiek volgde. En tennis. Judo en jiujitsu. Niets bleek een succes – op die judo na dan, want daar kun je nu eenmaal enorm veel koprollen maken, en stoeien is natuurlijk altijd goed wanneer je wordt geregeerd door mannelijke hormonen.
Lees ook
16 Dingen die je denkt als je kleumend aan de zijlijn staat >
Welke sport Lucas ook probeerde te beoefenen, tijdens elke training en elke wedstrijd plukte ik hem van de meest uiteenlopende constructies. Zwaaiend aan de trap naar de tenniskantine. Springend van stoel naar stoel op de voetbaltribune. Precies wat hij altijd en overal al deed, natuurlijk. Want geen wandeling ging bij hem ooit in een rechte lijn over de stoep: de route naar school liep voor Lucas via muurtjes, hekjes, betonpaaltjes en andere obstakels.
Dat kind moet op turnen, bedacht ik twee jaar geleden. Op zich geen wereldschokkend inzicht na jaren van sporten die ík voor hem had uitgezocht, terwijl hij al niet anders deed dan stunten met zijn lichaam. Dus zo geschiedde. De avond na de eerste training ging hij stijf van de adrenaline zijn bed in. “Zo tof, mam: nu leer ik pas écht gave salto’s en trucs voor het freerunnen.”
Met zijn twaalf jaar en een indrukwekkende sixpack op zijn buik is hij inmiddels de held van het schoolplein. En wanneer ik hem weer eens met een soort dodemanssprong van onze schuur zie vliegen, of hem net niet kan behoeden voor een salto boven de betontegels, draait mijn maag zich nog elke keer om. Maar een kniesoor die daarom geeft, wanneer je je kind stralend hoort zeggen: “Dat freerunnen, mam, is echt mijn ding.”
Dit artikel is al een keer eerder gepubliceerd.
Nog meer Kek Mama?
Volg ons op Facebook en Instagram. Of schrijf je hier in voor de Kek Mama nieuwsbrief >