Elsa: ‘Ik schrok me kapot toen ik via de babyfoon zag wat de oppas deed’
De oppas in de gaten houden via de babyfoon, je kunt het eigenlijk niet maken. Toch deed Elsa het, en daar is ze achteraf gezien heel dankbaar voor.
Soms kom je er niet uit in je eentje en kun je wel wat advies gebruiken. Elke week vertelt een lezeres over haar dilemma.
Sabrina (35), moeder van Silvy (3) en Ole (10 maanden), woont samen met Jan-Willem (34).
“De dag dat Jan-Willem en ik de sleutel kregen van onze eerste woning samen, verbraken zijn ouders het contact met ons. We waren drie jaar samen, en hoewel het op persoonlijk vlak best klikte met mijn schoonouders, keurden ze ons ongehuwde samenleven af.
De relatie tussen Jan-Willem en zijn ouders stond al onder spanning, doordat hij op zijn achttiende brak met de kerk waar hij zijn hele leven al elke zondag kwam. Voor zijn ouders draait het leven om hun geloof. Dat hij nu ook nog eens tegen alle regels van die kerk ging samenwonen, konden ze niet verkroppen.
Over de geboortes van onze kinderen hing een grijze sluier, omdat hun grootouders er geen deel van uitmaakten. Ze waren viavia op de hoogte gesteld van mijn zwangerschappen, maar hadden nooit iets laten horen.
Nu we net de derde verjaardag van Silvy hebben gevierd, wederom in de afwezigheid van zijn ouders, wil Jan-Willem het tij keren. Hij kan het niet langer aan, het gemis van zijn ouders. De wetenschap dat ze de eerste jaren van het leven van hun kleinkinderen hebben gemist. En dat Silvy en Ole misschien wel zullen blíjven opgroeien zonder een opa en oma van papa’s kant. ‘Ik ontneem ze hun grootouders met mijn bokkige gedrag’, zei hij onlangs. En stelde voor om alsnog te trouwen.
Lees ook:
Samenlevingscontract, geregistreerd partnerschap of trouwen: dit zijn de verschillen >
Ik heb niks met het hele huwelijksinstituut. Ik snap niet waarom je tienduizenden euro’s uitgeeft om te bevestigen wat je al weet. We hebben kinderen samen; we zíjn al verbonden voor het leven. Bovendien: we kunnen het niet eens betalen. ‘Kunnen we dan niet beter een geregistreerd partnerschap aangaan?’, stelde ik voor. Maar dat telt niet voor de kerk, zegt Jan-Willem.
Het staat me tegen om te trouwen in opdracht. Dat ik me tot iets moet verplichten, alleen om mijn schoonouders ter wille te zijn, terwijl zij zonder pardon de deur dichtgooien wanneer hén iets niet aanstaat. Tegelijkertijd doet het me pijn dat Jan-Willem lijdt; ik gun hem natuurlijk een goeie band met zijn ouders. Maar hoe goed is die band werkelijk, als ze je dwingen tot iets waar je niet achter staat?
Ik wil niet verantwoordelijk zijn voor het in stand houden van de breuk. En ik gun mijn kinderen een opa en oma – zelfs al zijn hun denkbeelden zo anders dan de mijne. Maar om dan toch te trouwen, is me eigenlijk een brug te ver. Of moet ik me gewoon over mijn weerzin heen zetten?”
Meer dilemma’s van moeders? Volg ons op Facebook.