Elsa: ‘Ik schrok me kapot toen ik via de babyfoon zag wat de oppas deed’
De oppas in de gaten houden via de babyfoon, je kunt het eigenlijk niet maken. Toch deed Elsa het, en daar is ze achteraf gezien heel dankbaar voor.
Tessa was thuis met haar kinderen toen ze werd overvallen en een pistool tegen haar hoofd kreeg.
Tessa (41), getrouwd, moeder van Fien (7) en Jaap (4): “Als je aan het bevallen bent, verdwijnt alles om je heen. Je voelt je als een leeuwin met maar één doel: zo goed mogelijk je kind op de wereld zetten. Dit is te vergelijken met het gevoel dat ik had toen er op die maandagmiddag twee mannen ons huis binnendrongen en een pistool op me richtten. Mijn focus: hoe leid ik dit zo snel mogelijk in goede banen?
Mijn man was net naar kantoor vertrokken en vanwege de lockdown waren de kinderen thuis. Fien deed geen middagslaapjes meer, maar omdat ze erg moe was, had ik haar toch in bed gelegd. Ze was als een blok in slaap gevallen. Jaap speelde in de woonkamer toen mijn collega belde. Al bellend opende ik de deur voor een pakketbezorger – we hadden vast weer iets besteld – en praatte gewoon door, totdat hij met het pakketje ver mijn gang in stampte. Toen ik naar ons pad keek, zag ik een tweede man met een bivakmuts rennen. Zware voetstappen in het grind. Hij duwde mij ruw de gang in en griste de telefoon uit mijn handen. Ondertussen richtte hij een pistool op mij. De andere man schreeuwde hard: ‘Rustig blijven!’ Door de glazen deur van de woonkamer zag ik mijn zoontje staan.
Terwijl de man bleef schreeuwen: ‘Waar is de cash? Waar is de kluis? Opschieten!’ schreeuwde ik terug: ‘Eerst de kinderen!’ In mijn hoofd herhaalde ik deze zin als een mantra. Ik pakte Jaap op uit de woonkamer, legde hem over mijn schouder en zette hem in de hal voor de slaapkamer van zijn zusje. ‘Ga maar even naar Fien’, zei ik met mijn allergrootste glimlach in de hoop dat hij niks zou merken. Ik zag hoe hij de kamer in liep en trok de deur achter me dicht. ‘Opschieten!’ herhaalden de overvallers. Ik probeerde tijd te winnen door in de keuken een sleutel te pakken. Ik leidde de mannen naar het souterrain en ging ze voor de trap af. Even schoot er door mijn hoofd: ga ik nou serieus met twee overvallers de kelder in? Niemand wist dat ze binnen waren, niemand kon mij zien en mijn kinderen zaten boven.
“Misschien ga ik nu wel dood, dacht ik.”
Inmiddels bleek een van de twee mannen verdwenen, in onze slaapkamer op zoek naar waardevolle spullen. De andere leidde ik naar beneden, we kwamen terecht in de wijnkelder. Daarna liep de overvaller naar de garage. Daar schoot een automatische lamp aan die hem even van zijn stuk bracht. Ik vond een moment om de knop van de automatische garagedeur in te drukken. Hij riep dat ik die deur dicht moest doen en richtte weer het wapen op me. Ik hield me van de domme en krijste dat ik niet wist waarom die deur open ging. Ondertussen was het mijn escape. Op mijn panty’s rende ik zo hard ik kon onder de halfopen garagedeur door naar buiten. Onder de deur door zag ik dat wapen. Misschien ga ik nu wel dood, dacht ik. Mijn kinderen achterlaten in het huis en zelf naar buiten rennen is het moeilijkste wat ik ooit heb gedaan. Maar ik kon niet anders.
Toen ik op straat stond, hoorde ik mezelf keihard ‘Help!’ schreeuwen, net als in een film. Toch leek het nog uren te duren voordat iemand reageerde. Pas bij de derde keer dat ik schreeuwde zag ik de overvallers wegrennen. Er stopte een wagen van de plantsoendienst, die man belde 112. In no time stond de straat vol politiewagens. Toen ik even later in de tuin stond, hing er al een helikopter boven mijn hoofd. Ik haalde diep adem en besefte dat ik iets met de kinderen moest. Ik durf niet te zeggen hoe lang het allemaal heeft geduurd, misschien maar een kwartier.
De oudste haalde ik uit bed, de jongste zat rustig op de grond te spelen, alsof er niets aan de hand was. Ik heb ze in de huiskamer gezet en deed de gordijnen dicht. Daarna zette ik een film aan en zette ik een pak Fristi, een pak chocomel en een zak chips voor hun neus. Ik kreeg twee blije gezichtjes, want het leek opeens wel feest. Toen ik weer buiten stond, zwaaiden ze vrolijk. Ze hebben gelukkig niet gemerkt wat er aan de hand was.
Mijn man had ik meteen gebeld en ik heb hem rustig verteld wat er was gebeurd. Maar hoe ernstig het was, zag hij pas toen hij bij thuiskomst de vier politieauto’s voor onze deur zag staan en toen er mannen in witte pakken door onze tuin liepen. Even later bracht hij de kinderen naar mijn ouders. Ik heb ze die avond nog opgehaald en dacht dat het wel prima met me ging. De klap kwam pas de volgende ochtend.
“Ik voelde doodsangst als ik alleen al door mijn huis liep.”
Ik werd wakker en kreeg een paniekaanval. Zo’n benauwd gevoel, alsof ik doodging. Mijn man heeft de huisarts gebeld die me kalmerende tabletten voorschreef. Het hielp een beetje, maar de angst zat in mijn lijf. Ik voelde doodsangst als ik alleen al door mijn huis liep. Hoe dat voelt is nauwelijks te beschrijven. Het was vreselijk, want door de coronaperiode en de lockdown kon ik geen kant op en was ik juist veroordeeld tot mijn huis. Precies de plek waar ik even niet wilde zijn. Het voelde alsof de zenuwen onder mijn huid zaten. Als ik in bed lag en er een scooter voorbij raasde, zat ik rechtop in mijn bed. Zwetend keek ik dan uit het raam omdat ik bang was dat ze terug zouden komen. Al had ik geen idee waarom, want waarom ze nou juist ons huis uitkozen is nooit duidelijk geworden. Ze hebben uiteindelijk niks buitgemaakt.
Lees ook
‘Sinds een heftige val van de trap ben ik mijn reukvermogen kwijt’ >
Via via kwam ik terecht bij een traumatherapeut. Die zei: ‘Met EMDR-therapie kunnen we je geheugen niet wissen, maar we kunnen wel je herinneringen onschadelijk maken.’ Hij heeft me ‘gereset’. Al na de eerste sessie durfde ik alleen thuis te zijn met de deur open, het maakte een wereld van verschil.
Toch sta ik nog elke dag op met de overval en ga ik ermee naar bed. Of dat ooit naar de achtergrond zal verdwijnen, weet ik niet. Ik heb het er niet zo vaak over. Ik vind het vooral ook moeilijk dat ze overal in ons huis zijn geweest. We wonen er nog maar een paar jaar en ik was er heel gelukkig, maar dat onbezorgde gevoel is eraf door deze gebeurtenis. Ik reageer heftiger. Als een van de kinderen mij opeens bespringt en laat schrikken flip ik zowat. Ik heb ze niet verteld wat er precies gebeurd is – dat doe ik op een later moment – maar ik heb ze wel uitgelegd dat ik het niet prettig vind als ze dat doen.
De jongens die mij dit hebben aangedaan zijn opgepakt, de rechtszaken tegen hen lopen nog. Toen ik mijn verhaal deed was hun advocaat zo aangedaan dat ze moest huilen. Ik vertelde dat er een soort plastic folie tussen mij en de buitenwereld zit en daar de hele tijd die slechte film op getoond wordt. Ik ben mijn gevoel van veiligheid en onbevangenheid kwijt omdat ik nu weet hoe doodsangst voelt.
“Nu ik weet dat ik twee mannen mijn huis uit kon jagen, kan ik alles aan.”
Ik ben trots dat ik op mezelf kan vertrouwen en wil andere vrouwen dat ook laten zien. Hoe moeilijk de situatie ook is. Nu ik weet dat ik twee mannen mijn huis uit kon jagen, kan ik alles aan.”
Dit artikel staat in Kek Mama 14-2021.
Meer lezen? Neem hier een abonnement op Kek Mama, de #1 glossy voor moeders.