Eerste kerstdiner op school: ‘Een halfuur later belde zijn juf’
Het is spannend, zo’n eerste kerstdiner op school. En dan kan je kleine in al z’n enthousiasme de festiviteiten íets te ver door trekken.
Dure cadeaus kopen voor hun kleinkinderen, dat kunnen de ouders van Robin erg goed, maar daar houdt het qua aandacht wel bij op. Dat opa en oma een stuk meer energie steken in hun reisjes dan in haar kinderen vindt Robin maar moeilijk te verkroppen.
Robin (36), getrouwd met Nick (37), moeder van Louis (7), Mats (6) en Saar (3):
“Mijn moeder is heel stellig: onder de zes jaar hebben kinderen geen actieve herinneringen, het is dus onnodig veel energie te steken in het creëren van een band. Of het nou door oppassen is of logeerpartijen. Zonde van haar zuurverdiende vrije tijd, zo zei ze het letterlijk tegen me. Mijn ouders willen ook pas sinds kort iets ondernemen met Louis, onze oudste. Maar dan nog mondjesmaat.
Eerlijk is eerlijk, toen ik acht jaar geleden vertelde dat ik zwanger was, reageerden mijn ouders opgetogen. Met een vijf jaar oudere homoseksuele broer zonder kinderwens en een carrièretijger als dochter, hadden ze de hoop op kleinkinderen al een beetje opgegeven. Maar na de gelukwensen volgde meteen een waarschuwing: ze wilden geen vaste oppasdag voor hun rekening nemen en zeker geen oppasoma of -opa worden. Onder het mom: liever verwennen dan mee helpen opvoeden. Nee, dat hoeft ook niet, riepen mijn man Nick en ik in koor. Al moest ik mijn teleurstelling wegslikken. Stiekem had ik rekening gehouden met één dag in de week oppassen. Mijn moeder is namelijk een groot kinderliefhebber. Ze heeft altijd op een kinderdagverblijf gewerkt en ik schatte in dat ze het hartstikke leuk zou vinden om nu een eigen kleinkind te mogen verzorgen. Maar nee. Mijn ouders waren beiden net met prepensioen en hadden hun oog laten vallen op een camper. Ze wilden lekker samen reizen gaan maken en genieten van hun vrijheid.
Naïef als ik was dacht ik: dat klinkt stoer, maar als de baby er eenmaal is veranderen ze vast wel van gedachten. Helaas. Het ging al meteen mis bij de geboorte. Louis diende zich twee weken te vroeg aan. Precies op het moment dat mijn ouders in Zuid-Spanje zaten.
“Ik dacht naïef: als de baby er eenmaal is veranderen ze wel.”
Ze Facetimeden om me te feliciteren en namen een mini Barcelonatenue mee, maar keerden niet eerder terug van vakantie. Louis was bijna een maand oud toen mijn ouders beschuit met blauwe muisjes kwamen eten. Ik, vol in de hormonen, moest daar vreselijk om huilen. Waarom deden mijn ouders zo ongeïnteresseerd? Ik had net het mooiste kind van de wereld gebaard, ik wilde dat met hen delen. Ik schaamde me ook dood naar mijn omgeving toe. De vragen of mijn moeder net zo trots was, moest ik steeds beantwoorden met een ‘ze heeft hem nog niet gezien’. En dan kreeg ik vreemde, niet-begrijpende reacties terug.
Het paste ook niet bij het romantische beeld dat ik van opa’s en oma’s had. Om me heen zag ik allemaal grootouders die lyrisch waren over hun kleinkinderen. Ook Alice, de moeder van Nick, is zo’n knuffeloma. Mijn schoonmoeder zou graag een grotere rol spelen in ons leven, maar ze woont tachtig kilometer verderop en zit met de mantelzorg voor mijn schoonvader. Hij is dementerend. Na hem jarenlang thuis te hebben verzorgd, zit hij nu in een instelling. Ze bezoekt hem waar ze kan, omdat ze vindt dat hij anders te weinig verzorging krijgt. Ze is stapel op onze kinderen, maar het ontbreekt haar gewoon aan tijd. Wel helpt ze waar mogelijk. Als het moet kunnen de kinderen daar een nachtje komen logeren. En gelukkig is mijn broer ook altijd in voor een logeerpartij. Dan mogen onze kinderen om de beurt een keer bij hem en zijn vriend slapen. Maar toch, het is niet hetzelfde als een écht betrokken opa en oma, zoals ik overal om me heen zie.
Met een vette hypotheek, twee auto’s en een hoop geldverslindende hobby’s en sporten en dito levensstijl is blijven werken noodzakelijk. Prima, thuisblijfmoeder zijn heb ik sowieso nooit geambieerd. Ik ben zelf kind van werkende ouders en heb daar nooit onder geleden. Ik vind het ook belangrijk dat de kinderen zien dat je als vrouw voor jezelf kan zorgen. Ik heb hbo rechten gedaan en werk met veel plezier op een advocatenkantoor. Toen Nick en ik besloten dat we graag kinderen wilden, ben ik teruggegaan naar vier dagen. Ik vind vier dagen ook echt de max voor een kinderdagverblijf of voor- en naschoolse opvang. Vooraf wist ik dat de zorg voor het grootste deel op mijn schouders terecht zou komen. Nick werkt in de ICT en moet elke maand naar het buitenland: Amerika, het Midden-Oosten. Parttime werken is geen optie in zijn bedrijf, het is eerder meer dan fulltime. Vóór corona stapte hij om de paar weken in het vliegtuig en dan was hij ook in het weekend weg. Nu is het minder, maar nog steeds kan ik niet van hem op aan. Dat betekent dus een hoop geregel en georganiseer.
“De kinderen zien mijn ouders gemiddeld vijf keer per jaar.”
Dat geeft niet, maar ik had het fijn gevonden als mijn ouders mij daarbij hadden willen helpen. Ik was daar ook van uitgegaan toen ik zwanger raakte, daar ben ik eerlijk in. Zelfs nadat mijn ouders hadden gezegd dat ze niet van plan waren een vaste dag op te passen, had ik nog steeds de hoop dat ze regelmatig zouden langswippen en als vangnet zouden fungeren. Maar mijn ouders zijn eigenlijk het hele jaar op stap. ’s Zomers trekken ze met de camper door Europa, in de winter vliegen ze naar zonbestemmingen en tussendoor maken ze stedentrips. Uiteraard hun goed recht. Ik gun mijn vader zijn pensioen, na zoveel jaar bikkelen in het vastgoed, en mijn ouders hun vrijheid en luxeleven. Maar daardoor missen mijn kinderen wel veel van hun opa en oma. Zij zien mijn ouders gemiddeld vijf keer per jaar en vrijwel alleen bij ons thuis.
Mijn moeder riep ooit dat ze een verwenoma wilde worden, maar dat zit ’m puur in de cadeaus. Die zijn exorbitant groot. Een nieuwe fiets of iPad, de grootste Playmobildozen. En ze sparen ook nog voor alle drie geld voor hun rijbewijs. Wat dat betreft zijn ze echt heel gul. Dat zijn ze altijd geweest. Ze hebben me heel erg gesupport tijdens mijn studie en stonden garant voor ons zodat we dit huis konden kopen. Maar ik vind liefde en aandacht belangrijker dan geld. Ik zou het zo leuk vinden als mijn moeder ook eens gezellig met Mats en Saar met de Playmobil zou spelen of een boek voorlezen. Mijn vader trapt nog weleens een balletje met Louis, maar hooguit tien minuten. Eigenlijk hebben ze beiden weinig geduld of interesse. Ze zeggen ook doodleuk dat ze ons liever niet bij hen op bezoek hebben. Mijn moeder is bang dat de kinderen bij haar thuis spullen kapotmaken of van hun Chesterfieldbank afdonderen. En ze wordt onrustig van rotzooi, dus dan liever bij ons. Meestal zijn ze na twee uur alweer de deur uit. Het is even een verlaat cadeau brengen (want ze zijn vrijwel nooit present op de kinderverjaardagen, laat staan op afzwemdagen of met feestdagen) en weer weg.
Lees ook ‘Ik baal ervan dat mijn schoonmoeder altijd het mooiste en duurste cadeau wil geven’ >
Toen ik zwanger raakte van de jongste, zei mijn moeder: ‘Wat haal je je op je hals, je hebt het al druk zat met twee. Waarom nog een derde nemen?’ Dat ze zo zonder liefde of enthousiasme op deze – door ons innig gewenste – zwangerschap reageerde heeft me erg gekwetst. Ze heeft ook tegen een tante gezegd dat ze het vreemd vind dat ik zoveel werk, maar wel veel kinderen neem. Nick en ik zijn juist dolblij dat een groot gezin ons is gegund. We beseffen heel goed dat dit tropenjaren zijn: drie kinderen onder de acht jaar. Maar hoe ouder en zelfstandiger ze worden, des te makkelijker het is.
“Toen ik zwanger was van de derde, zei mijn moeder: ‘Wat haal je je op je hals,?’”
Ik durf vriendinnen bijna niet te vertellen over de desinteresse van mijn ouders. Je gaat al snel twijfelen aan jezelf of aan je eigen opvoeding. Veel mensen kennen mijn ouders als joviale en gezellige mensen. Mijn moeder heeft veel kinderen van bekenden op de crèche gehad. Iedereen gaat er automatisch vanuit dat ze dol is op Louis, Mats en Saar. Soms vraagt iemand of mijn ouders niet vreselijk veel van ze missen als ze steeds op reis zijn, en dan verzin ik snel iets over wekelijks videobellen en veel appen. Maar eigenlijk is er nauwelijks interesse en ben ik degene die hen eraan herinnert dat er binnenkort een kleinkind jarig is of afzwemt. Of ze misschien even kunnen bellen?
Ooit, toen ik alleen nog Louis en Mats had, heb ik een keer een beroep op mijn ouders gedaan. Dat moet ik nog steeds horen. Nick was een week naar Houston in Texas voor een conventie. Op mijn vrije dag zat ik ’s morgens bij de huisarts, met twee kleine kindjes. Niet ideaal, maar ik wilde een zwart verkleurde en groeiende moedervlek op mijn linkerborst laten checken. De huisarts vertrouwde het niet en stuurde me door naar de dermatoloog in het ziekenhuis. Ze wilde dat er direct een stukje werd weggesneden en op kweek gezet. Op dat moment heb ik mijn moeder in paniek gebeld en gezegd dat ik nu naar het ziekenhuis moest, maar zonder de kleintjes. Mijn ouders waren gelukkig in Nederland en stonden binnen een uur op de stoep om op te passen. Superfijn. Maar wat een drama werd het. Ze vonden het vreselijk. Mijn ziekenhuisconsult liep erg uit en ik moest een hele medische molen in. De dermatoloog dacht dat het een melanoom was en sneed de hele moedervlek weg, daarna moest het allemaal nog gehecht worden. Al met al was ik een uur of vier weg.
Toen ik terugkwam, hevig geëmotioneerd omdat ik bang was dat de melanoom zou zijn uitgezaaid (ik zag mezelf al jong sterven aan kanker, wat gelukkig niet het geval was, we waren er op tijd bij), kwam ik niet bepaald in een warm bad terecht. Mijn moeder was boos dat het zolang had geduurd. Mats, bij wie de tandjes doorkwamen, had alleen maar gehuild en Louis weigerde te slapen. Hij zat net tussen wel of niet een middagslaapje in.
“Ik moest mijn kinderen beter opvoeden, want dit gejengel was geen doen.”
Mijn moeder luisterde eigenlijk amper naar mijn melanoomverhaal, maar gaf me een preek. Ik moest mijn kinderen beter opvoeden, want dit gejengel was geen doen. Ze waren helemaal kapot, zei ze. Ik kan bijna niet uitleggen hoe eenzaam en verdrietig ik me toen voelde. Ook later heb ik nog vaak moeten horen dat zij écht niet meer alles uit hun handen lieten vallen als ik ooit nog eens hulp nodig had. Dat vond ik zo harteloos dat ik eigenlijk nooit meer iets hebt gevraagd. Toevallig had ik laatst nog zo’n soort situatie aan de hand en toen heb ik het opgelost met moeders van school. Ik moest ’s morgens vroeg met Saar naar het ziekenhuis vanwege een plotselinge zware aanval van pseudokroep en was alleen thuis. Ik heb de oudste kinderen toen voor schooltijd ondergebracht bij vriendjes.
Een echte verklaring waarom mijn ouders zo afwezig zijn heb ik niet. Ik lig er ’s nachts wakker van en heb zelfs paar keer gesproken met een psycholoog, maar ik kom er gewoon niet uit. Ik kan mijn moeders kilheid moeilijk plaatsen. Vroeger had ik een prima band met haar. Een tikkeltje aan de zakelijke kant, we spraken veel over werk en school, maar prima en vol interesse. Nu is die helemaal weg. Het is ook voornamelijk mijn moeder, mijn vader is volgzaam, die doet wat zij wil. Soms, als ik voorzichtig klaag, dan zegt ze dat wij voor een kind hebben gekozen en zij niet voor een kleinkind. Of dat het later wel komt, omdat de kids nu toch nog te klein zijn voor actieve herinneringen. Of ze zucht: ‘Ik heb jarenlang jullie opgevoed, daarna voor andermans kroost gezorgd, nu is het mijn tijd.’ Maar waarom zo negatief? Kinderen zijn niet alleen maar lastig of druk. Ze zouden er ook geluk en plezier uit kunnen halen, net als die andere opa’s en oma’s die ik ken en die overal lopen te leuren met foto’s van hun kleinkinderen. Ik kan er stikjaloers naar kijken.” Dit artikel staat in Kek Mama 16-2021. Meer Kek Mama? Schrijf je hier in voor de nieuwsbrief >