Eerste kerstdiner op school: ‘Een halfuur later belde zijn juf’
Het is spannend, zo’n eerste kerstdiner op school. En dan kan je kleine in al z’n enthousiasme de festiviteiten íets te ver door trekken.
Toen Raymond twaalf was, droeg hij stiekem de kleding van zijn moeder. Nu is hij 43, getrouwd en vader, en klaar om een vrouw te worden. Papa wordt mama.
Raymond: “Voor mijn zonen van zes en acht ben ik een stoere papa. Ik ben bijna twee meter lang en ik werk als monteur in een garage. De jongens zijn gek op auto’s, net als ik. Ik doe alle dingen die een vader doet: ik sta aan de lijn bij hun voetbalwedstrijden, leer ze timmeren, gooi ze in de lucht. Maar het moment dat ik ze moet vertellen dat ik eigenlijk een vrouw ben komt dichterbij.
Ik was als kind geen jongetje dat zich een meisje voelde. Misschien was ik een tomboy. Ik leidde een gewoon jongensleven, speelde buiten, bouwde hutten, voetbalde, sleutelde aan auto’s, had vriendinnetjes.
Intussen werd ik onweerstaanbaar aangetrokken door de kledingkast van mijn moeder, haar panty’s, beha’s en haar jurken. Op mijn twaalfde verkleedde ik me voor het eerst stiekem in een van die jurken. Dat gaf een fijn gevoel. Er zijn transmensen bij wie crossdressen, zoals het heet als je kleding van de andere sekse draagt, voor seksuele opwinding zorgt. Bij mij is dat niet zo, ik word er alleen maar rustig van – niet alleen in mijn hoofd, maar ook in mijn lijf. Mijn hartslag daalt zelfs.
Na die eerste keer kon ik niet wachten tot mijn ouders en mijn zusjes weg waren, zodat ik mijn moeders kleren weer aan kon trekken. Als ik het deed voelde ik me vredig, maar naderhand schaamde ik me ervoor. En ik kon er met niemand over praten. Internet stond in de kinderschoenen, mijn enige rolmodel was Kelly uit Big brother. Ik kom uit een traditioneel, katholiek gezin waar alles volgens de regeltjes liep en waar niet over gevoelens werd gesproken. Dat maakte eenzaam. Daarom geef ik dit interview, om anderen te helpen die in dezelfde situatie zitten.
Op mijn negentiende vond ik een informatienummer over travestie. Toen ik het belde bleek mijn vader per ongeluk via een ander telefoontoestel in huis mee te luisteren. Je had toen nog huistelefoons die met elkaar in verbinding stonden. Hij vroeg me wat ik deed, ik gooide meteen de hoorn er op. We hebben er nooit over gepraat. Ik heb pas leren praten tegen de psycholoog die ik sinds twee jaar bezoek.
Op mijn 25e leerde ik mijn vrouw Kim kennen via een wederzijdse vriend. Het was liefde op het eerste gezicht. Ze is sprankelend, rechtdoorzee, een flapuit, eerlijk, die krijg je niet omver geluld. We passen bij elkaar, we zijn aan elkaar gewaagd, allebei knettergek. We kunnen van de ene op de andere dag besluiten een oude Ferrari te kopen en dan het hele land door gaan rijden om aan onderdelen te komen.
We trouwden en kregen onze kinderen. Mijn vaderinstinct is sterk, al sinds de oudste werd geboren. Omdat Kim een keizersnee moest ondergaan, en daardoor de eerste weken niet uit bed mocht, moest ik als papa meteen aan de bak. Ik was degene die onze zoon voor het eerst waste. Hij lijkt op mij. Hij heeft mijn ogen, gezichtsvorm, en hij is ook lang van stuk.
Mijn drang om vrouwenkleren te dragen verdween naar de achtergrond toen de kinderen klein waren, het was zo’n drukke tijd. Onze tweede was een huilbaby. Als je twee jaar lang ’s nachts niet kunt doorslapen, wordt slaap een obsessie, er is geen ruimte voor andere behoeftes. Maar toen het stiller werd, vooral sinds ze op de basisschool zitten, kwam het weer bovendrijven.
De kledingkast van mijn vrouw werd net zo’n magneet voor me als die van mijn moeder vroeger was. Als ze niet thuis was, deed ik soms een rokje of een topje van haar aan. Met moeite, want ze is kleiner en smaller dan ik. Ik stond dan voor de spiegel of ik liep een beetje door het huis, te voelen hoe het voelde.
Het was rustgevend, maar ook spannend, omdat ik toch bang was dat Kim thuis kwam. Daarom deed ik het altijd maar kort, en ook niet zo vaak, ongeveer een keer in de drie weken. Voor mij was dat te weinig. Een keer heb ik een postpakket aangenomen terwijl ik verkleed was, dat vond ik doodeng. Het gaf ook een kick, maar ik heb het niet herhaald.
Ik moest het aan iemand kwijt. Twee jaar geleden besloot ik naar een psycholoog te gaan. Dat werd een warm bad. In tranen vertelde ik hem waar ik zo lang mee had rondgelopen. Hij liet me huilen, er volgden veel gesprekken.
Tijdens die gesprekken ontdekten we dat ik geen travestiet ben, een man die af en toe vrouwenkleren wil dragen, maar iets veel verstrekkenders: een vrouw in een mannenlichaam. Een transseksueel. Het hield in dat ik geopereerd zou moeten worden als ik echt wilde zijn wie ik eigenlijk was. In mijn hart wist ik dat ik dat al heel lang gewild had, maar het niet aan mezelf had durven toegeven. Te bang voor de consequenties, op de eerste plaats voor mijn gezin.
Ga voor me-time met Kek Mama Magazine!
Mijn psycholoog raadde me aan de druk van de ketel te halen door iemand uit mijn vriendenkring in vertrouwen te nemen. Die iemand werd mijn ex-vriendin, Laura, met wie ik altijd een goede band was blijven houden. Ze is hypersensitief en ze had me indertijd verlaten omdat ze het gevoel had dat ik iets voor haar verborg. Dat klopte.
Nu vertelde ik haar stotterend en hakkelend wat ik verborgen had. Ze zei: ‘Als je het me had verteld, was ik bij je gebleven.’ Daar was ik zo blij om. Maar ook verdrietig. Ik had mijn geheim dus veel eerder kwijt gekund. Dat had me veel pijn bespaard. Aan de andere kant weet je niet of het echt waar is wat ze zei. Ik denk dat mijn ex zoiets makkelijker kan zeggen dan mijn vrouw. Dit probleem is veel moeilijker te accepteren binnen het gezin.
Laura stelde me voor om samen een ‘alter ego’ voor me te creëren als vrouw. Eerst bedachten we een naam. We kwamen uiteindelijk uit bij die van haar oma: Maartje. Daarna gingen we samen vrouwenkleding kopen. Ik woon in een dorp waar alles snel bekend is, dus shopten we in een grote stad. We kochten clip-oorbellen, we vonden een bloesje en een rokje in mijn maat. ‘Wat ben je mooi’, zei Laura toen ik de paskamer uit kwam.
Samen speurden we op internet naar ontmoetingspunten voor transmensen. Zo vonden we Mariposa, een adres in Badhoevedorp waar je op afspraak wordt omgetoverd in een lid van de andere sekse. Ze hadden daar vrouwenkleren in mijn maat, ik kreeg een pruik aangemeten, ze hielpen me mijn ogen op te maken. Ik leerde hoe ik mijn geslacht in mijn broek kon verstoppen. En ik kreeg borsten. Siliconenborsten, die reageren op lichaamswarmte, ze bewegen met je lichaam mee. Ze kostten driehonderd euro, dat had ik er graag voor over. We kozen voor een flinke D-cup, passend bij mijn postuur. Ik vind het jammer dat ik zo lang ben. Gelukkig zijn vrouwen tegenwoordig gemiddeld langer dan vroeger. En gelukkig ben ik niet zo’n trans die met alle geweld hoge hakken aan wil, pumps zijn ook goed. Toen ik in de spiegel keek, jankte ik van blijdschap.
Daarna werd ik weer man, want ik moest naar huis. Thuis verstopte ik mijn nieuwe spullen. Mijn geheim drukte loodzwaar op me. Ik ben van nature open en eerlijk, zeker tegenover Kim. Maar juist dit durfde ik haar niet te vertellen. Het zou ons leven voorgoed veranderen. Ik kreeg een kort lontje. Kim vroeg wat er met me was. Ik zag in dat ik niet langer verstoppertje voor haar kon spelen. Mijn geheim had een slechte uitwerking op onze relatie. Als het zo doorging, was de kans er dat ik haar sowieso ging verliezen. Dan kon ik het net zo goed vertellen.
Het moment brak aan toen mijn moeder ernstig ziek werd. Dat was de nekslag, ik werd emotioneel een wrak. Op een nacht, toen we in bed lagen, gooide ik er huilend uit tegen Kim: ‘Ik ben een vrouw!’ Kim vroeg stomverbaasd: ‘Wat bedoel je?’ Toen begon ik te praten en te praten. Trillend als een rietje. Zij schrok zich dood. Hoe erg ik het ook vond om haar pijn te moeten doen, toch was het een bevrijding. Ik denk dat ik het niet langer voor me had kunnen houden.
Daarna kwam alles in een stroomversnelling. Kim wilde onze vrienden inlichten, om het te kunnen delen. Dat hebben we gedaan. Er zijn nu tien, vijftien mensen die ervan weten. Er was er maar eentje die negatief reageerde, die zei geringschattend: ‘Nou, veel plezier ermee.’ De rest was lief en meelevend. Mijn ouders – mijn moeder is inmiddels opgeknapt – heb ik het nog niet durven vertellen, wel mijn jongere zusje. ‘Eindelijk heb ik een grote zus’, zei ze.
Kim heeft een tijd geprobeerd mijn verlangen als een hobby van me te zien. Ze probeerde het te begrijpen, te helpen. Ze nam me mee naar Hunkemöller om lingerie te kopen, we gingen samen beha’s uitzoeken. Dat was zo lief.
Intussen kwam er meer afstand in onze relatie. Sinds mijn bekentenis hebben we geen seks meer gehad. Kim wil het niet meer. ‘Ik weet niet of ik met een man of een vrouw in bed lig’, zegt Kim. ‘En ik ben niet lesbisch.’ Onze liefde houdt stand, maar we leven als broer en zus. Ik vind dat zelf niet erg, ik heb wel iets anders aan mijn hoofd dan seks. Maar ik denk dat Kim het wel mist.
De drang me te laten opereren is steeds sterker geworden. Kim heeft er lang over nagedacht of ze in dat geval bij me weg zal gaan. Uiteindelijk heeft ze besloten dat niet te doen. Ze houdt te veel van me. En van ons gezin. Wel zegt ze dat het anders wordt als ze iemand tegenkomt die wel een man voor haar kan zijn. Ik kan zelf natuurlijk ook iemand tegenkomen. In mijn geval zou dat een vrouw zijn, ik zie mezelf als lesbisch.
Er zijn nog veel hordes te nemen. Zo wil Kim tot nu toe niet zien hoe ik eruitzie als ik een vrouw ben. Ik ga ’s avonds geregeld op stap met een transvriendin die ik ken van Mariposa. Kim vraagt me even gedag te komen zeggen als ik wegga. Maar dat kan ook vanuit de gang, terwijl zij op de bank in de zitkamer zit, die bank is om de hoek. Dan hoeft ze me niet te zien. Ze durft zelfs de foto’s niet te bekijken die ik bij Mariposa heb laten maken van mij als vrouw.
Ik heb daar respect voor, ik wil het allemaal niet forceren. Maar er komt een moment dat ze er niet langer omheen kan. Ik heb besloten dat 2021 het jaar wordt waarin ik afscheid ga nemen van mijn mannelijk leven. Dat doe ik onder begeleiding van mijn psycholoog. Ik verlang er zo naar om deze stap te zetten. Ik ga het geleidelijk doen. Eerst mijn baard weg laten laseren, dan gaatjes voor oorbellen in mijn oren laten prikken, mijn haar laten groeien. Dan begin ik met hormonen slikken, drie of vier maanden, waarna de operaties volgen.
Het gekke is dat ik er niet tegen opzie om het mijn kinderen te vertellen. Mijn psycholoog zegt me dat ik verbaasd zal staan hoe flexibel kinderen zijn. Maar ik zal het pas op het laatste moment doen. Want als ik het vertel weet de dag erna het hele dorp het. Kim en ik hebben één ding besloten: ze zullen mij nooit mama noemen. Ze hebben maar één mama, dat is zij. Mij kunnen ze bijvoorbeeld mams noemen, of Maartje, of als ze dat echt willen kunnen ze papa zeggen.
Het moeilijkste vind ik het allemaal voor Kim. Ze is nu in therapie om uit te vinden hoe ze met dit alles moet omgaan. En ze praat er veel met vriendinnen over. Soms is ze heel boos, op andere momenten heeft ze begrip. Ik vind het vreselijk dat ik haar dit aandoe. Het voelt egoïstisch. Maar ik kan niet anders meer zijn dan wie ik ben.”
Om privacyredenen zijn de namen en leeftijden in dit interview gefingeerd.
Dit artikel staat in Kek Mama 02-2021