Elsa: ‘Ik schrok me kapot toen ik via de babyfoon zag wat de oppas deed’
De oppas in de gaten houden via de babyfoon, je kunt het eigenlijk niet maken. Toch deed Elsa het, en daar is ze achteraf gezien heel dankbaar voor.
Presentator Lisette Wellens heeft er zin in, en terecht; ze heeft een leuke baan bij Goedemorgen Nederland, een fijne relatie, een kersverse dochter en zowaar de nodige innerlijke rust: het leven lacht haar toe. “Die relaxte modus bevalt me ontzettend goed.”
Vol energie zwiert Lisette het café binnen. Ze bruist en straalt. Het gaat lekker, zoveel is duidelijk. “We hebben geluk”, lacht ze. “Yael is zo’n makkelijke baby. Vrienden noemen haar een lokbaby; eentje waardoor je denkt: dit is easy, doe mij er nog maar drie! Het is echt al vijf maanden genieten met haar, mede omdat ze na een paar weken doorsliep en wij dus ook”, knipoogt ze. “Elke ochtend als we naar haar toegaan, ligt ze wakker en stralend op ons te wachten. Zij hoort gewoon bij óns, denk ik dan, dat is zo’n leuk gevoel. Het scheelt trouwens ook dat Alwin en ik dit echt helemaal samen doen.”
“Vrienden noemen Yael een lokbaby; eentje waardoor je denkt: dit is easy.”
Lisettes vriend is freelance journalist en besloot de eerste vijf maanden ook bewust om het rustig aan te doen zodat ze zoveel mogelijk met z’n drietjes konden zijn. Dat heeft vooral voordelen, legt Lisette uit. “Ik trek met het grootste gemak de deur achter me dicht; toedeloe, die twee redden zich wel. Het verbaast me hoe vaak mensen vragen of ik Yael makkelijk bij Alwin achterlaat en of hij wel weet wat hij moet doen. Ik heb geen seconde het gevoel dat hij dingen minder doet dan ik, nee hoor, geen enkel probleem.”
Die onderlinge samenwerking was vooraf grondig afgestemd. “Het is best een voordeel dat veel van onze vrienden al kinderen hebben; we konden een hoop afkijken. Tijdens de zwangerschap praatten we er wel over: hoe zie jij dit, wat willen we, wat gaan we anders aanpakken dan mensen om ons heen?”
Zo nauwkeurig als de onderlinge zorgverhouding werd besproken, zo beperkt was Lisettes voorstelling van de zwangerschap zelf en de periode na de bevalling. “Ik deed een cursus, bladerde door wat boeken, maar ik wilde alles vooral op me af laten komen. Juist door al die vriendinnen met kinderen, met al die verschillende verhalen, wist ik: je weet toch niet hoe het loopt. Ik hoopte wel thuis te bevallen – en dat is gelukt – maar ik staarde me er niet op blind.”
Opvallend, want in het dagelijks leven is Lisette juist een behoorlijke planner. “Normaal gesproken wil ik dat iets gebeurt zoals ík het voor me zie. Wonder boven wonder – en tot grote verbazing van mijn familie – wist ik dat nu naast me neer te leggen. Ik was blij te merken dat ik ook over deze modus beschik, want inmiddels weet ik: met een kind valt niet veel te plannen.” Zo kwamen er namelijk een paar nieuwe, onverwachte ‘plandingen’ bij, zoals – met een aangekleed kind – op tijd komen bij het consultatiebureau. Of het geven borstvoeding, ook zoiets. “Ik dacht heel simpel: je geeft de borst en klaar is Kees. Maar er komt een heel schema van denk- en rekenwerk bij kijken; linkerborst, rechterborst, wanneer was de laatste voeding?”
Ook verbaast Lisette zich over het ongevraagde commentaar waarmee derden zomaar op de proppen komen. “Toen Yael acht weken was, gingen we op vakantie naar Kreta. Hoe vaak vrienden, familie of kennissen niet zeiden: weet je het zeker? Heb je er goed over nagedacht? Hoe ga je borstvoeding geven in het vliegtuig? Niet vervelend, allemaal lief of bezorgd, maar wel… ongevraagd. Gelukkig bleven Alwin en ik heel relaxed. We hadden zin in de zon en besloten dit avontuur gewoon aan te gaan – het werden tien fantastische dagen.”
Ook uit de liefde blijkt dat Lisette over het algemeen goed weet wat ze wil. “Alwin en ik zijn nu acht jaar samen. Ik leerde hem kennen via een wederzijdse vriendin, nadat ik terugkwam van drie jaar Curaçao. Leuke gast, dacht ik. We werden vrienden, totdat ik me realiseerde dat ik hem leuk vond: ánders leuk. Ineens wist ik: dit is ’m. En op een avond flapte ik dat er zomaar uit. Zijn reactie was een beetje jammer: ‘Huh, waarom zeg je dat?’ Hij zag het niet aankomen, hij kwam zelf net uit een lange relatie en moest even schakelen.
“Ik kan niemand bedenken die beter bij me past dan Alwin.”
Nog steeds vraagt hij weleens: hoe wist jij dat toen zo zeker? Tja, ik voelde het. Ik kan niemand bedenken die beter bij me past. We vinden dezelfde dingen belangrijk, we proberen allebei een goed mens te zijn en staan positief in het leven. Naar welk feestje ik hem ook meeneem, hij maakt in no-time nieuwe vrienden, dat vind ik prettig. Hij is warm, gezellig, kan goed koken en is grounded; ik kan op hem leunen als het nodig is, Alwin valt niet snel om.
Zijn enige mindere eigenschap is dat hij geen rommel ziet. Ook al maak ik stapeltjes van zijn shit, hij ruimt het pas ik er echt last van heb of als zijn ouders komen logeren. Aangezien ik niet zo’n vinnige vriendin wil zijn die opdrachten uitdeelt aan haar vriend, moet ik misschien maar vaker denken: het is wat het is.”
Lees ook
Mama is zus, papa is zo: deze ouders zijn heel verschillend >
Dat ze ooit een kind wilden, wisten ze wel, maar concreter dan dat kwam het onderwerp tot vorig jaar niet op tafel. We zien wel, was het motto. “Pas toen Alwin bijna veertig was en ik 34 werd de wens concreet. Ik liet mijn spiraal verwijderen met het ‘plan’ om nog een paar maanden aan het idee te kunnen wennen. Niet dus. Ik had al het idee dat ik zwanger was, ik voelde me anders dan normaal. Toch waren we allebei verbaasd toen we de testuitslag zagen. Niet voor lang trouwens, want op hetzelfde moment stapte de internetmonteur binnen en was het onderwerp tijdelijk van de baan. Het gaf mij de kans om een afspraak te maken bij de huisarts en me in te schrijven bij verloskundigenpraktijk. Door direct te handelen, wende ik sneller aan dit idee.”
Ze was, naar eigen zeggen, niet zo iemand die de hele tijd met haar zwangerschap bezig was. “Volgens mijn kraamhulp worden sommige vrouwen moeder als ze horen dat ze zwanger zijn, sommigen tijdens de geboorte en anderen pas daarna. Ik behoor zeker tot die tweede groep: meteen na de bevalling, zodra Yael op mijn buik lag, werd ik moeder.”
Tijdens de zwangerschap vond Lisette het hele concept van ‘er groeit een kind in mijn buik’ namelijk nog ongrijpbaar. “Mijn leven ging door als vanouds, evenals mijn werk bij Goedemorgen Nederland: de wekker ging gewoon om kwart voor drie ’s ochtends. Dat was wel echt een pittige tijd: als een van de presentatoren zonder kinderen had ik het gatenkaasrooster. ‘O, dan kan Lisette wel!’ Intussen was ik hartstikke zwanger – en moe! – maar was het nog te vroeg in de zwangerschap om het te vertellen. Ik was blij toen ik het eindelijk kenbaar kon maken, want ik was gesloopt.”
Op het moment dat deze Kek Mama uitkomt is Lisette weer begonnen met haar werk, maar op het moment van spreken ligt die dag nog in de toekomst.
“Tijd en ruimte durven vragen, dat is nog best een dingetje.”
“Ik heb zin om te werken, maar ben oprecht benieuwd hoe we dat allemaal gaan doen én of ik die supervroege ochtenden om drie uur ga trekken. En hoe zou het gaan qua borstvoeding – ter voorbereiding doe ik nu van alles tijdens het kolven, een belletje hier, een mailtje daar, want zo gaat het straks achter de schermen in de studio ook zijn. Ik wil me hierin strak aan mijn eigen planning houden en, nog belangrijker, tijd en ruimte durven vragen. Dat is nog best een dingetje; borstvoeding geven is toch ‘gedoe’ en ik wil niet degene zijn die voor gedoe zorgt. Maar hierin ga ik toch op mijn strepen staan: dit is nu even heel belangrijk voor mij, dus als je met mij werkt, dan krijg je dat gedoe er ook bij.”
Het hele interview staat in Kek Mama 01-2022.
Nog meer Kek Mama?
Volg ons op Facebook en Instagram. Of schrijf je hier in voor de Kek Mama nieuwsbrief >