Relinde rouwt om uitblijven tweede kind, maar hoort: ‘Je hebt er toch al één?’

23.10.2024 15:43
Beeld: Timon de Graaff

Relinde wilde niets liever dan een groot gezin, maar het zal altijd bij zoon Flynn (8) blijven. Wanneer ze rouwt om het tweede kindje dat nooit komt, hoort ze dat ze ‘maar dankbaar moet zijn voor wat ze al heeft’.

Relinde: “Ik droomde altijd al van een groot gezin. Drie, vier kinderen aan tafel, dat leek me zo gezellig. Ik raakte makkelijk zwanger; na drie maanden proberen was ik al in verwachting van Flynn. Hij maakte mij mama, dat was zo’n magisch oergevoel en bevestigde wat ik al voelde: ik ben het type moeder voor meer kinderen. Na ruim een jaar was ik alweer in verwachting. Ongepland, zo snel al, maar zeer gewenst. Met acht weken kreeg ik een miskraam; het hartje klopte niet meer. Dat was verdrietig, natuurlijk, maar ik dacht geen moment dat dit mijn laatste zwangerschap zou kunnen zijn.

Gewoon proberen

Na de miskraam waren we gerichter bezig met zwanger worden. Haast had ik niet; ik had er alle vertrouwen in dat het zou lukken. Het was daarvoor zo makkelijk gegaan. Toen het na een jaar nog niet raak was, maakte ik me ook nog geen grote zorgen. We zouden het gewoon nog een jaar proberen.” Een jaar later heeft Relinde nog steeds geen twee streepjes op een test gezien. “Inmiddels was ik 35 en begon ik de tijdsdruk wel te voelen.” Relinde en haar man gaan naar de huisarts, die ze doorverwijst naar het ziekenhuis. “Mijn man bleek op dat moment verminderd vruchtbaar te zijn, waardoor we een traject in gingen. We deden IUI (intra-uteriene inseminatie), maar dat werkte niet. De kwaliteit van het sperma was daarvoor te wisselend. Plan B was ICSI (Intra Cytoplasmatische Sperma Injectie), maar ik vond het toen nog te heftig om iedere dag hormoonspuiten te moeten zetten. Ergens had ik de goede hoop dat het nog een keer spontaan zou gebeuren.”

Niet loslaten

Relinde wordt 36, 37. “De droom voor een derde of vierde kindje had ik inmiddels opgegeven. Ik snapte dat dat nu niet meer ging lukken. Tegelijkertijd werd de wens voor een tweede met de jaren alleen maar sterker. Ik kon dat niet loslaten.” Dus besluiten Relinde en haar man toch het ICSI-traject in te gaan. De wens is zo groot, de kans dat het zou lukken maar klein. “Ik bleek inmiddels vervroegd in de overgang te zijn, dus het was maar de vraag of en hoeveel eitjes ik nog zou hebben.” Het traject omschrijft ze als heftig. “Iedere avond drie spuiten zetten, de hormonen in je lijf… ik vond dat nog heftiger dan verwacht. Mensen om me heen zeiden dan dat ik ‘er gewoon niet zoveel mee bezig moest zijn’, maar dat gaat niet als je in een traject zit. Dan kun je aan niets anders denken.”

De eerste keer lukt het om één eitje te bevruchten, helaas zonder resultaat. De tweede keer zijn er helemaal geen eitjes meer. “Ik was erop voorbereid, omdat het de eerste keer al de vraag was of het zou lukken. En toch vond ik het zo erg. We hebben nog een second opinion gedaan in Duitsland, waar er meer mogelijk is, maar ook daar zeiden ze dat het wel heel erg moeilijk zou worden. Dat was de bevestiging: het was niet één slechte maand, het lag niet aan Nederland. Ik hoefde me nooit meer af te vragen: wat als… Een tweede kindje was ‘gewoon’ niet voor ons weggelegd. Toen ik dat besefte, kon ik alleen maar heel hard huilen.”

Rouw

Er volgt ruim een jaar van rouw. “Ik moest alle seizoenen door om me beter te voelen; met de tijd slijt de pijn wat. Ik moest echt wennen aan het idee dat er geen kindje bij zou komen. Dat dit mijn gezin is en blijft. Op straat kon ik in huilen uitbarsten als ik iemand met een kinderwagen zag. Ik voelde me heel alleen in mijn verdriet. Mijn man had de wens voor een tweede kindje veel minder sterk dan ik; voor hem was het goed zo. Flynn heeft ook nooit om een broertje of zusje gevraagd. Van vriendjes hoorde hij alleen de verhalen van ruzies in huis. Ergens was dat wel fijn; zo was ik de enige thuis die er echt verdriet van had. Met mijn man kon ik goed praten, maar hij voelde niet waar ik doorheen ging. Hij wilde alles voor me doen, maar begreep me niet écht. Daardoor voelde ik me toch heel eenzaam in het rouwproces.”

“Op straat kon ik in huilen uitbarsten als ik iemand met een kinderwagen zag”

Jarenlang blijven de babyspullen op zolder staan. Voor het geval dat. De box weggeven? De kinderwagen wegdoen? Dat kan Relinde niet. “Als ik daar afscheid van nam, nam ik definitief afscheid van mijn droom. Zo voelde dat. Vorig jaar heb ik die spullen pas weggedaan. Dat was ook beter voor mezelf om het zo toch af te sluiten. Iedere keer als Flynn uit zijn kleren groeit of te oud is geworden voor bepaald speelgoed, doet het een beetje pijn. Ik had er zo graag nog een kindje in zien lopen of mee zien spelen.” Op straat in huilen uitbarsten gebeurt niet meer, maar een zwangerschapsaankondiging steekt altijd. Zeker als een kindje moeiteloos of als verrassing komt. “Natuurlijk gun ik het anderen, maar ik had het mezelf ook zo gegund.”

Lees ook – ‘Het idee dat ik nooit meer een baby zal krijgen, maakt me verdrietig’

Onbegrip

Het verdriet bij secundaire kinderloosheid – geen tweede (of derde, vierde) kindje kunnen krijgen – snappen veel mensen niet. Relinde: “Vrienden en familie leefden enorm mee, maar mensen die net iets verder van me af stonden konden, onbedoeld, hele botte opmerkingen maken. ‘Maar je hebt er toch al één? Wees gewoon dankbaar voor wat je hebt.’ Of dat een moeder van een groot gezin tegen me zei: ‘Het is ook wel heel druk hoor. Wees maar blij dat je het lekker rustig hebt.’ Pijnlijk. Natuurlijk ben ik heel dankbaar voor mijn zoon, maar ik heb er ook verdriet van dat het alleen bij Flynn zal blijven. Mijn wens voor een tweede kindje was net zo sterk als voor een eerste. Voor mij voelt het niet anders. Als je zegt dat ik ‘gewoon dankbaar moet zijn voor mijn zoon’, zeg je indirect dat mijn verdriet er niet mag zijn.”

“Mijn wens voor een tweede kindje was net zo sterk als voor een eerste”

Taboe

Relinde vervolgt: “Uit onderzoek blijkt dat ongeveer 10% van de stellen te maken krijgt met secundaire kinderloosheid. Ik vind het gek dat we daar niet over praten, dat het verdriet zo makkelijk wordt weggewuifd.” Om het taboe op secundaire kinderloosheid te doorbreken, heeft Relinde haar ervaringen opgeschreven in een boek – ‘Het is goed zo’ – dat zaterdag uitkomt. “Schrijven heeft mij geholpen om het gemis een plekje te geven. Het was een fijne afleiding in een tijd dat ik me zo rot voelde. Met mijn verhaal hoop ik anderen, die zich misschien net zo alleen voelden in hun rouwproces als ik, te helpen met een stukje erkenning en herkenning voor het verdriet. De wens voor een tweede kindje kan net zo sterk zijn als voor een eerste. Het leven is niet zwart-wit; vreugde om je eerste kind en verdriet om het niet geboren tweede kind kunnen naast elkaar bestaan.” Ondanks de boektitel is het niet écht goed zo voor Relinde. “Ik had het liever anders gezien en ik denk niet dat dat gevoel ooit zal veranderen. Maar het accepteren lukt iedere dag een beetje beter.”

In ons Kek Mama magazine lees je de mooiste verhalen, herkenbare columns en de leukste fashion en lifestyle tips. Abonneer je nu voor slechts € 29,95 per jaar en ontvang de glossy als eerste op je deurmat.