Eerste kerstdiner op school: ‘Een halfuur later belde zijn juf’
Het is spannend, zo’n eerste kerstdiner op school. En dan kan je kleine in al z’n enthousiasme de festiviteiten íets te ver door trekken.
Op een dag merkte Kopen zonder kijken-styliste Roos Reedijk ineens: hé, ik ben bekend. Niet dat het haar iets doet. En anders zorgen man Wicher en kinderen Loef (12) en Bien (10) wel dat ze nuchter blijft.
Terwijl het gros van Nederland het kalmpjes aandoet in deze tijd van het jaar, rent Roos Reedijk alweer als een dolle rond. Niet heel verrassend, want sinds het begin van het succesvolle RTL-programma Kopen zonder kijken – nu drie jaar geleden – is het eigenlijk altijd druk, zegt Roos. “De leuke dingen blijven maar op me afkomen, en aangezien ik slecht ‘nee’ kan zeggen én snel enthousiast ben, ga ik makkelijk mee in die achtbaan. Elke dag is anders, elke week is vol, ik heb gewoon te weinig tijd om overal bij stil te staan. Later, als ik alle oude foto’s doorneem, zie ik waarschijnlijk pas wat ik nu allemaal meemaak.”
Roos erkent dat ze zichzelf soms wat beter in acht zou mogen nemen. “Ik ben een creatieve, chaotische duizendpoot. Dat is leuk, maar de valkuil is dat ik mezelf vaak over de kop jaag. Als ik iets doe wat ik leuk vind heb ik hyperfocus, maar zodra ik een beetje verveeld raak, laat ik het los en spring ik naar het volgende. Ik moet leren om eerst af te maken waar ik mee bezig ben.” Zeker nu de toestroom van interessante samenwerkingen bijna niet meer te behappen is, zegt ze. “Eerst ging ik vrolijk van de ene klus naar de volgende, maar ik ben me ervan bewust dat ik nu echt een richting moet kiezen. Het is fijn als iedereen je leuk vindt, maar ik kan het eigenlijk niet meer aan in mijn eentje. Ik moet een betere balans vinden en een duidelijke visie neerzetten: wat vind ik leuk, waarin wil ik door, waar word ik blij van?” Een optie is om haar merk verder uit te rollen en meer mensen om zich heen te verzamelen. Hoewel dat, volgens Roos, lastiger is dan het lijkt. “Mijn werk is geen hogere wiskunde, maar daardoor ook niet makkelijk te delegeren: alles draait om smaak en gevoel. Klanten vragen om mijn signatuur en mijn stijl. En die is moeilijk uit handen te geven.”
Een paar jaar geleden had Roos gelachen om dit probleem. Ze had een leuke, overzichtelijke baan in de modebranche. “Ik genoot van mijn werk, en dat ik hierin af en toe ook op de automatische piloot kon staan was een bewuste keuze. Mijn privéleven was al roerig genoeg, met twee jonge kinderen en een man die voor zichzelf begon.” Toen het toch ging kriebelen, begon Roos naast haar werk een eigen bedrijf als interior designer. Precies op dat moment kwam Kopen zonder kijken op haar pad, het programma waarin Martijn Krabbé jonge stellen aan hun droomhuis helpt. Omdat Roos geen tv carrière ambieerde, stelde ze aanvankelijk voor om haar rol áchter de schermen te vervullen, maar het liep anders: in no-time werd Roos een bekende Nederlander. “Bij de start wisten we niet dat het programma zo populair zou worden. Door corona had ik het ook niet zo door: net als iedereen zat ook ik immers in mijn eigen achtertuin. Ik zag op de socials wel wat reuring ontstaan, maar pas toen ik ‘na corona’ de wereld weer inging, merkte ik het echt. De eerste keer dat ik op de snelweg reed en mensen in de auto naast me begonnen te zwaaien en te roepen, weet ik nog goed. Huh, wat gebeurt hier? Dat vond ik overweldigend, op een goede manier.”
Lees ook – Geld besparen? Dat doe je met deze 7 superhandige apps >
Ook haar kinderen Loef en Bien krijgen steeds meer door wat er aan de hand is. “In het dorp waar we wonen kent iedereen elkaar al jaren. Maar in een nieuwe situatie is het nu wel anders. Toen mijn zoon voor het eerst naar de middelbare school ging, zeiden andere kinderen: ‘Wij kennen jouw moeder!’ Dat was nieuw. Net zoals het gesmoes op een markt in Frankrijk. Dan stoot Bien me aan: ‘Mama, ze kennen je hier ook al.’” Grappig vinden ze dat, maar verder is het gezin er niet van onder de indruk. “Het scheelt dat mijn man ook voor televisie werkt, die wereld is ze niet vreemd, Martijn Krabbé komt hier over de vloer en er liggen regelmatig camera’s in de woonkamer. Daarbij is mijn man ongelooflijk nuchter. Als hij me aan iemand hoort uitleggen dat ik ergens niet bij kan zijn ‘vanwege opnames voor RTL Boulevard’ zegt hij: ‘Roos, zeg maar gewoon dat je naar je werk gaat.’ Kortom: er wordt niet heel groots over gedaan, haha.”
Dat niet iederéén groot fan is van Roos boeit haar weinig, lacht ze. “Zodra je op tv verschijnt, komt alles wat je doet of zegt onder een vergrootglas te liggen. ‘Wat denkt die styliste wel niet!’ Of, heel vaak: ‘Wat een gekke stem heeft zij!’ Het raakt me niet. Ik hoor zelf niet dat ik een gekke stem heb, en al is het zo: wat doe ik eraan? Dat soort ‘kritiek’ leg ik makkelijk naast me neer. Ik ben zeker genoeg van mezelf; ik weet waar ik over praat.”
“Het raakt me niet als mensen zeggen: wat denkt die styliste wel niet?”
Daarin is het volgens Roos juist een voordeel dat ze al ‘wat ouder’ is en per ongeluk in het wereldje is gerold. “Ik heb nooit bewust voor deze carrière gekozen, dus als het niet werkt, dan niet. Ik heb ook al jaren dezelfde vrienden om me heen, dus ik hoef geen nieuw leven, ik bén al heel gelukkig.”
Roos noemt zichzelf een laatbloeier. Was dit succes twintig jaar eerder gekomen, dan had ze waarschijnlijk minder stevig in haar schoenen gestaan. “Ik was een verlegen meisje dat pas op haar achttiende op de tafel begon te dansen. Ook tijdens mijn studie duurde het tot het laatste jaar dat ik echt ‘aan’ ging. Ik kom uit een ambitieus gezin met broers die overal goed in zijn, studeren, sporten, alles. Ik deed het óók allemaal, maar moest er wel hard voor werken. Dat maakte me onzeker.”
“Ik was een verlegen meisje dat pas op haar 18e op tafel begon te dansen”
Tegelijkertijd maakte het moeten opboksen tegen haar broers haar sterk. “Niet alleen qua carrière of succes, maar ook letterlijk: ik werd altijd voor de gek gehouden, in elkaar gebeukt, op elke hoek van de trap stond wel een broer me op te wachten. Het was liefdevol, maar wel continu sparren. Bewijsdrang kreeg ik van huis uit mee, maar het was nooit mijn missie om succesvol te zijn. Ik had geen grootse dromen, zoals mijn broers: laat mij maar een kleiner leven leven, dacht ik, ik kom er wel op mijn eigen tempo, op mijn manier.” Net als haar vader, eveneens een ondernemer. “Op zijn veertigste dacht hij: nu moet ik het doen. Toen begon hij voor zichzelf. Zelf dacht ik op mijn vijfenveertigste: als ik nog iets wil in mijn leven, dan moet ik het voor mijn vijftigste doen. Kopen zonder kijken is een lot uit de loterij gebleken, maar had net zo goed een flop kunnen worden. Het is een combinatie van geluk en vertrouwen in het leven zelf.”
In het programma staat Roos vaak voor de uitdaging om oude spullen met nieuwe te combineren. En laat dat precies een van haar kwaliteiten zijn. “Daarin onderscheid ik mezelf van anderen, iemand die een interior designer in de arm neemt heeft vaak een centje over. Maar in de meeste gevallen is er na een verbouwing geen geld meer over voor een nieuwe bank. Ik wil juist laten zien dat het allemaal niet peperduur hoeft te zijn. Met creativiteit kom je ook een heel eind. Gooi oma’s oude stoel niet weg, laat hem bekleden. Kijk, ook in het kader van duurzaamheid, eens wat vaker bij de kringloopwinkel of op Marktplaats.” Het valt Roos op dat vooral jongeren alles nieuw en kloppend willen hebben. “Ze trekken het liefst een hele showroom leeg, maar daar zit geen persoonlijkheid in. Bovendien: je moet toch ook wat te wensen overhouden, iets waarvoor je samen spaart?” Ze vindt veel huizen tegenwoordig zielloos. “In mijn eigen woonkamer heeft alles een verhaal of een herinnering; een item waarvoor we samen hebben gespaard, een dierbaar verjaardagscadeau of een gepimpte lamp van oma; dat maakt je huis je thuis. Ik heb een snoezig roze bankje, gewoon uit de kringloopwinkel, helemaal gereinigd. Daar word ik blijer van dan van iets wat nieuw in plastic thuis afgeleverd wordt. Ik vind het jammer om te zien dan mensen niet zo creatief meer zijn, daarmee wil ik graag helpen.”
Het speuren naar mooie spullen heeft Roos niet van een vreemde. “Mijn ouders struinden vroeger stad en land af voor unieke onderdelen voor onze boot. Tot mijn tiende woonde ik met mijn ouders en mijn broers op een oude zeetjalk in Zwolle. Mijn vader knapte die boot eigenhandig op en maakte hem volledig zeilklaar – elke vakantie gingen de trossen los en zeilden we de wereld over. Mijn ouders maakten duidelijke keuzes: ze gaven hun geld uit aan hun passies. Dus woonden we later in een prachtig huis, maar reden wel in een oude auto. We gingen niet op wintersport, maar spaarden voor prachtige zeilreizen naar alle uithoeken van de wereld.”
Zij leerden Roos bewust met geld omgaan. “Ik weet nog dat vriendinnen drie Levi’s-spijkerbroeken tegelijk kregen, terwijl mijn moeder zei: ‘Vraag maar voor je verjaardag.’ Het geld was er wel, maar ik moest er ook voor werken. Als ik met vriendinnen op skivakantie wilde, moest ik het geld zelf bij elkaar sparen. Dat mijn ouders geld bijlegden was geen gegeven, al deden ze het vaak wel. Ze betaalden mijn studie, maar voor alle leuke dingen eromheen had ik wel tig baantjes.”
“Als mijn zoon merkkleding wil, zeg ik dat hij maar op Vinted moet kijken”
Haar eigen kinderen wil Roos ook dat bewustzijn meegeven. “We leven in een maatschappij waarin kinderen gewend zijn veel te krijgen – ik zorg ervoor dat mijn kinderen klusjes in het huishouden doen, ze krijgen niet zomaar alles. Nu mijn zoon op de middelbare school zit, begint hij ineens over merkkleding: ‘Mama, ze hebben allemaal zo’n trui met een kompasje.’ Dan denk ik: de groeten, weet je wat zo’n trui kost, die krijgt hij echt niet. Wel laat ik hem dan de Vinted-app installeren, dan kan hij daar kijken of hij iets tofs ziet.” Het hele artikel staat in Kek Mama 01-2023, verkrijgbaar in de winkel vanaf 3 januari. Met een abonnement op Kek Mama geniet je van mooie voordelen: *Goedkoper dan in de winkel *Lees elke maand als eerst Kek Mama *Gratis verzonden Abonneer je nu en betaal slechts €4,19 per editie.