Elsa: ‘Ik schrok me kapot toen ik via de babyfoon zag wat de oppas deed’
De oppas in de gaten houden via de babyfoon, je kunt het eigenlijk niet maken. Toch deed Elsa het, en daar is ze achteraf gezien heel dankbaar voor.
Christa (32) vluchtte drie jaar geleden met haar zoon Julian (9) halsoverkop naar haar ouders. En daar woont ze nu alweer een paar jaar. “Vind maar eens een betaalbare woning.”
“Als je op je achttiende je ouderlijk huis verlaat, verwacht je niet dat je op een dag weer voor de deur staat. Mét kind. Het voelt als een stap terug – een gevoel dat aan me knaagt. Als je alleen bent ga je naar een vriendin, maar ik heb een zoon. En Julian heeft bij mijn ouders een stabiele plek.
Mijn ex was compleet dolgedraaid. Ik heb halsoverkop wat spullen gepakt en ben met mijn kind naar mijn ouders gereden. Ik liet alles achter: de meubels waarvoor ik jarenlang had gespaard, ons fijne huurhuis, de man met wie ik jarenlang had samengewoond.
Het ging al tijden niet lekker. Onze relatie stond onder druk. Hij was depressief, dominant en bepaalde ons hele leven. Als je tegen hem inging kon de boel zomaar ontploffen. Niet dat ik elke dag klappen kreeg, maar hij heeft me wel een paar keer geslagen. Hij had schulden, problemen met justitie en was aan de drugs. Het ging van kwaad tot erger, de politie was al eens aan de deur geweest nadat het een keer uit de hand was gelopen. Toch was er iets waardoor ik bleef. Of het liefde was, weet ik niet. Ik denk dat het vooral het plaatje was dat ik moeilijk vond om los te laten. Het plaatje van het gezin dat ik dacht te hebben. Ik moest eerst afscheid nemen van het idee dat we een tweede kind zouden krijgen, samen oud zouden worden. Dat soort dingen.
De dag dat ik wegliep, was ik doodsbang. Mijn man was niet voor rede vatbaar, er hing een dreigende sfeer in huis. Ik was bang dat hij me weer zou slaan en wist: ik moet mijn kind uit deze onveilige situatie halen en wel onmiddellijk. Ik reed rechtstreeks naar mijn ouders. Ik had naar zo’n blijf-van-mijn-lijf-huis kunnen gaan, maar dan kom je in het hulpverleningscircuit terecht. Ik ben zelfstandig ondernemer, dat wilde ik niet. Een sociale huurwoning was ook geen optie. Er waren nog honderden wachtenden voor me. Het hebben van een kind geeft je geen voorrang op de wachtlijst. Ik heb bij instanties aangeklopt voor hulp, maar het enige advies dat ik kreeg was: als je bedrijf niet voldoende opbrengt, moet je ermee stoppen. Ik kon voor drie maanden een uitkering krijgen. Of een studiesubsidie. Ik word nog pissig als ik eraan denk. Wat moest ik met een studiesubsidie? Ik heb al een opleiding afgerond, ik runde al jaren een eigen bedrijf in de modebranche.
Mijn ex had op mijn naam schulden gemaakt. Ik heb nog maanden voor ons huurhuis moeten betalen, terwijl ik daar allang niet meer woonde. Hij betaalde niet één rekening. Ik was in de praktijk verantwoordelijk voor de schulden, bij hem viel niks te halen. Met mijn bedrijf verdiende ik niet genoeg om al die schulden af te betalen en ook nog eens in mijn eigen levensonderhoud te voorzien. Mijn ouders waren zo lief ons in huis te nemen, zodat ik mezelf na die rottijd kon herpakken. Mijn vader kluste een extra badkamertje in elkaar, Julian heeft zijn eigen kamer, ik leef op de zolderverdieping.
Toen we er net woonden, ging het slecht in de modebranche. Binnen een paar maanden ging een derde van mijn klantenbestand failliet. Zal je net zien. Alle bestellingen die ik had uitstaan kon ik op mijn buik schrijven. Ik kwam in betalingsproblemen. Een zakenrelatie aan wie ik geld was verschuldigd, wilde niet langer wachten en vroeg mijn faillissement aan. Daar zat ik dan: bij mijn ouders op zolder, failliet en blut. Ik heb me nog nooit zo wanhopig gevoeld. Ik had niks meer. Kon niks bijdragen aan de huishouding. Gelukkig wilden mijn ouders me alle ruimte geven om weer tot mezelf te komen. Geld speelde voor hen geen rol, ze konden ons er financieel bij hebben.
Lees ook
‘Mijn dochter en ik zwerven van het ene huis naar het andere’ >
Aan de andere kant trok mijn moeder me met harde hand uit de put. Als Julian een weekendje bij zijn vader was, kon ik echt niet depressief onder mijn dekens blijven liggen. Nee hoor, stond ze naast mijn bed, net als vroeger. ‘Zeg, moet jij niet wat doen? Kom op, ga naar een vriendin, ga uit, doe iets geks. Leef je leven.’ Het was net dat duwtje dat ik nodig had. De periode dat ik helemaal niets kon bijdragen duurde zes maanden. Je hoort weleens zielige verhalen over mensen die weer bij nul moeten beginnen, ik dacht vaak: kon ik maar bij nul beginnen, ik begin bij min honderd. Alles wat ik had opgebouwd aan inboedel en spaargeld was weg. Ineens waren er alleen maar schulden.
Ik ben een ondernemer in hart en nieren, maar besloot een gewone baan te zoeken. Ik wilde mijn ouders laten zien dat ik de draad weer oppakte, dat ik nog steeds die dochter was die de regie over haar eigen leven kon nemen. Na zes maanden vond ik een baan en kon ik langzaam maar zeker gaan meebetalen aan de huishouding en vaste lasten. Dat voelde goed. Van de rest van mijn salaris loste ik de schulden af. Ik verkocht mijn auto, de opbrengst ging regelrecht naar de schuldeisers. Als Julian nieuwe kleding nodig had, betaalde mijn moeder. Voor mezelf kocht ik niets.
Aan de reacties van de buitenwereld merk ik dat mensen het maar raar vinden. ‘Goh, woont ze nog steeds bij jullie?’ vragen mensen mijn moeder. Een collega riep laatst: ‘O nee, woon je bij je ouders? Hoe hou je dat vol?’ ‘Nou,’ zeg ik dan, ‘ik heb toevallig heel leuke ouders. En het is niet zo dat mijn zoon en ik op een matras in een krap kamertje liggen.’ Er zijn mensen die er echt niets van begrijpen. Die zeggen dat ze dat zelf nóóit zouden doen. Tja, jij hebt nog niks meegemaakt in je leven, denk ik dan.
Inmiddels is de situatie met mijn ex verbeterd – hij is van de drugs af. Zo nu en dan brengt hij wat tijd door met onze zoon, maar hij betaalt nog steeds niks. Af en toe komt hij aan met een cadeautje voor Julian. Of hij belooft dat hij zijn sportlessen zal betalen, maar dat komt er nooit van. Ik lig er niet meer wakker van. Misschien ben ik wel moegestreden, ik verwacht niks meer van hem. Het enige wat ik wil is de verhoudingen enigszins goed houden voor mijn zoon. Als Julian ouder is, mag hij zelf bepalen wat hij van zijn vader vindt. Zolang hij maar een leuke tijd heeft als hij bij papa is, ben ik tevreden.
Een paar maanden geleden was het zover: ik had alle schulden afbetaald. Eindelijk vrij. Ik had zelfs een beetje kunnen sparen voor een nieuwe auto. Maar je gelooft het niet, toen viel er ineens een envelop op de mat. De creditcardmaatschappij klopte aan met een schuld van drieduizend euro. Had mijn ex gemaakt met een oude creditcard op mijn naam. Geen idee wat hij met dat geld heeft gedaan, maar daar ging mijn spaarpot. Het heeft geen zin mijn ex daarmee te confronteren en hem te dwingen dat bedrag te betalen. De verleiding is groot, ik kook vanbinnen, ik vloek, maar hij gaat toch niet betalen. Dan kan ik wel stennis schoppen, maar dan heb ik weer een boze ex en mijn zoon een boze vader. Het enige wat ik heb gezegd is: ‘Ik heb je schuld ingelost. Voel je vrij om ook een bijdrage te leveren.’ ‘Ik geef je het binnenkort terug’, zei hij. Tuurlijk joh, geloof je het zelf?
Ondertussen hebben Julian en ik het heel fijn bij mijn ouders. We koken om de beurt. Meestal eten we gezellig samen. Doordat we zo veel ellende hebben meegemaakt, zijn we dankbaar voor de mooie momenten. Het is uniek dat een opa en oma hun kleinkind van nabij zien opgroeien. En ik heb dankzij mijn vader en moeder nooit het gevoel dat ik er alleen voorsta. Nog een voordeel: als zij thuis zijn, kan ik ’s avonds de hort op. Ik ben weer aan het daten. Ik zou best een leuke man willen ontmoeten. Het is een puntje om te vertellen dat ik bij mijn ouders woon, dus ik zeg het altijd maar meteen. Weet hij dat ook weer. Laatst grapte een date: ‘Dan ga ik vanavond maar niet met je mee naar huis. Ha, gezellig tussen je ouders in op de bank, ik moet er niet aan denken.’
Voorlopig blijf ik hier. Ik ben nu schuldenvrij, maar het is lastig iets voor mezelf en mijn zoon te huren. Ik draag ongeveer vijfhonderd euro per maand bij, daar vind je geen eigen woning voor. De huurprijzen zijn torenhoog, ik kan dat gewoon niet ophoesten. Ik heb inmiddels wel een nieuwe baan en ben flink aan het sparen. Ik hoop ooit een huisje te kunnen kopen, dat zou zo fijn zijn.
Laatst zijn Julian en ik voor het eerst op vakantie geweest. Naar Griekenland. Een week genieten van de zon, het zwembad, het lekkere eten. Zelf betaald. Het voelde als een overwinning. Het gaf me vertrouwen: ik ga dit gewoon rocken.”
Dit artikel heeft eerder in Kek Mama gestaan.
Meer Kek Mama? Volg ons op Instagram.