Eerste kerstdiner op school: ‘Een halfuur later belde zijn juf’
Het is spannend, zo’n eerste kerstdiner op school. En dan kan je kleine in al z’n enthousiasme de festiviteiten íets te ver door trekken.
Een abortus leek de logische weg toen ze op haar twintigste ongewenst zwanger werd, het verdriet daarna kwam onverwachts. Joyce nam zich voor nooit meer voor zo’n keuze te hoeven staan, maar het lot bepaalde anders.
Joyce (41) woont samen met Michael (55) en heeft uit een eerdere relatie vier kinderen: Max (19), Tim (17), Fleur (15) en Julie (12).
“Stomtoevallig werd ik naar dezelfde privékliniek doorverwezen. Het rook er nog precies hetzelfde. Klinisch. Steriel. Dit keer was ik gelukkig niet alleen, maar zat mijn vriend naast me. We namen plaats in een volle wachtkamer. Jonge meiden, soms kinderen nog, getrouwde vrouwen, met hun moeders, vaders, mannen of vriendjes ernaast. Je zit bij elkaar, eigenlijk net als in de wachtkamer bij de verloskundige, alleen is dit een totaal andere setting. Hier is iedereen óngewenst zwanger. Er wordt niet gesproken, niet naar elkaar gekeken. Je deelt met z’n allen een stil geheim. Ook als je na afloop van de abortus het pand verlaat, loop je gehaast, bijna vluchtend weg. Bang dat je iemand tegenkomt. Zo bewust van wat je net hebt laten doen.
Twintig was ik. Tweedejaars aan een theateropleiding. Anderhalf jaar verkering met Victor en actief in het studentenleven. Op feestjes dronk en rookte ik veel, ik leefde niet al te gezond. Met mijn anticonceptiepil was ik slordig. De ene keer nam ik hem ’s morgens in en dan weer ’s avonds. Soms zelfs met een slok wijn. Ik was al tijden niet meer ongesteld geweest, deed voor de grap een test en bleek tot mijn grote schrik zwanger. Meteen schoot door mijn hoofd: o jee, nu moet ik of stoppen met roken of mijn zwangerschap afbreken. Een bizarre gedachte. Maar ik was in alles onbezonnen en echt niet klaar voor het moederschap. Ik had ook geen idee hoe mijn relatie zich zou ontwikkelen, Victor en ik woonden niet samen. Hij was militair en zat veel in het buitenland. Toen ik hem vertelde over de positieve test, reageerde hij weinig meelevend. Hij steunde mij direct in het idee van een abortus. Via het Riagg (destijds een instelling voor geestelijke gezondheidszorg, red.) kreeg ik het adres van een privékliniek. Ik ging er alleen heen; Victor was zojuist voor twee maanden op uitzending gegaan. Ik vond het een kille witte ruimte. Op de echo was duidelijk zichtbaar dat ik tien weken zwanger was. Ik werd weggestuurd voor de wettelijke bedenktijd van vijf dagen. Daar was ik boos om. Ik had al goed nagedacht: ik wilde dit kind niet.
Ik was opgelucht toen het vruchtje uiteindelijk werd gecuretteerd, maar voelde me na de ingreep enorm leeg. Verstandelijk kon ik het allemaal goed beredeneren, emotioneel was het een ander verhaal. Ik meldde me ziek van school en sloot me twee weken op in huis. Buiten Victor had ik niemand in vertrouwen genomen. Mijn moeder, vriendinnen – ik dacht niet dat ze me zouden begrijpen. Ik wilde geen mensen zien, voelde me ook schuldig. Ik had deze zwangerschap moeten voorkomen. Mijn pijn zag ik als een wake-upcall voor mijn laksheid. Ik verbaasde me wel over mijn grote verdriet. Ik had niet verwacht dat de abortus zo’n uitwerking op me zou hebben. Ik dacht dat ik het weloverwogen had besloten, maar het veranderde me als persoon. Nachten doorhalen, stappen, veel drinken? Ik stopte er acuut mee. Het leek me zo oppervlakkig allemaal. Ik stortte me op mijn opleiding en werk. Voorheen was ik amicaal en open, nu werd ik voorzichtig in wat ik zei en deed. Ik keerde in mezelf. Ik riep altijd dat het goed met me ging, maar vanbinnen huilde ik.
Twee jaar later was ik weer zwanger. Wederom niet gepland. Ik had medicatie geslikt tegen een ontsteking die blijkbaar invloed had op de pil. Ditmaal zat ik in mijn examenjaar, dus qua timing was het nog steeds niet ideaal, maar geen haar op mijn hoofd die erover dacht dit kind weg te laten halen. Ik was zelf ouder, sterker, mijn leven stabieler. Victor en ik gingen samenwonen en ik bouwde mijn examens en werk om het kind heen. Twee jaar na onze zoon Max volgde baby nummer twee en nog eens twee jaar later kregen we onze derde. Kinderen die zonder mijn abortus waarschijnlijk nooit zo snel of helemaal niet waren gekomen. Ergens wilde ik het gat vullen dat ik nog steeds in me voelde.
Mijn huwelijk met Victor was verre van geweldig. Hij bleek een narcistische man en uiteindelijk vroeg ik om een scheiding. Toen we uit elkaar gingen, ontdekte ik dat ik ruim twintig weken zwanger was. Ik had er niets van gemerkt; vanwege alle stress menstrueerde ik al maanden niet meer. Het kwam totaal niet gelegen, maar ik voelde me sterk genoeg het alleenstaand moederschap aan te gaan. Bovendien wilde ik niet nog eens de hel van een abortus meemaken. Mijn moeder, niet wetende van mijn eerste abortus, opperde een kliniek waar ze tot 23 weken nog curetteerden. Ik vond dat vreselijk. Hoe haalde ze het in haar hoofd dat te zeggen? Wist ze wel hoe zwaar een abortus was? Ik zou dat nóóit meer kunnen doen. Natuurlijk zei ik dat niet tegen haar, maar vanbinnen brandde een vuur in mij. Als een leeuwin vocht ik voor dit nog ongeboren kind. Al moest ik ermee op straat leven, dit kind mocht gewoon komen. Ik zag het als een cadeautje voor mezelf. Nog één keer genieten. Dat zei ik later ook altijd tegen Julie, mijn jongste: ‘Je bent niet uit liefde gemaakt, wel uit mijn liefde voor jou geboren.’
Lees ook ‘Van ongewenst zwanger was ik opeens ongewenst kinderloos’ >
In de jaren erna ging het ook prima, ondanks alle tegenslagen. Victor – die ontkende de vader te zijn van baby Julie en mij geheel ten onrechte beschuldigde van vreemdgaan – verbrak al het contact met ons. Hij kwam simpelweg niet opdagen bij rechtszaken om omgangsregelingen en betaalde geen cent alimentatie. Ook weigerde hij Julie te erkennen. Toch probeerde ik de kinderen zo stabiel mogelijk op te voeden en ze een gezonde basis mee te geven. Dat werd versterkt toen Michael in mijn leven kwam. Hij, gescheiden vader met een dochter van zeventien en een typische levensgenieter, bracht een hoop plezier en levenslust met zich mee. Ik voelde me eigenlijk maar een suffe huismoeder met vier kinderen, door hem leefde ik weer op. Michael ontpopte zich tot een vaderfiguur voor mijn kinderen. Ze groeiden uit tot evenwichtige pubers en we gaven ze een gezonde basis mee. We vormden een fijn samengesteld gezin. Ons leven was goed en eindelijk helemaal op de rit.
En toen gebeurde het onmogelijke: twee jaar geleden raakte ik opnieuw ongepland zwanger. Ik had met blaasklachten aangeklopt bij mijn huisarts. Ik kampte al een tijdje met onregelmatige menstruatie, vermoedde vroeg in de overgang te zijn. De volgende dag belde de assistente met de uitslag van het urineonderzoek. Ik had gelijk, zei ze, ik had inderdaad een blaasontsteking. Maar wist ik al dat ik ook zwanger was? Nou nee. Ik was compleet in shock. Deze zwangerschap kon niet op een slechter moment komen. Sinds een paar maanden worstelde ik met oudste zoon Max die steeds van huis wegliep. Ik was ontzettend bezorgd en had hulpverlening ingeschakeld. Zij regelden een soort 24-uursopvang waar hij na school terechtkon, maar wel nog thuis sliep. Het was een onrustige, nare periode. Max nu confronteren met een ‘liefdesbaby’ leek me niet slim. Ik was bang dat hij dan volledig zou ontsporen.
Michael reageerde superlief en begripvol toen ik in tranen het bericht over de zwangerschap vertelde. Hij wist hoe pijnlijk en traumatisch ik mijn eerste abortus had gevonden. Hij wist ook dat ik bij Max én Julie geen abortus had aangekund en dus gaf hij mij de volledige lead bij deze zwangerschap. Als ik die wilde afbreken zou hij me onvoorwaardelijk steunen, maar hij begreep het ook goed als ik het kind toch wilde houden. Zijn reactie was ongelofelijk lief en troostend. Toch heb ik niet getwijfeld. Ik heb echt met mijn verstand geredeneerd. Een baby zou mijn oudste zoon enorm beschadigen. Sowieso had ik nu al mijn handen vol aan de vier kinderen die ik had. Weer een baby, peuter, kleuter; ik moest er niet aan denken. Maar ook naar mijn omgeving toe wilde ik niet nog eens met een kind komen aanzetten. Destijds met Julie hadden al veel mensen er ‘iets’ van gevonden. Dus koos ik ervoor, ondanks alle pijn van de eerste keer, deze zwangerschap te laten afbreken.
Die abortus is nu twee jaar geleden en weer ervaar ik dezelfde leegte als bij mijn eerste abortus. Alsof ik toch iets mis. Ik heb nog getwijfeld of ik een speciale tatoeage moest laten zetten, om zo een plek te geven aan de pijn. Misschien dat ik het ooit doe. Michael en ik praten regelmatig over hoe het was geweest als we het kind wel hadden laten komen. Was het een jongen of meisje? Hoe zou een kind van ons samen eruitzien? Die gedachten mogen er zijn, maar doen me elke keer weer breken. Niet omdat ik spijt heb, ik sta nog steeds achter de keuze van toen. Maar zo’n beslissing is wel pijnlijk en definitief. Kies je anders, dan heb je nu nog een kindje van twee rondlopen. Gelukkig komt dat soort verdrietige moment met vlagen. Ik ben dankbaar dat ik dat met Michael kan delen, anders dan de eerste keer, toen Victor er niet eens bij was en er nooit meer op terugkwam. Dit is echt iets van ons twee. We hebben het nooit met onze kinderen besproken en ook met buitenstaanders ben ik voorzichtig. Abortus is toch nog een taboe, heb ik gemerkt. Je stelt je niet voor als ‘Joyce, moeder van zes, waarvan ik er twee heb laten weghalen’. Er wordt ook vaak heel zwart wit gedacht. Er zijn best veel mensen anti, die het zelf niet gegeven is kinderen te krijgen en dan afkeuren dat jij ‘zomaar’ een zwangerschap laat afbreken. Ik snap het gevoel van onrecht, maar niemand laat ‘even’ een abortus plegen. Je kunt niet oordelen als je er niet zelf voor hebt gestaan.
Uiteindelijk heb ik het laatst toch tegen mijn twee beste vriendinnen verteld. Gezegd dat ik iets wilde opbiechten. Ze reageerden allebei superfijn, zonder oordeel of goedbedoeld advies. Dat werkte best helend. Mijn verhaal hier delen helpt ook. Ik hoop dat er meer openheid komt. Eigenlijk zowel voor abortussen als miskramen. We houden zwangerschappen stil tot aan de twaalfde week, want stel dat het misgaat. Maar als het misgaat, zowel bewust of onbewust, waarom mag je dan niet om wat begrip en medeleven vragen?” Dit artikel staat in Kek Mama 14-2020. Meer Kek Mama? Volg ons op Facebook en Instagram.