Eerste kerstdiner op school: ‘Een halfuur later belde zijn juf’
Het is spannend, zo’n eerste kerstdiner op school. En dan kan je kleine in al z’n enthousiasme de festiviteiten íets te ver door trekken.
Filiz staat 35.000 euro in de min, maar heeft wel drie kindertheaters die het prima doen.
Filiz (42) woont samen en heeft een zoon van 11, een dochter van 4 en stiefdochter van 7. Ze is eigenaar van De Toverknol-kindertheaters in Amsterdam, Haarlem en Utrecht.
“Vrienden verklaarden me voor gek toen ik tien jaar geleden mijn plannen voor een eigen, ongesubsidieerd kindertheater ontvouwde. Het enige wat ik niet wilde, was dat ik mijn kinderen later met schulden op zou zadelen. Maar toen ik ontdekte dat ze een erfenis mogen weigeren als die uit een negatief saldo bestaat, wist ik dat ik niks te verliezen had. Op mijn negentiende vertrok ik met twee koffers naar New York. Ik heb het er zes jaar uitgehouden: het is een cliché, maar als je het daar redt, red je het overal.
Ik ben van christelijk-Assyrische afkomst; mijn ouders kwamen als politiek vluchtelingen naar Nederland. Thuis werd ik kort gehouden. Ik deed graag playbackshows, maar mocht Madonna bijvoorbeeld niet nadoen, veel te uitdagend gekleed. In mijn fantasie kon ik wel zijn wie ik wilde; ik denk dat daar mijn liefde voor theater is ontstaan. Ik begon als actrice, maar eigenlijk vond ik het achter de coulissen veel leuker.
Toen mijn oudste zoon een jaar of twee was, opende ik mijn eigen kinderkledingwinkel. Maar dat had ik na een jaar alweer gezien, ik miste het theatervak. Aan klanten vroeg ik of ik ze zouden komen als ik elke maand een nieuwe kindervoorstelling zou maken. Hun reactie was enthousiast. Ik ging op zoek naar een geschikte ruimte, maar net toen ik die had gevonden brak de bankencrisis uit. Gelukkig wilde de vader van een actrice die ik al had ingehuurd voor de eerste voorstellingen, inspringen. Hij leende me € 30.000. Toen de bank dat bedrag op mijn rekening zag staan, verhoogden ze het met € 60.000.
Eén dag voor de allereerste voorstelling was het theater pas af. Ik weet nog goed dat de spot aanging en de actrices opkwamen. Toen wist ik: dit wordt een succes. De eerste jaren waren pittig. Ik deed alles zelf: van scenario’s schrijven tot decorbouw en kostuums. Terwijl er nog nauwelijks geld binnenkwam, moest ik al twee vaste actrices betalen en de maandelijkse huur van € 2300. Daar kwam nog een rechtszaak bij die de buren tegen ons aanspanden. Ik won, dat wel.
Toen het theater net een jaar draaide, gingen de vader van mijn zoon en ik uit elkaar. Ik verhuisde met mijn kind naar een huurwoning. Met de overwaarde van het huis dat mijn ex en ik achterlieten, kon ik meteen een derde van mijn schuld aflossen.
Lees ook
6x uitjes voor kinderen die gek zijn op muziek en theater >
Aan het aantal bezoekers merk ik dat er grote behoefte is aan fantasierijk, origineel kindertheater. Ik red het zonder subsidie omdat we drie voorstellingen per dag programmeren. Daarnaast organiseren we ook kinderpartijtjes; niet alleen voor de extra inkomsten, maar ook omdat dat gratis reclame is voor het theater. Van een Amerikaanse acteerdocente leerde ik: je kunt nog zo talentvol zijn, als je jezelf niet weet te verkopen, wordt het niks. Dat is ook een van de redenen dat ik een tweede en een derde vestiging heb geopend. Als er eentje om zou vallen, zou ik niks meer hebben. En ik kan nu tien actrices wat meer financiële zekerheid bieden. Ik mag dan een bedrijf runnen, het voelt ook als een familie.
Ik was van plan lekker single te blijven, maar na een jaar kwam ik mijn huidige man tegen met wie ik drie jaar later een dochter kreeg. Samen met zijn dochter uit een eerdere relatie vormen we een samengesteld gezin. Mijn zoon is om het weekend bij zijn vader, de dochter van mijn man om de week bij haar moeder. Hij heeft een vaste baan en helpt ook mee in het theater. Hij bouwt decors en doet de social media.
Maar er is maar één de baas, en dat ben ik. Ik kan me nu niet meer voorstellen financieel afhankelijk te zijn van een man, terwijl ik toch echt ben opgevoed met het idee dat een man voor je zorgt. Iedere maand stort ik tussen de € 2000 en € 2500 op onze en-ofrekening. Daarnaast spaar ik € 500 per maand. Het geld dat ik overhoud gaat meestal naar spullen voor de kinderen. Tijd om te winkelen heb ik niet.
Soms permitteer ik me ineens een dure jas, en dan kijk ik niet op € 200 meer of minder. Dat ik mijn vaste lasten kan betalen en de mensen die voor mij werken, is het belangrijkst. Ik weet hoe geldzorgen alles kunnen infecteren. Vroeger, thuis, was er altijd ruzie over geld. Mijn vader werkte de ene maand in een fabriek en had de andere maand een uitkering. Ze zullen het niet snel zelf zeggen, maar van anderen hoor ik dat ze er trots op zijn dat ik mijn eigen onderneming heb.
Een tijdje terug heb ik mijn ouders kunnen helpen door een schuld voor hen af te lossen. Toen ik achttien was ben ik van huis weggelopen, naar Frankrijk, waar ik een baan vond als au pair. Ik ken veel meisjes die hetzelfde hebben gedaan die vervolgens door hun familie werden verstoten. Maar mijn moeder heeft altijd gezegd: als Filiz terugkomt, sluiten we haar weer in onze armen. Ook mijn vader heeft mij altijd verdedigd. Dat vind ik heel knap van ze en ik ben ze daar dankbaar voor. Toen ik na jaren terug in Nederland kwam, en een antikraakhuis had gevonden, kwamen mijn ouders er kijken. Bij het afscheid stopte mijn vader me een envelop toe met € 300, een bedrag dat hij bij elkaar had gespaard met de verkoop van lampjes. Niemand mocht aan dat geld komen, dat was bestemd voor zijn dochter. Geld op zich betekent niks. Maar dit betekende alles.”
Dit artikel heeft eerder in Kek Mama gestaan.
Nog meer Kek Mama?
Volg ons op Facebook en Instagram. Of schrijf je hier in voor de Kek Mama nieuwsbrief >