Eerste kerstdiner op school: ‘Een halfuur later belde zijn juf’
Het is spannend, zo’n eerste kerstdiner op school. En dan kan je kleine in al z’n enthousiasme de festiviteiten íets te ver door trekken.
Het schijnt dat de eerste drie jaar van het leven van je kind ook het meest uitdagend zijn voor de relatie tussen de beide jonge ouders. Nou, daar weet Renske alles van.
“De eerste duizend dagen van het leven van je kind mag je eigenlijk niet uit elkaar. Het zijn namelijk geen representabele jaren. Het slaapgebrek, het grenzen stellen, uitzoeken waar je staat in de opvoeding…dat wordt allemaal makkelijker na het derde levensjaar.” Dat vertelde een vriendin mij een paar jaar geleden toen ik zat te klagen over mijn relatie. Of eigenlijk: over het desastreuze effect van mijn baby op onze relatie. Ik weet niet waar ze die 1000-dagen-regel vandaan had (de Viva of de Flair ofzo), maar wanneer mijn man en ik het moeilijk hadden dan hield ik me vast aan deze uitspraak.
Dit schreef Renske daarover toen Dex nog kleiner was:
Ik heb een pittig kind. Dat heb ik al vaker gezegd, maar het is nu eenmaal zo. Zelfs mijn moeder zegt het en zij is kinderverpleegkundige en heeft al heel wat verschillende types voorbij zien komen. Maar goed, door dat pittige kind hadden Rutger en ik nogal vaak strijd. En dan zeiden we dingen die we niet menen. Herkenbaar? Ik zal jullie een paar situaties schetsen waarin wij in een crisis terecht kwamen (dat gebeurt met name als je al deze situaties in één week hebt). Maar goed, we zijn nog bij elkaar, want tja, we houden van elkaar.
Lees ook –
Stop de tijd: álles over de ontwikkeling van je kind per leeftijd >
Crisis 1: Slaapgebrek
De eerste maanden ging dat nog wel. Toen zaten we beiden op een soort adrenaline-wolk. Bovendien werkte ik nog niet, dus kon ik overslag slapen wanneer de baby sliep. Tegenwoordig, als Dex eens een paar onrustige nachten heeft, trekken wij het he-le-maal niet meer!!! Als ik mijn zoon hoor brullen, schop ik Rutger en zeg: “Jij moet eruit! Ik KAN niet meer” Waarop hij standaard kreunend zegt: “Ik KAN ook niet meer.” Waarop zich een ruzie ontvouwt over wie wat wanneer doet en of dat in verhouding staat tot wat de ander doet.
Crisis 2: Uitgaan
“Hee, Rutger, ik ga dus vrijdag uiteten met Sophie”. Rutger: “Ja, lekker dan, ik had al met de boys afgesproken. Misschien moeten we oppas regelen.” “Nee, de oppas kan niet en bovendien kunnen we niet altijd maar oppas inhuren, dat wordt toch allemaal veel te duur!” “Ik ga niet thuisblijven!” ” Nou, ik ook niet” Waarop zich een ruzie ontvouwt over wie wat wanneer doet en of dat in verhouding staat tot wat de ander doet.
Crisis 3: eten met kind aan tafel
Ik: “Hij moet op zijn eigen stoel zitten”
Hij: “Hoezo, hij kan toch ook bij mij op schoot zitten en eten? Als hij maar eet!”
Ik: “Dat is niet goed. Je verwent hem teveel”
Hij: “Je zeurt.”
Waarop zich een ruzie ontvouwt over de verschillende visies in opvoeden en iemand zegt dat het veel makkelijker zou zijn als je het in je eentje kon bepalen en de ander zegt ‘nou, dan ga je het toch lekker in je eentje doen’
Crisis 4: woedeaanval van peuter in het park (op Koningsdag)
Peuter wil niet mee, omdat peuter het liefst alle auto’s van alle kleedjes in het Vondelpark wil mee gappen en op het moment dat wij zeggen: ‘Dex, we gaan!’ werpt hij zich voorover en gaat midden op het pad liggen. Het pad waarover honderden mensen lopen. Die nu allemaal over hem heen moeten stappen. Ik wil Dex met brute kracht over mijn schouder gooien, maar dat zal leiden op geschopt en gekrijs. Rutger wil hem laten uitrazen. Waarop zich een ruzie ontvouwt over de verschillende visies in opvoeden en iemand zegt dat het veel makkelijker zou zijn als je het in je eentje kon bepalen en de ander zegt ‘nou, dan ga je het toch lekker in je eentje doen’
Crisis 5: De iPad
Hij: “Dex moet echt wat minder op de iPad”
Ik: “Wat bedoel je daarmee?”
Hij: “Dat jij hem er te makkelijk achter zet”
Ik: “Ik kan niet koken als hij aan me loopt te trekken. Ik vind het belachelijk dat jij hem zo ongeveer de hele tijd tilt als jij aan het koken bent, zodat hij kan kijken. Je verwent hem teveel.”
Hij: “Je zeurt.”
Waarop zich een ruzie ontvouwt over de verschillende visies in opvoeden en iemand zegt dat het veel makkelijker zou zijn als je het in je eentje kon bepalen en de ander zegt ‘nou, dan ga je het toch lekker in je eentje doen’.
Crisis 6: Straffen
Dex heeft zijn bord met eten op de grond gegooid en zijn vork richting mijn hoofd gezwiept. Ik begin te schreeuwen en zet hem hardhandig in de hoek. Dex loopt direct weg uit de hoek en ik zit hem vast in zijn ledikantje en doe de deur dicht.
Ik: “Laat em maar janken, daar leert ie van.”
Hij: “Je moet niet zo schreeuwen. Daar schrikt ie van.”
Ik: “Jij bent te lief. Hij walst over je heen.”
Hij: “Jij bent een kreng.”
Ik: “Ik ga afwassen.”
Hij: “Haal je em dan nu weer uit zijn bedje? Dit duurt echt te lang.”
Ik: ” Nee, hij moet het maar voelen.”
Waarop zich een ruzie ontvouwt over de verschillende visies in opvoeden en iemand zegt dat het veel makkelijker zou zijn als je het in je eentje kon bepalen en de ander zegt ‘nou, dan ga je het toch lekker in je eentje doen’.