Elsa: ‘Ik schrok me kapot toen ik via de babyfoon zag wat de oppas deed’
De oppas in de gaten houden via de babyfoon, je kunt het eigenlijk niet maken. Toch deed Elsa het, en daar is ze achteraf gezien heel dankbaar voor.
Zangeres Pearl Joan (31) lijkt misschien timide maar is een feestbeest: lachen, dansen, kletsen.
Aan de deur hangt een bordje: niet aanbellen a.u.b. Naomi van anderhalf ligt vandaag letterlijk achter de voordeur, in diepe slaap in de wandelwagen, mijlenver bij ons vandaan. Pearl heeft haar bedenkingen. “Ze wordt vast binnen drie kwartier wakker”, gokt ze. Haar man Renze belooft het in de gaten houden zodat we ongestoord kunnen praten. Ze wonen in een nieuwbouwhuis in de stad. Zalig, vindt Pearl. Later, als ze vertelt over de vakantie naar Suriname waar Renze haar ten huwelijk vroeg maar waar ze zich minder thuis voelde dan ze had verwacht, lacht ze dat ze het liefst zou zien dat de hele wereld uit nieuwbouw bestond. “Alles netjes afgewerkt, schone straten, nieuwe winkels. Zo fijn.”
Ze werd in één klap bekend door haar deelname aan The Voice 2011. Ben Saunders won, zij werd tweede. Voor die tijd zong ze in theaterproducties en musicals zoals Hairspray en Legally blonde, sindsdien treedt ze voornamelijk op als soloartiest. “The Voice gaf een boost aan mijn carrière”, zegt Pearl. Ook was het programma een goede leerschool. “Ik had dan wel muziektheater aan het Tilburgse conservatorium gestudeerd, maar als je kwetsbare zelf op het podium staan is toch iets anders dan derde achtergrondzangeres zijn. Nick en Simon waren mijn coaches en zij maakten echt een ster van me. Omgaan met de pers, makeup, styling, kleding, alles leerde ik daar. Welke kledingstijl past goed bij mij, bij mijn lichaam of bij de avond waarop ik ga zingen? Over dat soort dingen dacht ik vroeger niet na. Ik deed maar wat.”
Volgens haar beste vriend Rik van de Rijdt was Pearl extreem verlegen en bescheiden. Hij lacht als hij terugdenkt aan haar begintijd op het conservatorium, waar ze elkaar leerden kennen. Pearls medestudenten deden zich tijdens het voorstelrondje voor als expressieve podiumbeesten en riepen teksten als: ‘Ik wil in die en die musical spelen!’ En toen was Pearl aan de beurt. Rik: “Het enige wat ze zei was: ‘Ik ben Pearl en ik houd van zingen.’” Pearl zingt altijd, elke dag, overal, al zolang ze zich kan herinneren. Van kinderliedjes en meezingen met de radio tot samen met Renze muziek maken en natuurlijk haar optredens. “Ik word er blij van, het is mijn manier om me te uiten. Zingen is ook het enige wat ik goed kan.”
Ze groeide op in Culemborg, waar haar moeder zes kinderen grootbracht: drie zoons en drie dochters. Haar vader was al voor Pearls geboorte naar Suriname vertrokken. Ze kende hem wel, zag hem op feesten en partijen als hij weer even in Nederland woonde. Hij voelde als een verre oom, nog steeds. Gewoon, omdat het altijd zo is geweest.
In het rijtjeshuis waar ze met z’n zessen woonden, was het altijd druk. Iedereen was welkom. Maar geld was er niet. “We moesten ons redden van mijn moeders uitkering. En hulp van mensen uit de kerk. We kregen kleding van ze, en leuke extraatjes met Pasen of Kerstmis.” De kleine Pearl vond het moeilijk dat andere kinderen op vakantie gingen en nieuw speelgoed en kleding kregen. Verdrietig werd ze ervan. Twee dingen waren er thuis in overvloed: gezelligheid en muziek.
“We maakten altijd plezier. Mijn broers, die tien jaar ouder zijn, hadden een bandje en oefenden op zolder r&b. Daar betrokken ze mij van kleins af aan bij. Dan riepen ze: ‘Pearl, zing dit eens voor ons!’ En: ‘Doe het eens op zus of zo’n manier?’ Ik zong ook in de jeugdband van onze evangelische kerk en later bij een black gospelkoor, super swingend. Uit de kamer van mijn ene zus schalde popmuziek, de andere zong ook en mijn derde broer speelde gitaar – allemaal waren we met muziek bezig. Mijn moeder is ook heel muzikaal, ze heeft een prachtige stem en is dol op meerstemming zingen. Ze zong veel kinderliedjes met ons. En met kerst zongen we met z’n allen. Dan was mijn broer Roscoe de dirigent en riep mijn moeder: ‘Ik zing tweede stem want ik ben oud en kan niet meer zo hoog zingen.’”
Op de basisschool werd ze gepest, vooral de eerste jaren. “‘Je bent zwart, je bent vies en je geeft af’, riepen kinderen. Ik werd niet gekozen als er teams werden gevormd bij gym. Ik hoorde er niet bij. Ik vroeg huilend aan mijn moeder: ‘Mag ik mezelf wit verven? Ik wil ook wit zijn.’” Haar moeder vond het belangrijk dat ze goed haar best deed op school. “Ze zei: ‘Wees je ervan bewust dat je drie keer zo hard moet werken als een witte.’” Zwaarmoedig werd Pearl daar niet van. “Ik wist: het werkt gewoon zo. Verder had je het er vroeger niet over. En, het moet gezegd: in de artiestenbranche heb ik geen last van mijn huidskleur. Als zwarte zangeres word ik met open armen ontvangen.”
En toch: er zijn van die kleine, nare dingen. Laatst nog, wilde ze met het pontje oversteken van Houten naar Culemborg. “Dat kostte twee euro, wist ik veel. Dus ik zei tegen de schipper: ‘Sorry, mijn portemonnee zit in mijn tas, die moet ik even uit de auto halen.’ Werd die meneer boos. ‘Ja, zo werkt het nou eenmaal in dit land, je moet je aanpassen. Dingen kosten geld hier.’”
Zo’n voorval haalt Pearl uit haar bubbel waarin de mensen haar lief en aardig vinden. “Voor buitenstaanders blijf ik die zwarte, de allochtoon.” Een zwaar gevoel, ze klapt ervan dicht. “Dan ben ik weer dat timide meisje in de kleuterklas.” Ze probeert dit soort dingen van zich af te laten glijden. Praat erover met haar moeder, Renze en haar beste vrienden Rik en Chysha. “Hoe zal Naomi opgroeien? Hoe kijken mensen straks naar haar? Krijgt ze problemen rond Sinterklaas, omdat ze net als ik wordt gepest? Of scheelt het dat ze lichter is?”
Ze werkt een stuk minder sinds Naomi er is. Een musical ziet Pearl niet zitten. “Dan treed je zes dagen per week op. Zit je om twee uur ’s middags in de bus naar Groningen en ben je om twee uur ’s nachts weer thuis. Dan lever je wel erg veel thuistijd in. Het kan, er zijn mensen die het doen. Maar ik zou het jammer vinden als ik zo veel van mijn dochters opvoeding uit handen moest geven.”
De rest van het interview lees je in Kek Mama 04-2017, tot 1 mei in de winkel.