Eerste kerstdiner op school: ‘Een halfuur later belde zijn juf’
Het is spannend, zo’n eerste kerstdiner op school. En dan kan je kleine in al z’n enthousiasme de festiviteiten íets te ver door trekken.
Sophie werd moeder op haar zeventiende en heeft het sindsdien grotendeels alleen gerooid.
Sophie (28, werkzaam in de geestelijke gezondheidszorg) is alleenstaand moeder van Daphne (12) en Anne (7).
“Ik zat in het examenjaar van het vmbo en was zestien jaar toen ik ontdekte dat ik vier maanden zwanger was. Het was een schok, natuurlijk. Voor mij én voor mijn vriendje, die niet veel ouder was. Maar de zwangerschap afbreken was geen optie meer voor mij; ik voelde al leven in mijn buik. Papa don’t preach is niet voor niets mijn lijflied geworden: mijn vader kon niet met de situatie omgaan, hij heeft mij gedurende de rest van mijn zwangerschap doodgezwegen. Dat had zijn uitwerking op mijn moeder, die het er ook moeilijk mee had, maar mijn keuze wel accepteerde. Ook mijn oudere zus nam me mijn beslissing niet in dank af. Vooral omdat zij, net als ik, van iedereen negatief commentaar kreeg. Die opmerkingen, die varieerden van ‘Wat moet een kind met een kind?’ tot dat ik nu natuurlijk mijn school niet zou afmaken en er niks van mij zou worden, sterkten mij om iedereen het tegendeel te bewijzen.
Makkelijk was dat niet. Ik was erg op mezelf aangewezen. Ja, er bestonden wel praatgroepen voor tienermoeders waar je dan, nogal aanmatigend, uitgelegd kreeg hoe je een flesje moest uitkoken. Maar dat je als thuiswonende minderjarige geen recht op een uitkering of een andere vorm van bijstand hebt, vertelden ze je daar niet. Mijn ouders moesten in mijn onderhoud voorzien, maar zij waren daar financieel niet toe in staat. Bovendien zou ik tot mijn achttiende geen gezag hebben over mijn eigen kind, tenzij ik door een kinderrechter meerderjarig verklaard zou worden. Die baseert zich voor die beslissing op onderzoek van de Raad voor de Kinderbescherming, en die achtte mij na uitvoerig onderzoek inderdaad in staat zelf voor mijn kind te zorgen. Vanaf dat moment werd de kinderbijslag die mijn ouders voor mij kregen stopgezet en kreeg ik een babyuitkering van 380 euro. Die voor het grootste deel opging aan kostgeld voor mijn ouders. Het was krap, maar het ging. Het vervelendste vond ik dat ik zo vaak nee moest zeggen tegen vrienden omdat het me aan geld en tijd ontbrak.
Een week na de uitgerekend datum liep ik nog rond op school: ik wilde zo veel mogelijk examens afleggen – de schoolleiding had me zelfs de sleutels van de lift gegeven. Twee weken nadat Daphne werd geboren, na een heftige bevalling, was ik weer terug op school voor de allerlaatste vakken. Ik wilde koste wat kost voorkomen dat ik het jaar moest overdoen, en dat lukte me. En omdat ik óók wilde voorkomen dat ik de rest van mijn leven wc’s zou moeten schoonmaken, schreef ik me in voor de opleiding sociaalpedagogisch werk.
Waar anderen me hadden laten vallen, kreeg ik nu steun uit onverwachte hoek; de moeder van een klasgenote, die zelf net bevallen was van een nakomelingetje, bood aan gratis op mijn dochter te passen zolang ik nog geen plek op de kinderopvang had. Daar ben ik haar tot op de dag van vandaag dankbaar voor. Ik denk dat ik inmiddels toch wat respect had afgedwongen met mijn doorzettingsvermogen, want ook toen ik na mijn achttiende eindelijk op mezelf kon gaan wonen met mijn dochtertje, boden meer mensen aan te helpen. De vader van Daphne zat daar niet bij: het eerste halfjaar hadden we nog wel contact en sliep onze dochter soms ook in zijn ouderlijk huis, maar onze relatie was niet stabiel. Hij speelt nu geen rol meer in ons leven.
Lees ook – Twee keer door de hel: ‘Ik heb geen spijt van mijn abortussen, wel verdriet’ >
Mijn vierjarige opleiding heb ik uiteindelijk in drie jaar gehaald, waardoor mijn prestatiebeurs werd omgezet in een gift. Toen ik de vader van mijn tweede dochter ontmoette had ik een baan, en hij ook. Deze keer had ik mijn leven wel op de rit. Ik wilde het ditmaal zo graag goed doen. Nu kon ik wel een babykamer inrichten en spulletjes kopen en gewoon genieten van de zwangerschap. Al herinner ik me nog hoezeer ik ertegen opzag het mijn ouders te vertellen; dat ik ze zo had teleurgesteld had ik blijkbaar nog niet helemaal verwerkt.
Talent voor relaties heb ik niet, vrees ik. Ik heb nog lang geprobeerd de relatie met Annes vader te redden, maar na vijf jaar vond ik dat ik er zelf ook recht op had om gelukkig te zijn en heb ik hem eruit gezet. Sinds twee jaar ben ik alleenstaand moeder. We hebben het erg gezellig met zijn drietjes en ik red me heel aardig. Ook financieel. Ik werk als persoonlijk- en woonbegeleider in een woongroep voor ggz-patiënten. Mijn salaris ligt tussen de 1400 en 1800 euro, afhankelijk van onregelmatigheidstoeslagen. Daar komt nog 458 euro aan kindgebonden budget bij, plus 150 euro alimentatie van mijn ex voor mijn jongste dochter. Na aftrek van mijn vaste lasten van 1180 euro per maand, hou ik maandelijks gemiddeld 300 euro over. Daarvan probeer ik een beetje opzij te leggen, de rest gaat op aan leuke dingen doen met mijn dochters. Een dagje naar een Waddeneiland, een middag naar de film. De spaarpot voor dat soort uitjes is nu even op, maar ik heb nog wel 350 euro voor uitgaven aan mijn auto, plus 1200 euro voor onvoorziene kosten. Ik sta heus weleens rood, maar probeer toch gestructureerd geld opzij te zetten.
Als ik nu vrienden zie die aan hun eerste kind beginnen denk ik wel: zij hebben het een stuk gemakkelijker dan ik destijds. Toch heb ik geen spijt. Dat ik zo jong moeder ben geworden heeft me gemaakt tot wie ik ben. Mijn kinderen weten niet beter. Mijn oudste dochter gaat sinds kort naar hetzelfde vmbo als ik, met deels nog dezelfde docenten als toen ik er rondliep. Daar kunnen we allebei om lachen. Als mensen niet geloven dat ik haar moeder ben, storen we ons daar allebei niet meer aan. Hun toekomst zie ik zonnig in: mijn dochters zijn braver dan ik was op hun leeftijd. Wel heb ik eens bij BNN een klacht ingediend over hun programma Vier handen op één buik, waarin alleen maar onverantwoorde, rokende tienermoeders worden geportretteerd. Ik heb een huisje aan het water, heb altijd gewerkt, ben economisch onafhankelijk en heb een leuke vriendenkring. Laat eens een tienermoeder zien die het wél voor elkaar heeft. Wat ik destijds miste was informatie, vooral ook over de financiële gevolgen van mijn keuze. Ik heb veel affiniteit met de meiden die in dezelfde situatie zitten als ik toen. Als mijn huidige baas ooit een locatie wil opzetten voor tienermoeders die niet meer thuis kunnen wonen, ben ik de eerste die voor hem gaat werken.” Dit artikel heeft eerder in Kek Mama gestaan. Meer verhalen over geld en gezin? We selecteren de mooiste in onze nieuwsbrief >