Eerste kerstdiner op school: ‘Een halfuur later belde zijn juf’
Het is spannend, zo’n eerste kerstdiner op school. En dan kan je kleine in al z’n enthousiasme de festiviteiten íets te ver door trekken.
Hilde (39) verdient het geld, man Pim (42) zorgt voor kinderen Noah (9) en Melle (6). Als ze niet op het kinderdagverblijf of bij opa en oma zijn, tenminste.
Hilde: “‘Shit, kan ik van jou misschien een tientje lenen?’ Dat was Pims openingszin toen ik hem voor het eerst echt sprak. Het was de reünie van de bruiloft van gezamenlijke vrienden en we waren met twaalf man bruidspersoneel en aanhang uit eten geweest. Hoewel ik een van de getuigen van de bruid was geweest, had ik Pim het jaar daarvoor nauwelijks gesproken.
Als getuige van de bruidegom had hij in het stadhuis zwijgend aan dezelfde tafel voor eregasten gezeten, en tijdens het feest hingen we allebei bij onze eigen clans: ik bij ‘team bruid’, hij bij ‘team bruidegom’. Dat hij een leuk gezicht had, was me wel opgevallen. Maar ik had een relatie. Hoewel die op het punt van omvallen stond. Bovendien zag ik daar vriendinnen die ik in geen tijden had gesproken en andere mannen waren wel het laatste waarmee ik me bezighield.
En nu zat ik opnieuw met hem aan tafel, hoewel aan de andere kant, gescheiden door tien anderen. Ik was al bijna een jaar dolgelukkig single, bruisend van de levenslust. Pim sloeg erop aan, zoveel was duidelijk. De hele avond lang wierp hij me steelse blikken toe. Charmant, vond ik, maar tot een gesprek kwam het niet. Tot de rekening kwam, die we ieder voor zich zouden betalen. Pim toverde een stapel vijfjes en tientjes tevoorschijn, vloekte binnensmonds, en vertrok naar het toilet. Toen hij terugkwam, verzamelde ik net al het briefgeld, om het in het mapje van de rekening te stoppen. Met zijn hand op mijn schouder en zijn charmantste lach hurkte hij naast me, en sprak zijn gevleugelde openingszin. Ik wist niet waar ik op moest reageren, die sexy lach of zijn armlastigheid.
Dat hij wel mee uit eten ging, gintonics bestelde alsof het cola’s waren, maar geen geld had voor een metrokaartje naar huis, had natuurlijk een red flag moeten zijn. Hij was 29, een beetje verantwoordelijkheid mag je in die levensfase wel verwachten. Maar misschien was-ie gewoon zijn pinpas vergeten. Of was zijn salaris laat. Ik zat zelf ook weleens krap, dat kan de beste overkomen. Dus stopte ik een extra tientje in het mapje, appte Pim desgevraagd mijn rekeningnummer en vertrok naar huis.
Een paar dagen later stond hij met een brutale grijns aan mijn voordeur, het geleende tientje in zijn hand. ‘Ik heb nog wat van jou’, zei hij. ‘Mag ik de rente uitbetalen in een kop koffie?’ Dit was de tweede keer dat hij me verbaasde met zijn brutaliteit, maar opnieuw zwichtte ik voor zijn charme en stemde toe. Bijna vier jaar later werd onze eerste zoon geboren.
Mijn moeder voedde me feministisch op. In haar eentje, mijn vader is een zaaddonor. Wanneer ze de nieuwste Opzij uithad, legde ze hem veelbetekenend op mijn nachtkastje. ‘Zorg ervoor dat je nooit afhankelijk wordt van een man’, prentte ze me vanaf jonge leeftijd in. Studeren zou ik, en mijn eigen boontjes doppen.
Voor die levenslessen ben ik mijn moeder nog altijd dankbaar. Ik heb een fijne, gevarieerde én prima betaalde baan als consultant, waarmee ik ruim tachtigduizend euro per jaar verdien. Daarnaast beleg ik al sinds mijn twintigste, wat me tot nu toe een buffer heeft opgeleverd van bijna een ton. Mijn moeder schenkt me elk jaar het maximaal belastingvrije bedrag. Beter dan wanneer de fiscus een deel wil van haar erfenis, zegt ze. Ik vind het geld an sich niet belangrijk, de zelfstandigheid wel. En gelukkig maar, want Pim wil niet werken.
Lees ook – Mama verdient de kost, papa blijft thuis: ‘Ik hou nu eenmaal van hard werken’ >
Pim heeft een opleiding en geen reden om fulltime thuis te zitten, anders dan dat hij een bloedhekel heeft aan werken. Een tikkie lui, vind ik, maar hij is wél heel zorgzaam en sociaal. De enige van ons twee die diners organiseert voor onze vrienden, die geen verjaardagen vergeet en precies weet wanneer het juffendag is. Hij kan in een opwelling een bos bloemen naar mijn moeder brengen, gewoon omdat hij aan haar dacht. Ik vind dat prachtig aan hem.
Toen ik zwanger was van Noah, spraken we af dat hij thuis zou blijven om voor de baby te zorgen. Tot die tijd had hij losse klussen als klusjesman – hij is ontzettend handig – en deed belastingaangiften voor zzp’ers, waarvoor hij ooit is opgeleid. Maar hij werd er doodongelukkig van en het bracht nauwelijks geld in het laatje. Wel besloten we twee dagen kinderopvang te regelen vanaf het moment dat Noah een halfjaar was, zodat Pim de ruimte zou hebben zichzelf te blijven ontplooien. Hij heeft er tot op heden nooit een dag van gewerkt.
Elke vrijdag logeren de kinderen bij zijn ouders. Ze wilden graag een opa- en omadag, maar wij vinden het kinderdagverblijf wel zo consistent en met een nachtje opvang zijn we meer geholpen; zo komen we ook nog écht toe aan elkaar. In de praktijk gaan we hooguit in een kwart van die avonden uit eten of iets anders leuks doen. Het feit dat we de volgende ochtend kunnen uitslapen maakt het voor Pim de uitgelezen avond te stappen met vrienden, terwijl ik liever voor Netflix hang om bij te komen van mijn werkweek.
Van mijn salaris redden we het prima met z’n vieren. Natuurlijk heb ik een relatief hoog inkomen, maar als je nagaat dat we er alles van doen, blijft er onderaan de streep niet heel veel over. We wonen in een fijn huis van drieënhalve ton. Ruim, comfortabel, maar geen villa. We gaan – gíngen, tot corona – elk jaar op vakantie. Als Pim zou werken, al is het maar tijdens die twee dagen kinderopvang, zou een huis van zes ton ook haalbaar zijn, en zouden we ook nog kunnen wintersporten.
Niets wat we niet kunnen missen, het is de keuze die we hebben gemaakt toen we kinderen kregen. Maar heel soms, wanneer ik de kinderen uit de opvang heb gehaald en Pim ongedoucht aantref met de was ongevouwen op ons bed, baal ik van de situatie. Dan roep ik dat hij best iets meer kan bijdragen en regelt hij met hangende poten alsnog het huishouden.
Daarna hebben we een stevige vrijpartij en is alles weer pais en vree. Sommige vriendinnen noemen het ongelijkwaardig, ik noem het ‘ons’. Want los van dat ik zielsveel van Pim hou, maakt hij ook heel veel mogelijk. Genoeg gezinnen waar de situatie omgedraaid is. Ik ben blij dat wij er een geëmancipeerde invulling aan kunnen geven. Ik ben gelukkig met mijn carrière, Pim met zijn gebrek daaraan. En de kinderen varen er wel bij. Wintersporten kan altijd nog.”
Dit artikel heeft eerder in Kek Mama gestaan.
In ons Kek Mama magazine lees je de mooiste verhalen, herkenbare columns en de leukste fashion en lifestyle tips. Abonneer je nu voor slechts € 29,95 per jaar en ontvang de glossy als eerste op je deurmat.