Eerste kerstdiner op school: ‘Een halfuur later belde zijn juf’
Het is spannend, zo’n eerste kerstdiner op school. En dan kan je kleine in al z’n enthousiasme de festiviteiten íets te ver door trekken.
Een leerkracht vertelt aan Kek Mama wat ze meemaakt. Deze keer: Sandra (50) geeft les aan groep 4.
5 oktober 2017, het Malieveld in Den Haag. Ik sta te staken. Samen met zestigduizend collega’s. Of liever: ik dans te staken. Een docent op het podium leert ons de haka, een strijddans van de Maori’s. We zwieren en zwaaien. Nooit geweten dat staken zo leuk is.
Ik heb nog nooit aan een demonstratie meegedaan, maar Sander Dekker heeft me over de streep getrokken. In mei zei de toenmalige staatssecretaris van Onderwijs dat docenten aan de middelbare school meer verdienen dan bassisschooldocenten omdat het moeilijker is een klas pubers les te geven dan basisschoolkinderen. Ik denk dat alle zestigduizend leraren hier op het Malieveld die nacht niet hebben geslapen van woede.
Dekker heeft geen kinderen. Dat wist ik al voor ik het opzocht op Wikipedia. Elke ouder weet hoe moeilijk en belangrijk ons werk is. Op de basisschool, het woord zegt het, moet het gebeuren. De eerste elf jaar van een mensenleven zijn bepalend voor de rest. Wij kweken burgers. We dienen een veilige haven te zijn – voor sommige kinderen de enige.
In plaats dat basisschooldocenten in de watten worden gelegd, is onze werkdruk de laatste decennia keihard verzwaard, zonder compensatie. Als beginnertje had ik negentien kinderen in de klas, 25 jaar later heb ik er 27. Daarvan heeft de helft extra aandacht nodig. Alleen de allerzwaarste gevallen gaan nog naar het speciaal onderwijs omdat die sector half wegbezuinigd is. Kinderen met ADD, ADHD, dyslexie, dyscalculie, soms zelfs kinderen met downsyndroom, komen bij mij in de klas. Ik word knettergek van het schrijven van behandelplannen en ontwikkelingsperspectieven.
Vroeger hadden onderwijzers tenminste nog status. Volgens de Volkskrant komt dat doordat de onderwijzer toen een man was. Mannen zijn beter in belangrijk doen. Vrouwen kunnen daar niets van. Mijn buurvrouw op het Malieveld draagt een bordje: ‘Ik wil geen geld, ik wil tijd voor mijn leerlingen.’ Hoezo, denk ik. Ik wil wel geld. Vrouwen zeggen: ‘Ik geef les omdat ik het dankzij de schoolvakanties kan combineren met een gezin, mijn partner is hoofdkostwinner.’ Als een man zoiets zegt wordt hij uitgelachen in de kroeg.
Onze leerlingen begrijpen ons beter dan Sander Dekker. Saro Sebastiani (11) stuurde Sander Dekker het volgende briefje: ‘Beste overheid, ik vind dat alle meesters en juffen, vooral mijn meester, meer geld moeten krijgen. Ik weet hoe hard hij werkt. Een goed begin is het halve werk zeggen ze, dus waarom verdient mijn meester dan minder? Kunt u dat uitleggen? Of liever nog: kunt u dat oplossen? Want mijn meester verdient meer.’
We gaan door met staken tot de overheid naar Saro luistert. Vandaag, op het Malieveld, hoop ik bijna dat dat nog even duurt, zo gezellig hebben we het. Basisschooldocenten kunnen sfeer scheppen, ook dat hoort bij het vak.
Dit artikel staat in Kek Mama 13-2017.
Nog meer Kek Mama?
Volg ons op Facebook en Instagram. Of schrijf je hier in voor de Kek Mama nieuwsbrief >