Eerste kerstdiner op school: ‘Een halfuur later belde zijn juf’
Het is spannend, zo’n eerste kerstdiner op school. En dan kan je kleine in al z’n enthousiasme de festiviteiten íets te ver door trekken.
Een leerkracht vertelt aan Kek Mama wat ze meemaakt. Deze keer: Juf Miranda (44), geeft les aan groep 7.
Dinsdagochtend. Eline staat voor mijn neus. Ze overhandigt me een potje tulpenbollen. En een briefje. Ik maak het open en lees: ‘Bedankt dat je me laat groeien, juf.’
Eline is mijn ijverigste leerling. Nou is dat niet zo moeilijk in mijn klas. Ik heb nog nooit zo veel onrustige kinderen bij elkaar gezien. Begin dit jaar nam ik ze over van een zieke collega die, op z’n zachtst gezegd, een andere manier van lesgeven heeft. Ik wist niet wat ik meemaakte. Iedereen praatte hardop tijdens de les. De helft zat achterstevoren. De jongetjes sloegen elkaar de hersens in. Eén kind gooide met boeken naar anderen; niet zomaar, maar keihard, om ze te verwonden. Andere jongens kwakten dan stoelen terug.
Ik heb er meteen de zweep over gelegd. Ik werd de strengste juf die er bestaat. Dat kan ik goed, streng zijn. En op den duur kreeg ik greep op de wilde jongens. Zelfs het kind dat met boeken gooide zat op een gegeven moment redelijk rustig op zijn stoel.
Eline, een lief, verlegen kind, was me juist te rustig. Naarmate het jaar vorderde werd ze hoe langer hoe stiller. Ze volgde me de hele dag met haar ogen. Maar als ik haar iets vroeg, sloeg ze die ogen neer en mompelde ze een kort antwoord. Ze haalde onvoldoendes. Ik had het gevoel dat ze meer kon. Maar ik liep aan tegen het feit dat ze me afweerde.
Twee maanden geleden vroeg ik Eline even na te blijven na de les. Ik haalde een kopje thee voor haar, en nam er zelf ook een. “Eline, ik krijg het gevoel dat je iets voor me verbergt”, zei ik. “En ik wil graag weten wat. Ik denk dat je naar de havo kunt. En ik wil je daarbij helpen. Maar dan moet jij mij ook helpen. Waarom ben je zo verlegen?” Bij het woord ‘havo’ leek Eline wakker te worden. Heel zachtjes zei ze: “U bent zo streng, juf.”
Toen viel het kwartje. Ik kon wel geduldig tegen Eline zijn, maar als ik net een raddraaier ervan langs had gegeven, vond ze me toch eng. Blijkbaar lukte het me niet de omschakeling te maken. “Eline, kun je toevallig knipogen?” vroeg ik. “Als ik jou nou elke keer dat ik boos ben op een van jouw stoute klasgenootjes een knipoog geef? Zodat je weet dat het niet voor jou bedoeld is? En dat jij er dan een terug geeft?” Eline begon zachtjes te lachen. Toen gingen we oefenen in knipogen. We konden er allebei niets van. We hadden de grootste lol.
Sinds ons gesprek slaat Eline haar ogen niet meer neer als ik haar aan kijk. Integendeel, we knipogen erop los. Ze vraagt me geregeld om extra huiswerk. Haar cijfers zijn met sprongen vooruitgegaan. Ik verwacht dat ze een voorlopig havo-advies gaat krijgen.
En nu staat ze dus voor me met haar potje tulpenbollen. Ik ben ontroerd en geef haar een stevige knuffel. Ik ben het onderwijs ingegaan om het verschil te maken. Dit is een kind van wie ik weet: zij zal me niet vergeten. De Elines van deze wereld, daar ben ik het onderwijs voor in gegaan.
Dit artikel stond eerder in Kek Mama.
In ons Kek Mama magazine lees je de mooiste verhalen, herkenbare columns en de leukste fashion en lifestyle tips. Abonneer je nu voor slechts € 29,95 per jaar en ontvang de glossy als eerste op je deurmat.