Elsa: ‘Ik schrok me kapot toen ik via de babyfoon zag wat de oppas deed’
De oppas in de gaten houden via de babyfoon, je kunt het eigenlijk niet maken. Toch deed Elsa het, en daar is ze achteraf gezien heel dankbaar voor.
Een leerkracht vertelt aan Kek Mama wat ze meemaakt. Deze keer: juf Barbara en de rekenfobie van Rik.
Dinsdagochtend. Rik en Joost (11) uit groep 8 doen iets stouts en het heeft iets te maken met een schrift. “Geef maar aan mij,” zeg ik. Rik schrikt zich kapot. In het schrift staan vijf woorden: ‘De stomste juf van de wereld.’ Ernaast prijkt een tekening van een heks op een bezemsteel. Ze heeft blond lang haar, net als ik. En een sjaal in de kleur als mijn lievelingssjaal. Verder heeft ze een gemene grijns en wratten. Rik staat pimpelpaars van ellende naast me. Ik krijg bijna medelijden. Ik begrijp Rik beter dan hij denkt. Ik zou mezelf ook stom vinden in zijn positie. Ik kan een pitbull zijn. Zeker als ik een uitdaging zie in een kind. En die zie ik in Rik. Ik zie kinderen als materiaal waaruit je het beste moet zien te halen. Het maakt het lesgeven extra leuk.
Rik is extreem slecht in rekenen, maar schrijft briljante opstellen. Iedereen denkt dat hij dyscalculie heeft, een stoornis à la dyslexie maar dan op het gebied van cijfers. Zelf vermoed ik dat hij een rasechte rekenfobie heeft. In Engeland zijn twee miljoen kinderen math-anxious. Die klappen dicht als het op rekenen aankomt. Rik kijkt naar sommen alsof hij tarantula’s ziet. Hij gaat sneller ademen en verspreid zweetluchtjes. We zijn sinds twee maanden samen bezig met een onderzoek dat moet uitwijzen of hij dyscalculie heeft. Dat onderzoek duurt een half jaar waarbij ik hem intensief begeleid.
Lees ook: ‘Beste juf, we zullen u nooit meer uitschelden’ >
Tot een paar weken geleden accepteerde ik dat Rik geen millimeter vooruit kwam. Toen crashte de klassencomputer. Rik schoot te hulp, en binnen de kortste keren liep het ding weer als een zonnetje. Nu geloof ik niet meer dat Rik aan dyscalculie lijdt. ICT vereist logisch redeneren, net als rekenen. Intussen vindt Rik me steeds irritanter. Dat is wederzijds. Gisteren was ik zo boos dat hij zijn rekenhuiswerk weer niet had gemaakt, dat ik hem liet nablijven. Ik denk dat ik daaraan mijn spotprent te danken heb. (Aanvullend bewijs: ik had gisteren mijn lievelingssjaal om die de heks op de tekening draagt.) Ik ga over tot chantage. “Rik, ik zou met je tekening naar de directeur kunnen gaan. Dat doe ik niet op voorwaarde dat je vanaf nu je best doet.” Hij knikt opgelucht. Zijn angst voor de directeur is blijkbaar groter dan zijn angst voor rekenen, want de volgende weken werken we perfect samen.
En opeens is daar een magisch moment. Als we berekenen hoeveel 24 kilo wasmiddel kost bij € 19,95 per drie kilo geeft hij het goede antwoord (€ 159,60). “Juf, ik snap het! Het is helemaal niet moeilijk!” zegt hij. Sindsdien maakt hij grote sprongen. De diagnose dyscalculie kan van tafel. ‘Behandeld’, zet ik in gedachten achter zijn naam. Nu kan ik op zoek naar een volgende prooi. Op een dag kijk ik peinzend naar Iris. Ook heel slim, ook heel slecht in rekenen. Ze kijkt angstig terug. Dit artikel heeft eerder in Kek Mama gestaan. Meer Kek Mama? Schrijf je hier in voor de nieuwsbrief >