‘De verpleegkundige vroeg of ik wel zeker wist of ik mijn dochter zo wilde noemen’
Je hebt urenlang getwijfeld, lijstjes gemaakt en de perfecte babynaam gekozen—en dan komt er ongevraagd kritiek van vreemden.
Een leerkracht vertelt aan Kek Mama wat ze meemaakt. Deze keer: Juf Carole (43), geeft les aan groep 5.
Woensdagochtend, rekenles. Mijn leerlingen doen een rekenwerkje. Behalve Kim (8). Zij is naar de wc. Dat zie ik aan een badeendje op haar tafel. Ik heb haar niet zien weglopen, anders had ik er een stokje voor gestoken, want ze is al twee keer geweest.
Alle kinderen hebben zo’n badeendje. Die halen ze uit hun lessenaar als ze naar de wc moeten. Dat mag zonder het me te vragen, in het kader van de ‘zelfstandigheidsregel’ op onze school. Een hele rust voor mij als juf. Mijn leerlingen maken er zelden misbruik van. Als je te vaak naar de wc gaat, raak je achter. Bovendien merken je vriendjes het. Kinderen willen hun werk afhebben. En ze willen bij de groep horen. Voor Kim gaat dat niet op. Ze lijkt niet zo geïnteresseerd in haar klasgenoten. Op het schoolplein zit ze vaak alleen. Als kinderen haar vragen mee te spelen, weigert ze. Ze maakt tekeningen in het zand, of bestudeert dromerig een torretje. Volgens de overblijfmoeder praat ze er zachtjes tegen. Ik geloof het meteen. Haar spirituele moeder Petra, die haar alleen opvoedt, praat ook met dieren. En zelfs met bomen. Met mensen praat Petra minder graag, ze houdt zich altijd afzijdig op het schoolplein en neemt Kim zo snel mogelijk mee naar huis.
Lees ook – De juf: ‘Thijs (12) hangt de clown uit in de klas’ >
Terwijl ik geïrriteerd naar Kims badeendje staar, klinkt er opeens een oorverdovend geloei. Het brandalarm. Ik neem de kinderen mee naar het schoolplein, waar we de andere klassen treffen. Iedereen staart naar het gebouw. Daar is geen rook te bekennen. Een collega komt naar buiten met Kim. Hij vertelt dat hij haar op de gang heeft aangetroffen, naast de knop voor het brandalarm. “Ik wilde kijken wat er gebeurde als ik er op drukte, juf”, zegt Kim verschrikt. “Ik wist niet dat er zo’n geluid kwam.” Even later zit iedereen weer in de klas. Maar het duurt nog ruim een uur voor het stil is, want de bedrijfshulpcollega die de sleutel van het brandalarm heeft, zit ziek thuis. Er moet iemand van het beveiligingsbedrijf komen om te checken of wij niet zelf de brandstichters zijn.
Na school overleg ik met de directeur. Hij vindt dat Kim de volgende dag de klassen moet afgaan om haar excuses aan te bieden. Hij denkt dat het een belangrijke les voor haar is. Ik kan mee om in te grijpen als het Kim te veel wordt. De volgende dag gaan Kim en ik op tournee. Kim leest overal een zelf opgesteld briefje voor. Zonder te haperen. “Ik ben zo trots op je, Kim”, zeg ik.
Eenmaal terug in de klas komen er toch tranen. Dan zegt kleine Yolande (8): “Het is niet erg, Kim. Zullen we straks samen spelen?” Ja, knikt Kim, tot mijn blijdschap. In de pauze zie ik de twee op het klimrek klauteren. De volgende dag gaat Kim mee voetballen. Het lijkt of ze wakker is geworden uit haar dromerigheid. Alsof ze doorheeft dat het goed is om vrienden te hebben. Allemaal door dat geloei. Ze gaat ook niet meer de hort op. Haar badeendje blijft in haar lessenaar. ’s Middags zie ik Petra praten met Yolandes moeder. Wat mij betreft heeft het brandalarmdrama een wonder opgeleverd. Dit artikel heeft eerder in Kek Mama gestaan. Meer Kek Mama? Schrijf je hier in voor de nieuwsbrief >