Elsa: ‘Ik schrok me kapot toen ik via de babyfoon zag wat de oppas deed’
De oppas in de gaten houden via de babyfoon, je kunt het eigenlijk niet maken. Toch deed Elsa het, en daar is ze achteraf gezien heel dankbaar voor.
Een leerkracht vertelt aan Kek Mama wat ze meemaakt. Deze keer: Aafke (29) geeft les aan groep 7.
Donderdagmiddag, twee uur. Een lange, slanke Ghanees danst gracieus door de klas. Op Afrikaanse muziek. De dans heet de Azonto. Mijn leerlingen kijken gefascineerd toe.
Deze week doen we een project over Afrika. De kinderen zijn ingedeeld in groepjes. Elk groepje moet een presentatie houden over een Afrikaans land naar keuze. Vijf verlegen kinderen heb ik ondergebracht in één groepje, zodat ze steun hebben aan elkaar en niet worden overschreeuwd door brutale klasgenoten. Zij zijn degenen die Yaro hebben uitgenodigd. Waarmee ze alle concurrentie in één klap achter zich laten. Ze hebben hem gevonden via de vader van Bart, die directeur is van het ROC waar Yaro op school zit.
Yaro rondt zijn dans af met een sprong. In Afrika geldt: hoe hoger, hoe meer status. Yaro springt wel een meter hoog.
Dan mogen de kinderen hem vragen stellen. “Op welke leeftijd ben je volwassen in Ghana?” vraagt Rebecca. “Echt volwassen zijn we pas als we getrouwd zijn en onafhankelijk van onze ouders.” “Ben jij getrouwd?” vraagt Bram. Yaro lacht. “Nee. Ik woon bij m’n ouders. En ik zit nog op school. Hier in Nederland mag ik stemmen, alcohol drinken en autorijden. Maar in de Ghanese cultuur ben ik nog een jongetje.” “Mag je zelf kiezen met wie je trouwt?” vraagt Azzouz. “Ja”, zegt Yaro. “Maar daarbij hebben we wel respect voor onze ouders.” Dat houdt in dat je niet van het ene vriendinnetje naar het andere overstapt, vertelt hij. “Want dat vinden Ghanese ouders niet leuk. En zelf vinden wij het ook niet leuk. Als je steeds een ander hebt, is het samenzijn niet meer bijzonder.”
Yaro heeft nog geen vrouw gekozen. Zoiets blijkt een hele toer in zijn cultuur. Zijn aanstaande echtgenote moet voldoen aan veel eisen. Niet alleen moet Yaro haar leuk vinden, ze moet ook beleefd zijn tegen haar schoonouders. Verder moet ze veel van de Bijbel afweten. En ten slotte moet ze geduld hebben. Het duurt namelijk even voordat Ghanezen weten of ze de ware hebben ontmoet. “Bij ons bouwen we eerst heel lang een vriendschap op. Als er dan iets moois ontstaat, hebben we later geen behoefte aan vreemdgaan. Pas als we zeker weten dat de ander de ware is, trouwen we.”
Lees ook
‘Juf, ik had geen idee hoe zwaar jouw werk is’ >
Ik lig inmiddels in katzwijm voor deze heuse ridder. Net als mijn leerlingen. Ik wou dat ze altijd zo goed opletten. Voor ons gevoel zijn we allemaal in Ghana. Een vraag van Veerle brengt ons terug in de Hollandse werkelijkheid. “Wat wil je later worden?” “Systeembeheerder”, zegt Yaro trots. “Ik zit al op niveau vier van het ROC.”
Wat een anticlimax. Voor mijn geestesoog galoppeerde Yaro op een prachtig paard door de Ghanese steppen met een oogverblindende Ghanese voor op zijn zadel. Maar goed, in dat geval hadden we nooit dit magische uur meegemaakt.
Yaro zegt dat hij terug moet naar het ROC voor zijn volgende les. Met een hoge sprong neemt hij afscheid. De kinderen klappen of hun leven ervan afhangt. Daarna geef ik de verlegenen een tien met een griffel.
Dit artikel heeft eerder in Kek Mama gestaan.
Meer Kek Mama? Schrijf je hier in voor de nieuwsbrief >