De juf: ‘Opeens barst Joes (7) in woede uit en begint hij te schreeuwen’

de juf woede uitbarsting autisme
Dorine Hermans
Dorine Hermans
Leestijd: 3 minuten

Elke woensdag vertelt een leerkracht aan Kek Mama wat ze meemaakt. Deze keer: Juf Lauren (25) geeft les aan Joes (7) in groep 4.

Lees verder onder de advertentie

Taalles. Stilte. De kinderen schrijven een opstel. Opeens gilt Joes (7): “HOU OP! IK VIND JOU STOM!” Zijn buurvrouw Noor heeft hem geschopt onder de tafel, zag ik toevallig. Joes heeft een milde vorm van autisme. Daardoor bezorgen onverwachte dingen hem woede-uitbarstingen. Nu is hij boos op Noor en meteen op de hele wereld. Hij staat op, pakt zijn spullen en loopt naar de deur. “Ik ga naar huis”, roept hij. Hij is ontzettend schattig zo, met zijn rugzakje met hondjesprint, stiekem kan ik hem opvreten. Maar dat is niet de bedoeling. Ik loop naar hem toe en pak hem zachtjes vast. “Wat is er met jou?” vraag ik. “Ik ben over mijn toeren!” zegt hij. Ik ben verbaasd over deze woordenschat. “Weet je wat dat betekent?” zeg ik. “Nee”, zegt hij. Blijkbaar heeft hij het thuis opgepikt.

Lees verder onder de advertentie

Toerenteller

Het doet me denken aan iets wat ik op de pabo leerde: dat kinderemoties te vergelijken zijn met de toeren bij een auto. Als de toeren te hoog zijn gaat een auto kapot. Kinderen kunnen dan niet meer goed nadenken. Ik krijg een lumineus idee. “Joes, we gaan een toerenteller maken. Speciaal voor jou”, zeg ik. Joes kijkt geïnteresseerd. De andere kinderen ook. Ik pak een stuk karton uit de kast van de knutselles, knip er een halve cirkel uit en verf de linkerhelft groen, de rechterhelft vanaf het midden voor een stuk rood, en helemaal rechts een stukje paars. Dan knip ik een pijl uit die ik in het midden bevestig, zodat hij beweegbaar is. Het geheel doet denken aan het dashboard van een auto.

Lees verder onder de advertentie

Lees ook – De juf: ‘Max legt moeilijk contact met zijn klasgenootjes’ >

Hoe de pet staat

Ik zeg tegen Joes: “Als je je rustig voelt, draaien je toeren langzaam. Dan zet je de pijl op groen. Zo.” Ik doe het voor. “Als je boos wordt gaan je toeren omhoog, dan draai je de pijl naar het rode stuk.” Ik schuif de pijl naar rechts. “Als je een beetje boos bent, zet je hem vlak bij het midden, maar hoe bozer je wordt, hoe verder hij naar rechts moet. En als je heel erg boos wordt, zoals nu, komt hij in het paars terecht. Dan ben je over je toeren en dan kun je niet meer goed nadenken. Dan moet je naar mij toe komen en dan gaan we even rustig praten tot het over is en de pijl weer naar groen kan. Leg hem maar op je tafel en houd hem goed bij.” Joes neemt mijn knutselwerkje dankbaar aan. Hij is rustig nu. “Je pijl kan naar groen, Joes”, zeg ik. Noor steekt haar vinger op. “Mag ik ook een toerenteller, juf?” vraagt ze. “Weet je wat, we gaan er allemaal een maken bij de knutselles”, zeg ik. Zo gezegd, zo gedaan. Ik help iedereen de pijlen te bevestigen, die zijn het moeilijkst. Nu hebben al mijn leerlingen een toerenteller op hun bureau liggen. Ze houden hem nauwkeurig bij. Ik loop er af en toe langs om te kijken hoe hun pet staat. Joes’ teller staat al weken niet meer op paars. Dit artikel staat in Kek Mama 16-2020.   Meer verhalen van De juf? Lees hier de eerdere afleveringen.

Lees verder onder de advertentie

Meest bekeken