Elsa: ‘Ik schrok me kapot toen ik via de babyfoon zag wat de oppas deed’
De oppas in de gaten houden via de babyfoon, je kunt het eigenlijk niet maken. Toch deed Elsa het, en daar is ze achteraf gezien heel dankbaar voor.
Een leerkracht vertelt aan Kek Mama wat ze meemaakt. Deze keer: Juf Asha (51) geeft les aan groep zes.
Dinsdag, pauze. Ik eet mijn lunch in de klas als conciërge Jan binnenkomt. Hij heeft mijn hevig tegenstribbelende leerling Tristan bij zich, een braaf en stil jongetje. Tristan heeft pleisters op zijn rechtervuist. Jan vertelt dat Tristan een ruit in een deur kapotgeslagen heeft. Jan gaat weg, we zijn alleen.
Tristan begint te huilen, met schokkende schouders. Ik zeg: “Lieve Tristan, het komt goed. Haal maar even adem. En vertel me daarna waarom je een ruit kapot sloeg.” “Het was per ongeluk juf”, snikt hij. “Ik wou er alleen maar tegenaan slaan.” “Maar waarom wilde je dat doen?” “Omdat ik zo boos was.” “Op wie?” “Gewoon”, zegt hij. Hij kijkt bang. “Tristan,” zeg ik zacht, “je kunt het mij vertellen. Ik sta aan jouw kant.” Na een tijdje zegt hij schoorvoetend: “Ik was boos op Max en Loewie. Die pesten mij altijd.” “Wat doen ze dan?” Nu vertelt hij dat Max en Loewie zijn tas leeggooien, dat ze zijn gymschoenen en zijn gymbroek verstoppen, dat ze hem duwen als de overblijfjuf niet kijkt, en dat hij bij het voetballen niet mag meedoen. Ik moet denken aan een boek van Carry Slee over pesten: Spijt.
Als ik Tristan vraag waarom hij me nooit iets heeft gezegd, zegt hij: “Ik schaamde me, juf.” Daarom heeft hij zijn ouders er ook niet over verteld, zegt hij. Ik snap hem. Als je gepest wordt heb je het gevoel dat je iets verkeerd doet. Dat je er niet bij hoort, en dat dat je eigen schuld is. Ik ben nooit gepest, maar ik kan me wel inleven in het gevoel. Daar zit een speciale reden achter: ik ben als baby geadopteerd. Omdat mijn biologische moeder me heeft weggegeven, heb ik vaak het gevoel gehad dat ik er niet mocht zijn. Dat geeft me entree in de denkwereld van een gepest kind.
Lees ook: ‘Mijn zoon is een pestkop’ >
Er gebeurt nu iets waar Tristan verbaasd naar kijkt: ik krijg tranen in mijn ogen. Een ervan biggelt over mijn wang. Dit is me nog nooit gebeurd, ik voel me enorm onprofessioneel. Maar ik leef zo mee met dit lieve jongetje. Ik nodig de ouders van Tristan, Max en Loewie uit voor een gesprek. Het vindt drie dagen later plaats. Tot mijn tevredenheid zijn de ouders van Max en Loewie net zo ontdaan over wat er gebeurd is als die van Tristan. Terecht: kinderen die pesten hebben evengoed een probleem als de kinderen die ze pesten. Ik vertel over een cursus die uitkomst zou kunnen bieden: Rots en Water. Daar leren zowel pesters als gepeste kinderen hoe ze met anderen moeten omgaan. De pesters leren respect, de gepesten krijgen het gevoel dat ze ertoe doen. De drie ouderstellen besluiten meteen hun kind erheen te sturen.
“Heel soms moet je als juf je gevoel de vrije loop laten, concludeer ik. Dan maar onprofessioneel”
Na afloop van het gesprek spreekt Tristans vader me aan. “Ik vond het lief dat je huilde, Asha. Dat heeft Tristan zoveel goed gedaan. Hij lijkt een ander jongetje te zijn geworden.” Heel soms moet je als juf je gevoel de vrije loop laten, concludeer ik. Dan maar onprofessioneel. Dit artikel staat in Kek Mama 06-2022. Meer verhalen van De juf? Lees hier de eerdere afleveringen. Met een abonnement op Kek Mama geniet je van mooie voordelen: *Goedkoper dan in de winkel *Lees elke maand als eerst Kek Mama *Gratis verzonden Abonneer je nu en betaal slechts €4,19 per editie.